Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 juni 2014, nr. WJZ/14070246, houdende regels inzake de verhandeling van wijn en olijfolie (Regeling wijn en olijfolie)

De Minister van Economische Zaken;

  • Verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten (Pb EG 1991, L 149);

  • Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (PbEU 2008, L 170);

  • Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector (PbEU 2009, L 128);

  • Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, oenologische procédés en de daarvoor geldende beperkingen (PbEU 2009, L 193);

  • Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PbEU 2009, L 193);

  • Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (Pb EU 2013, L 347);

  • Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347); en

  • artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN OVER WIJN EN OLIJFOLIE

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

aanvraag tot registratie:

een aanvraag tot registratie als bedoeld in artikel 94, eerste lid, van de basisverordening;

basisverordening:

verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347);

communautaire verordeningen:

de basisverordening, verordening (EG) nr. 555/2008, verordening (EG) nr. 436/2009, verordening (EG) nr. 606/2009 en verordening (EG) nr. 607/2009;

enig document:

enig document als bedoeld in artikel 94, eerste lid, onderdeel d, van de basisverordening;

etikettering:

alle omschrijvingen en andere vermeldingen, tekens, afbeeldingen of merken of andere omschrijvingen die kenmerkend zijn voor het product en die voorkomen op dezelfde recipiënt met inbegrip van de sluiting, of op het aan de recipiënt vastgemaakte label;

gearomatiseerde dranken:

gearomatiseerde wijn, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwproducten als bedoeld in artikel 2 van verordening (EG) nr. 1601/91;

in de handel brengen:

ten verkoop voorhanden en in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkopen of afleveren;

minister:

de Minister van Economische Zaken;

NVWA:

de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit;

olijfolie:

olijfolie als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel g, van de basisverordening;

verordening (EEG) nr. 1601/91:

verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten (Pb EU 1991 L 149);

verordening (EG) nr. 555/2008:

Verordening (EG) nr. 555/2008 van de Commissie van 27 juni 2008 tot vaststelling van de uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt, wat betreft de steunprogramma’s, de handel met derde landen, het productiepotentieel en de controles in de wijnsector (PbEU 2008, L 170);

verordening (EG) nr. 436/2009:

Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector (PbEU 2009, L 128);

verordening (EG) nr. 606/2009:

Verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad, wat betreft de wijncategorieën, oenologische procédés en de daarvoor geldende beperkingen (PbEU 2009, L 193);

verordening (EG) nr. 607/2009:

Verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PbEU 2009, L 193);

verordening (EU) nr. 1306/2013:

verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (Pb EU 2013, L 347);

verzoek tot annulering:

een verzoek tot annulering van een registratie als bedoeld in artikel 106 van de basisverordening;

verzoek tot niet-minimale wijziging:

een verzoek tot niet-minimale wijziging als bedoeld in artikel 20, derde lid, van verordening (EG) nr. 607/2009;

verzoek tot wijziging:

een verzoek tot wijziging van het productdossier als bedoeld in artikel 105 van de basisverordening;

wijn:

de producten genoemd in bijlage I, deel XII, van de basisverordening;

wijnbouwproducten:

de producten, genoemd in bijlage VII, deel II, van de basisverordening;

wijnhandelaar:

een natuurlijke of rechtspersoon die beroepshalve wijn koopt of verkoopt;

wijnproducent:

een natuurlijke of rechtspersoon of groepering van dergelijke personen die over verse druiven of druivenmost of jonge, nog gistende wijn beschikt of heeft beschikt en die deze producten zelf tot wijn verwerkt of laat verwerken met uitzondering van productie uitsluitend bestemd voor consumptie door de wijnbouwer en zijn gezin.

Artikel 2

  • 1. Wijnbouwproducten worden slechts bereid, getransporteerd en in de handel gebracht overeenkomstig het bij of krachtens de communautaire verordeningen bepaalde.

  • 2. Gearomatiseerde dranken worden slechts in de handel gebracht overeenkomstig het bij of krachtens verordening (EEG) nr. 1601/91 bepaalde.

  • 3. Olijfolie wordt slechts in de handel gebracht overeenkomstig het bij of krachtens de basisverordening bepaalde.

Artikel 3

De minister is bevoegd de besluiten te nemen en de handelingen te verrichten waartoe het bij of krachtens hoofdstuk I en hoofdstuk II, afdeling 2, van titel II van deel II van de basisverordening of artikel 90 van verordening (EU) nr. 1306/2013 bepaalde, voor zover het wijn of olijfolie betreft, of het bij of krachtens verordening (EEG) nr. 1601/91 bepaalde een tot de overheid behorend orgaan de opdracht geeft of de keuze laat.

