Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 13 mei 2014, nr. WJZ/14035894, houdende wijziging van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met de uitvoering van Uitvoeringsbesluit 2014/237/EU

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op Uitvoeringsbesluit 2014/237/EU van de Commissie van 24 april 2014 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van schadelijke organismen te voorkomen, wat bepaalde groenten en fruit van oorsprong uit India betreft (PbEU 2014, L 125), Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen (PbEU 2004, L 64), Beschikking 2005/829/EG van de Commissie van 24 november 2005 tot intrekking van de Beschikkingen 1999/355/EG en 2001/219/EG (PbEU 2005, L 311), artikel 2 van de Plantenziektenwet en artikel 14, aanhef en onderdeel d, van het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten wordt gewijzigd als volgt:

A

In artikel 4, eerste lid, vervalt onderdeel e onder verlettering van de onderdelen f en g tot e en f.

B

Artikel 12c vervalt.

C

Artikel 12d komt te luiden:

Artikel 12d

  • 1. Het binnenbrengen en het vervoer in de Europese Unie van met het pepinomozïekvirus besmette zaden van tomaten is verboden.

  • 2. Zaden van tomaten mogen slechts in de Europese Unie worden binnengebracht indien zij:

    • a. voldoen aan de voorwaarden van punt 2 van de bijlage bij Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen (PbEU 2004, L 64), en

    • b. bij binnenkomst in de Europese Unie overeenkomstig artikel 13, eerste lid, onder i, van richtlijn 2000/29/EG zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van het pepinomozïekvirus en daarvan vrij zijn bevonden.

  • 3. Zaden van tomaten van oorsprong uit de Europese Unie mogen alleen in de Europese Unie worden vervoerd als zij voldoen aan de voorwaarden van punt 2 van de bijlage bij Beschikking 2004/200/EG van de Commissie van 27 februari 2004 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van het pepinomozaïekvirus te voorkomen (PbEU 2004, L 64).

  • 4. Het derde lid is niet van toepassing op vervoer van zaden die bestemd zijn voor verkoop aan eindconsumenten die geen professionele telers zijn, voor zover uit de verpakking van de zaden of uit andere aanduidingen duidelijk kan worden afgeleid dat zij voor deze verkoop aan consumenten bestemd zijn.

D

Artikel 12e vervalt.

E

Na artikel 12p wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 12q

Het binnenbrengen in de Europese Unie van planten, met uitzondering van zaden en wortels, van Colocasia Schott en van planten, met uitzondering van zaden, van Mangifera L., Momordica L., Solanum melongena L.and Trichosanthes L., van oorsprong uit India, is verboden.

F

Aan artikel 23 wordt, onder vernummering van het zevende tot achtste lid, een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Artikel 12q vervalt met ingang van 1 januari 2016.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 13 mei 2014

De Staatssecretaris van Economische Zaken S.A.M. Dijksma

I. TOELICHTING

1. Doel en inhoud van de regeling

Met deze regeling wordt uitvoering gegeven aan Uitvoeringsbesluit 2014/237/EU van de Commissie van 24 april 2014 betreffende maatregelen om het binnenbrengen en de verspreiding in de Unie van schadelijke organismen te voorkomen, wat bepaalde groenten en fruit van oorsprong uit India betreft (PbEU 2014, L 125; hierna: Uitvoeringsbesluit 2014/237/EU). Daartoe wordt de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten gewijzigd.

