Windenergie op Zee – Partiële herziening van het Nationaal Waterplan, Ministerie van Infrastructuur en Milieu

Van 10 januari tot en met 20 februari 2014 liggen de ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee, zijnde een partiële herziening van het Nationaal Waterplan, en de Milieueffectrapporten ter inzage. U kunt tijdens deze periode uw zienswijze geven.

Achtergrond

In het Nationaal Waterplan 2009 – 2015 zijn de gebieden Borssele en IJmuiden Ver aangewezen. Daarnaast zijn in dit plan ook twee zoekgebieden buiten de 12-mijlszone opgenomen waar aanvullend ruimte voor windenergie op zee gevonden moet worden: voor de ‘Hollandse Kust’ en ‘Ten Noorden van de Waddeneilanden’. In het Nationaal Waterplan is aangekondigd dat het kabinet door middel van een aanvulling van het Nationaal Waterplan extra windenergiegebieden zal aanwijzen voor de ‘Hollandse Kust’ en ‘Ten Noorden van de Waddeneilanden’. Die gebieden worden in deze Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee aangewezen.

De Structuurvisie is daarmee formeel een herziening van het Nationaal Waterplan.

Dat wil zeggen dat deze Structuurvisie het Nationaal Waterplan en de beleidsnota Noordzee op een aantal punten wijzigt en aanvult en dus daarmee in samenhang moet worden gelezen.

In het Energieakkoord voor duurzame groei (september 2013) is afgesproken dat Nederland streeft naar 16% duurzame energie in 2023. Om dit duurzame energiedoel te bereiken zijn forse beleidsinspanningen en investeringen nodig op alle vormen van duurzame energie. Wind is een duurzame bron en windenergie op zee kan gebruikt worden om een deel van deze doelstelling te halen. In het Energieakkoord is met de betrokken partijen afgesproken dat 4.450 MW aan windvermogen op zee operationeel is in 2023. Het kabinet streeft hierbij naar een zo kosteneffectief mogelijk opgesteld vermogen als een belangrijke randvoorwaarde bij de belangenafweging en de Europese wettelijke verplichtingen. Het vinden van ruimte voor windenergie en het aanwijzen van windenergiegebieden dragen bij aan het halen van deze doelstelling.

Ontwerp-Rijksstructuurvisie en Milieueffectrapporten

In de ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee geven de minister van Infrastructuur en Milieu en de minister en staatssecretaris van Economische Zaken aan waar voor de ‘Hollandse Kust’ en’ Ten Noorden van de Waddeneilanden’ de ontwikkeling van grootschalige windenergie mogelijk is (zie kaart) en met welke aandachtspunten rekening moet worden gehouden. De gebieden ‘Hollandse Kust’ en ‘Ten Noorden van de Waddeneilanden’ zijn na overleg met de diverse stakeholders aangewezen. Naast het aanwijzen van gebieden wordt ook ingegaan op de afwegingen die zijn gemaakt en onder welke voorwaarden de aanleg van windparken op de Noordzee mogelijk is. Er worden nog geen locaties en opstellingen van windparken vastgelegd. Dat is pas aan de orde als er sprake is van een concreet initiatief.

Het Nationaal Waterplan, de Beleidsnota Noordzee en de Rijksstructuurvisie vormen samen het ruimtelijk toetsingskader voor grootschalige windparken op zee.

Zowel voor het gebied ‘Hollandse Kust’ als voor het gebied ‘Ten Noorden van de Waddeneilanden’ zijn een planmilieueffectrapport (planMER) en een Passende beoordeling opgesteld. De geschiktheid van de potentiële gebieden wordt hierin beoordeeld op allerlei aspecten, zoals landschap, recreatie, archeologie, bodem en water, natuur, klimaat, de verschillende gebruikersfuncties en kustveiligheid. Voor beide gebieden is voor de planMER ook een scheepvaartrisicoanalyse uitgevoerd. De Commissie voor de m.e.r. is om advies gevraagd over de Milieueffectrapporten.

Wilt u reageren?

U kunt reageren op de ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee, de Milieueffectrapporten en de onderliggende stukken. We stellen het op prijs als u uw zienswijze toelicht met argumenten en aangeeft op welk onderdeel uw zienswijze betrekking heeft. Zo kunt u bijvoorbeeld aangeven of er naar uw mening feitelijke onjuistheden staan in de ontwerp-Rijksstructuurvisie en/of de Milieueffectrapporten.

U kunt van 10 januari tot en met 20 februari 2014 uw zienswijze geven. Wij ontvangen deze bij voorkeur via het digitale zienswijzenformulier op www.centrumpp.nl.

Via de post kunt u uw reactie richten aan: Centrum Publieksparticipatie o.v.v. Windenergie op Zee, Postbus 30316, 2500 GH Den Haag. Wilt u uw zienswijze mondeling geven?

Dat kan via het Centrum Publiekparticipatie, telefoon 070 456 96 00.

Waar vindt u meer informatie?

De ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee, de Milieueffectrapporten, de onderliggende stukken en het op 22 december 2009 vastgestelde Nationaal Waterplan kunt u downloaden via www.centrumpp.nl onder ‘Projecten/Actuele zienswijzeprocedures’.

Hier vindt u ook de wettelijke procedure (Wet milieubeheer en Algemene wet bestuursrecht). Voor algemene informatie over Windenergie op Zee kunt u terecht op www.rijksoverheid.nl en www.noordzeeloket.nl.

Ook kunt u op www.ruimtelijkeplannen.nl de ontwerp-Rijksstructuurvisie en de onderliggende stukken raadplegen. U kunt zoeken op de naam van de ontwerp-Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee of het planidentificatienummer NL.IMRO.0000.IMsv13WindOpZee-2000.

Inzien

Alle documenten kunt u van 10 januari tot en met 20 februari 2014 tijdens openingsuren

inzien op de volgende locaties: de ministeries van Infrastructuur en Milieu en van Economische Zaken in Den Haag en de provinciehuizen van Groningen, Fryslân, Noord-Holland en Zuid-Holland.

Vragen?

Voor vragen over de procedure kunt u contact opnemen met het Centrum Publieksparticipatie, telefoon 070 456 80 16. Voor inhoudelijke vragen kunt u een e-mail sturen naar windopzee@minienm.nl.

Wat gebeurt er daarna?

Het Centrum Publieksparticipatie bundelt alle zienswijzen. Zo snel mogelijk na afloop van de reactietermijn kunt u deze downloaden via www.centrumpp.nl. De zienswijzen worden, waar mogelijk, betrokken bij de definitieve Rijksstructuurvisie Windenergie op Zee. In een Nota van Antwoord wordt opgenomen of en op welke wijze de zienswijzen in de definitieve Rijksstructuurvisie en de Milieueffectrapporten zijn verwerkt.

De minister van Infrastructuur en Milieu en de minister en staatssecretaris van Economische Zaken zullen vervolgens de definitieve Rijksstructuurvisie vaststellen en aanbieden aan de Eerste en Tweede Kamer. De definitieve Rijksstructuurvisie wordt ook bekendgemaakt in de Staatscourant en andere bladen en zal ter inzage worden gelegd.

Tegen de definitieve Rijksstructuurvisie is geen beroep mogelijk.

Naar boven