HOOFDSTUK 2. SPECIFIEKE BEPALINGEN OVER WIJN

§ 2. Het vervoer

Artikel 4
  • 1. Indien in Nederland het vervoer van wijnbouwproducten begint, wordt het begeleidend document, bedoeld in artikel 23 van verordening (EG) nr. 436/2009, alsmede de kopieën daarvan, door de wijnhandelaar opgemaakt en afgegeven.

  • 2. Het referentienummer, bedoeld in bijlage VI, onderdeel C, bij verordening (EG) nr. 436/2009 wordt aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

§ 3. De bereiding

Artikel 5
  • 1. De hoeveelheid alcohol in draf en wijnmoer na persing is ten minste 5 procent.

  • 2. Verrijken en ontzuren mag in verschillende fasen worden uitgevoerd.

  • 3. In afwijking van het zesde lid van onderdeel B van bijlage VIII, deel I, van de basisverordening is de bovengrens van het totale alcoholvolumegehalte bij verrijking:

    • a. 12 procent voor rode wijn;

    • b. 13,5 procent voor rode wijn met een oorsprongsbenaming;

    • c. 13 procent voor witte, rosé en mousserende wijn met een oorsprongsbenaming.

§ 4. Administratieve verplichtingen

Artikel 6
  • 1. Degene die zich in zijn bedrijf regelmatig bezighoudt met het verzoeten van wijn verstrekt per kwartaal aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de opgave, bedoeld in bijlage ID, onderdeel 5, bij verordening (EG) nr. 606/2009.

  • 2. Degene die zich niet regelmatig bezighoudt met verzoeten van wijn dient de opgave overeenkomstig de in bijlage ID, onderdeel 5, bij verordening (EG) nr. 606/2009, vastgestelde wijze in bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 7
  • 1. Degene die het alcoholvolumegehalte van wijnbouwproducten verhoogt, meldt deze bewerkingen telkens overeenkomstig de communautaire verordeningen schriftelijk aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2. Indien wegens onvoorziene omstandigheden de bewerking tot verhoging van het alcoholpercentage geen doorgang vindt op het aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland gemelde moment, wordt de bewerking opnieuw schriftelijk op de in de communautaire verordeningen vermelde wijze aangemeld bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 3. In afwijking van het eerste lid kan een melding die voor meerdere bewerkingen gedurende het lopende wijnoogstjaar geldt voorafgaand aan die periode aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland worden gezonden.

Artikel 8

Degene die wijnbouwproducten aanzuurt of ontzuurt meldt deze bewerkingen op de tweede dag na de eerste bewerking in een wijnoogstjaar overeenkomstig de communautaire verordeningen schriftelijk aan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 9

De wijnhandelaar of de wijnproducent:

  • a. houdt in het register aantekening van de hoeveelheid product, welke hij voor eigen gebruik aan zijn voorraad onttrekt, onder vermelding van de datum waarop dit is geschied;

  • b. vermeldt door een ongeluk veroorzaakte veranderingen van de hoeveelheid producten binnen 14 dagen na constatering apart in het register onder opgave van de reden.

Artikel 10
  • 1. Het maximumpercentage voor verlies als bedoeld in artikel 44, onderdeel b, van verordening (EG) 436/2009 is:

    • a. 1 procent voor verlies als gevolg van verdamping tijdens de opslag;

    • b. 3,5 procent voor verlies als gevolg van diverse behandelingen;

    • c. 3,5 procent voor verlies als gevolg van een verandering van categorie van het product.

  • 2. De wijnhandelaar of de wijnproducent doet van een overschrijding van de in het eerste lid genoemde percentages of van de toleranties, bedoeld in artikel 44, onderdeel a, van verordening (EG) nr. 436/2009, binnen 14 dagen na constatering een melding bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 11
  • 1. Producenten van voor wijnbereiding bestemde druiven dienen de oogstopgave, bedoeld in artikel 8 van verordening (EG) nr. 436/2009, in bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2. De verplichting tot oogstopgave, bedoeld in het eerste lid, geldt niet voor:

    • a. producenten van voor wijnbereiding bestemde druiven die hun gehele druivenoogst zelf tot wijn verwerken of die dat voor hun rekening laten doen;

    • b. producenten van voor wijnbereiding bestemde druiven die lid zijn van een wijnbereidingscoöperatie of aangesloten zijn bij een groepering en die hun volledige oogst in de vorm van druiven of most bij deze wijnbereidingscoöperatie, respectievelijk groepering afleveren.