Aanleiding voor het uitvoeringsbesluit zijn de aanhoudende en in aantal toenemende onderscheppingen van schadelijke organismen op bepaalde groenten en fruit uit India sinds 2010. Het gaat voornamelijk om vondsten van de schadelijke organismen Tephritidae (niet-Europese), Thrips palmi Karny en Bemisia tabaci Genn op planten en wortels van Colocasia Schott en planten van Mangifera L., Momordica L., Solanum melongena L. en Trichosanthes L. (hierna: groenten en fruit uit India). Op basis van de onderscheppingen en de uitkomsten van audits die de Commissie in India in 2010 en 2013 heeft uitgevoerd naar het Indiase expertcificeringsysteem, concludeert de Commissie dat de huidige fytosanitaire waarborgen van India onvoldoende zijn. Deze kunnen niet garanderen dat zendingen van groenten en fruit uit India die in de Europese Unie worden gebracht vrij zijn van schadelijke organismen, zodat het gevaar bestaat dat deze schadelijke organismen zich vervolgens in de Europese Unie verspreiden of vestigen. Daarom wordt het binnenbrengen in de Europese Unie van groenten en fruit uit India tijdelijk verboden. Het uitvoeringbesluit is van toepassing tot 31 december 2015.

Een tweede onderwerp van deze regeling betreft een actualisatie van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten in verband met de Europese maatregelen tegen de plantenziektes die worden veroorzaakt door de schadelijke organismen pepinomozaïekvirus, Anoplophora glabripennis en Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. Voor wat betreft het pepinomozaïekvirus zijn de voorlopige Europese maatregelen hiertegen gewijzigd om met name de tomatenteelt in de EU beter tegen dit virus te beschermen. Omdat uit onderzoek is gebleken dat tomatenzaad een belangrijke bron van besmetting is, hebben de huidige maatregelen tegen het virus alleen nog betrekking op het binnenbrengen van tomatenzaad en het vervoer daarvan in de EU. Hiertoe wordt de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten aangepast (artikel I, onder A en C).

Voor wat betreft Anoplophora glabripennis en Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. zijn de voorlopige Europese maatregelen ingetrokken omdat deze zijn opgenomen in de Richtlijn 2000/29/EG van de Raad van 8 mei 2000 betreffende de beschermende maatregelen tegen het binnenbrengen en de verspreiding in de Gemeenschap van voor planten en voor plantaardige producten schadelijke organismen (PbEG 2000, L 169) Dit vergt een technische wijziging in de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten (artikel I, onder B en D).

2. Regeldrukeffecten

De regeldrukeffecten, zoals die tot op heden golden voor de invoer van groenten en fruit uit India, worden met deze regeling tijdelijk teniet gedaan. Invoer is immers vooralsnog niet meer mogelijk. Doordat het handelsvolume gering is bedraagt de vermindering van regeldruk minder dan € 10.000. Het betreft vooral de handel in mango's, aubergine, basilicum en bittere komkommer, waarvan het totale handelsvolume jaarlijks ongeveer 42 ton betreft.

Voor de overige aanpassingen van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten geldt dat er geen wijziging van regeldrukeffecten optreedt, omdat de Europese maatregelen tegen de schadelijke organismen pepinomozaïekvirus, Anoplophora glabripennis en Bursaphelenchus xylophilus (Steiner et Buhrer) Nickle et al. worden voortgezet en de reeds aanwezige inspectieplicht bij import en de paspoortplicht bij EU intern verkeer ongewijzigd blijven.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte in de Staatscourant waarin zij wordt gepubliceerd. Voor de uitvoering in regelgeving van de Europese besluiten wordt niet aangesloten bij een vast verandermoment, zoals opgenomen in het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). Dat beleid biedt namelijk een afwijkingsmogelijkheid indien nodig voor uitvoering of implementatie van Europese regelgeving.

Omdat artikel 2 van Uitvoeringsbesluit 2014/237/EU van toepassing is tot en met 31 december 2015, voorziet artikel I, onder F, van deze regeling (artikel 23, zevende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten) in het vervallen van de bepaling ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit met ingang van 1 januari 2016.

II. TRANSPONERINGSTABELLEN

Uitvoeringsbesluit 2014/237/EU

Bepaling ter uitvoering van het uitvoeringsbesluit

Artikel 1

Artikel I, onder E, van deze regeling

(artikel 12q van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 2

Artikel I, onder F, van deze regeling

(artikel 23, zevende lid, van de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten)

Artikel 3

Behoeft naar zijn aard geen uitvoering in regelgeving

Naar boven