Wijzigingen Mandaatbesluit BZK 2012

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister voor Wonen en Rijksdienst;

Gelet op de Algemene wet bestuursrecht;

Mede gelet op artikel 8.4 van het Mandaatbesluit BZK 2012,

Besluiten

ARTIKEL I

Het Mandaatbesluit BZK 2012 als volgt te wijzigen:

A

In artikel 4.8 wordt ‘chief executive officer/directeur-generaal a.i’ vervangen door: directeur-generaal.

B

In artikel 4.10, onder j, artikel 5.3, onder j, en artikel 6.4, onder e, wordt ‘het Besluit vergoeding representatiekosten rijkspersoneel’ vervangen door: artikel 68a Algemeen Rijksambtenarenreglement.

ARTIKEL II

Na artikel 4.10 wordt een nieuw artikel ingevoegd:

Artikel 4.10a

Het mandaat van de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties is niet van toepassing op het nemen van besluiten en het afdoen en ondertekenen van stukken met betrekking tot personele beheersbeslissingen op grond van het Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht.

ARTIKEL III

In artikel 4.7 wordt ‘Wonen, Bouwen en Integratie’ vervangen door: Wonen en Bouwen.

ARTIKEL IV

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst, waarbij Artikel I terugwerkt tot en met 1 januari 2014 en Artikel III terugwerkt tot en met 5 november 2012.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

De Minister van Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

TOELICHTING

De wijzigingen onder artikel I en artikel III hebben betrekking op technische aanpassingen van naamswijzigingen van dienstonderdelen en functionarissen.

Artikel II heeft betrekking op het mandaat van de directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties ten aanzien van het secretariaat van het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten onderscheidenlijk het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Genoemde colleges hebben een gemeenschappelijk secretariaat. De directeur-generaal Bestuur en Koninkrijksrelaties heeft mandaat tot het aanstellen en ontslaan van de medewerkers van het secretariaat danwel het aangaan van detacheringsovereenkomsten terzake. De overige personele bevoegdheden zijn in het Mandaatbesluit Colleges financieel toezicht gemandateerd aan de voorzitter van het College financieel toezicht het College financieel toezicht Curaçao en Sint Maarten onderscheidenlijk van het College financieel toezicht Bonaire, Sint Eustatius en Saba.

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

De Minister van Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

Naar boven