Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 april 2014, nr. 435130, houdende wijziging van het Besluit Commissie leeftijdsonderzoek

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Besluit:

ARTIKEL I

Het Besluit Commissie leeftijdsonderzoek wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2 wordt gewijzigd als volgt:

1. In de onderdelen a en b worden ‘Protocol inzake onderzoekingen naar eigen leeftijdsclaims van minderjarige vreemdelingen’ en ‘protocol voor leeftijdsonderzoek’ vervangen door: Protocol leeftijdsonderzoek.

2. Onderdeel f komt te luiden:

  • f. het maken van rapporten als bedoeld in artikel 6, eerste lid, op basis van de resultaten van de genoemde taken in dit besluit, voorzien van conclusies;

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De minister benoemt de leden en de voorzitter van de commissie.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. De commissie bestaat uit een voorzitter en ten minste twee en ten hoogste vier leden, afkomstig uit de kring van wetenschap en bestuur.

C

In artikel 4 vervalt het eerste lid en worden het tweede en derde lid vernummerd tot eerste en tweede lid.

D

Artikel 5, vierde lid, komt te luiden:

  • 4. De voorzitter dient er op toe te zien dat het budget niet wordt overschreden.

E

Artikel 6, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De commissie rapporteert wanneer zij daar reden toe ziet.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na publicatie in de Staatscourant.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

TOELICHTING

Met dit wijzigingsbesluit wordt het Besluit Commissie leeftijdsonderzoek op enkele punten aangepast. De verwijzing naar het Protocol leeftijdsonderzoek is opgenomen. Tevens benoemt de minister de voorzitter van de Commissie leeftijdsonderzoek in functie. Verder is het besluit aangepast aan de huidige situatie. Het leeftijdsonderzoek is thans veel minder onderhevig aan medische en juridische ontwikkelingen dan ten tijde van de instelling van de Commissie leeftijdsonderzoek. Om die reden wordt de in het besluit vastgestelde jaarlijkse rapportage niet langer noodzakelijk geacht.

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.

Naar boven