Regeling van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 april 2014, nr. 201400002189, houdende wijziging van de Kiesregeling in verband met de wijziging van Model N 10-1 en Model N 10-2b

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

Gelet op artikel N 10, derde lid, van de Kieswet;

Besluit:

ARTIKEL I

De bijlage bij de Kiesregeling wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf 3 van Model N 10-1 komt te luiden:

3. Toegelaten kiezers

Hoeveel kiezers mochten stemmen met een:

geldige stempas

………………

geldig volmachtbewijs (schriftelijk of via ingevulde achterkant van stempas of kiezerspas)

………………

geldige kiezerspas (pas om te stemmen in andere gemeente)

………………

   

……………… +

 

Hoeveel kiezers zijn er toegelaten tot de stemming?

……………… (A)

B

Model N 10- 2b wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘4. Getelde stembiljetten’ wordt vervangen door: 4a. Getelde stembiljetten.

2. Na Paragraaf 4a (nieuw) wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:

4b. Verklaring ongeldige stemmen

Vul hieronder de redenen in van de door het briefstembureau ongeldig beoordeelde stemmen.

De stem is ongeldig omdat:

Hoe vaak sprake van?

meer dan één lijst is gekozen.

……………… keer

meer dan één kandidaatnummer is gekozen.

……………… keer

geen lijst en één kandidaatnummer is gekozen.

……………… keer

het gekozen kandidaatnummer niet voorkomt op de gekozen lijst.

……………… keer

het stembiljet zodanig afwijkt van het model stembiljet dat niet te beoordelen is wat de kiezer heeft gestemd.

……………… keer

de identiteit van de kiezer te achterhalen is.

……………… keer

andere verklaring, namelijk: ………………………………

………………………………………………………………

……………… keer

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.

TOELICHTING

In de aanloop naar de verkiezingen van het Europees Parlement op 22 mei 2014 is geconstateerd dat twee modellen aanpassing behoeven.

Wijziging van Model N 10- 1

Bij de aanstaande verkiezingen voor het Europees Parlement is het op grond van de recente wijziging van de Kieswet1 voor het eerst mogelijk dat een kiezerspas wordt omgezet in een onderhandse volmacht. Dit volgt uit artikel L 14, tweede lid, van de Kieswet. Kiezerspassen die in een onderhandse volmacht zijn omgezet, moeten bij de stemopneming worden meegeteld bij de volmachten en niet bij de kiezerspassen. Om mogelijke verwarring hieromtrent te voorkomen is Model N 10-1 (proces verbaal van een stembureau) aangepast. In Paragraaf 3 is bij het tweede gedachtestreepje na ‘stempas’ de zinsnede ‘of kiezerspas’ toegevoegd.

Wijziging van Model N 10- 2b

De wijziging van Model N 10- 2b is doorgevoerd ten behoeve van het experiment met een nieuw model stembiljet voor kiezers buiten Nederland. Voor een toelichting op het experiment met het nieuwe model stembiljet wordt verwezen naar de memorie van toelichting van de Tijdelijke experimentenwet stembiljetten en centrale stemopneming (hierna: Tijdelijke experimentenwet) en het Tijdelijk experimentenbesluit stembiljetten en centrale stemopneming (hierna: Tijdelijk experimentenbesluit). De wijziging van Model N 10- 2b betreft het proces-verbaal van de telling van een briefstembureau, waaraan een paragraaf wordt toegevoegd, waar de leden van de briefstembureaus de redenen van ongeldig beoordeelde stembiljetten dienen te noteren.

Achtergrond en doelstelling

Bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op 22 mei 2014 wordt geëxperimenteerd met een nieuw model stembiljet voor de kiezers buiten Nederland. Het nieuwe model stembiljet maakt het mogelijk het stembiljet per e-mail aan de kiezer buiten Nederland te versturen. Het versturen van het stembiljet per e-mail naar deze kiezers is een verbetering ten opzichte van de huidige situatie. In de huidige situatie kan het stembiljet alleen per post worden verzonden zodra de kandidatenlijsten onherroepelijk zijn vastgesteld. De verzending per post neemt zodanig veel tijd in beslag dat voor een deel van de kiezers dan onvoldoende tijd resteert om tijdig het stembiljet terug te sturen.

Het experiment met het nieuwe stembiljet wordt onder verantwoordelijkheid van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties geëvalueerd. Dit volgt uit artikel 17, eerste lid, van het Tijdelijk experimentenbesluit. Uit de evaluatie moet blijken of het stemmen met het nieuwe stembiljet en de mogelijkheid het stembiljet per e-mail te ontvangen een meerwaarde heeft boven het stemmen met het stembiljet waarmee kiezers in het buitenland voorheen konden stemmen.

Artikel 17, tweede lid, onder a, van het Tijdelijk experimentenbesluit bepaalt dat in de evaluatie het aantal ongeldige stemmen en de redenen daarvan moeten worden opgenomen. Deze informatie is cruciaal om te kunnen beoordelen of de ongeldigheid van een stem het gevolg is van het aangepaste model stembiljet. Aan de hand van deze informatie kan vervolgens eventueel besloten worden om bij volgende experimenten het stembiljet, dan wel de voorlichting daarover aan te passen. Om deze evaluatie te kunnen uitvoeren wordt in het Proces-verbaal van de telling bij een briefstembureau (Model N 10-2b) een rubriek toegevoegd (Paragraaf 4b) waarin de briefstembureauleden de reden moeten invullen waarom het stembiljet als ongeldig is beoordeeld. Briefstembureauleden kunnen meerdere opties aankruisen en er bestaat tevens een optie om een andere verklaring te geven, indien de reden er niet tussen staat.

Reikwijdte van het experiment

Het experiment strekt zich uit tot een specifieke groep: De kiezers die bij de verkiezing van de leden van het Europees Parlement op 22 mei 2014 vanuit het buitenland per brief een stem uitbrengen. Dit houdt in dat alle kiezers in het buitenland bij deze verkiezingen zullen stemmen met het nieuwe model stembiljet. Omdat als gevolg hiervan alle ingestelde briefstembureaus het nieuwe stembiljet zullen beoordelen wordt ervoor gekozen het model van het proces-verbaal aan te passen. Op deze wijze kunnen met gebruikmaking van de processen-verbaal van de briefstembureaus de redenen van de ongeldige stemmen in kaart worden gebracht.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk.


X Noot
1

Wet van 3 juli 2013, Stb. 2013, 289.

Naar boven