  • 3. Producenten van wijn dienen jaarlijks uiterlijk op 10 december bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de opgave in van de wijn die ze hebben geproduceerd van de oogst van het lopende wijnoogstjaar, overeenkomstig artikel 9, eerste lid, van verordening (EG) nr. 436/2009.

  • 4. Producenten van druivenmost en wijn dienen de opgave van hun voorraden druivenmost en wijn, bedoeld in artikel 11, eerste lid, van verordening (EG) nr. 436/2009, in bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Uit derde landen ingevoerde druivenmost en wijn worden afzonderlijk vermeld.

  • 5. De in het derde en vierde lid bedoelde opgaven:

    • a. worden schriftelijk verstrekt middels een door de minister vastgesteld formulier, dat op aanvraag verkrijgbaar is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland en

    • b. bevatten alle gegevens, waarvan blijkens het formulier de verstrekking wordt verlangd.

§ 5. Etikettering

Artikel 12

Bij de etikettering en presentatie van wijnbouwproducten mag, in afwijking van artikel 119, eerste lid, onderdeel a, van de basisverordening, de term ‘wijn’ worden gebruikt indien:

  • a. deze term vergezeld gaat van de naam van een vrucht in samengestelde benamingen om producten, verkregen door vergisting van andere vruchten dan druiven, in de handel te brengen, of

  • b. deze term onderdeel is van een samengestelde benaming.

Artikel 13
  • 1. De codenummers, bedoeld in artikel 56, vijfde lid, van verordening (EG) nr. 607/2009 worden op aanvraag vastgesteld door de minister. Slechts die codenummers worden gebruikt die zijn vastgesteld door de minister.

  • 2. Aanvragen voor codenummers als bedoeld in het eerste lid worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 14

In geval van directe export van wijn naar derde landen mogen op het etiket aanduidingen worden aangebracht die afwijken van de etiketteringsvoorschriften, mits die aanduidingen zijn vereist in de wetgeving van het land van bestemming.

§ 6. Cépagewijnen

Artikel 15
  • 1. Aanvragen voor certificering als bedoeld in artikel 120, tweede lid, onderdeel a, van de basisverordening worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2. Na certificering mag op het etiket worden vermeld: ‘cépagewijn’ aangevuld met het druivenras, oogstjaar en ‘Nederland’.

§ 7. Bescherming van oorsprongsbenaming of geografische aanduiding

Artikel 16

Een aanvraag tot registratie, een verzoek tot wijziging of een verzoek tot annulering wordt ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 17
  • 1. Iedere belanghebbende kan binnen twee maanden na de datum van bekendmaking door de minister van de nationale aanvraag tot registratie in de Staatscourant daartegen bedenkingen kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 2. Iedere belanghebbende kan binnen vier weken na de datum van bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie van het enig document afkomstig uit een andere lidstaat dan van belanghebbende, zijn bedenkingen tegen de bescherming daarvan kenbaar maken door middel van toezending van een gemotiveerde verklaring aan de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

  • 3. De minister betrekt de in het tweede lid bedoelde bedenkingen in zijn besluit om al dan niet bezwaar als bedoeld in artikel 98 van de basisverordening tegen de registratie aan te tekenen bij de Europese Commissie.

  • 4. Het eerste tot en met derde lid is van overeenkomstige toepassing op verzoeken tot niet-minimale wijziging of tot annulering.

Artikel 18
  • 1. De nationale aanvragen tot registratie, de verzoeken tot niet-minimale wijziging en de verzoeken tot annulering worden door de minister bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 2. Door de Europese Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte voorgenomen registraties, voorgenomen wijzigingen van een productdossier of voorgenomen annuleringen van registraties worden door de minister bekendgemaakt in de Staatscourant.

  • 3. Door de Europese Commissie in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakte ingeschreven registraties, ingeschreven wijzigingen van een productdossier of geannuleerde registraties worden door de minister bekendgemaakt in de Staatscourant.

Artikel 19

De kennisgeving, bedoeld in artikel 24 van verordening (EG) nr. 607/2009, wordt gedaan bij de NVWA.

HOOFDSTUK 4. OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 20

De laboratoria Meron BCL en NVWA Laboratorium voeder- en voedselveiligheid zijn de bevoegde laboratoria als bedoeld in artikel 146 van de basisverordening.

Artikel 21

  • 1. De referentienummers, bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze regeling, en de codenummers, bedoeld in artikel 56, vijfde lid, van verordening (EG) nr. 607/2009, die voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van deze regeling zijn vastgesteld door het Hoofdproductschap Akkerbouw, worden voor de toepassing van de artikelen 4 en 15 beschouwd als door de minister vastgesteld.

  • 2. De op het tijdstip van inwerkingtreding van dit artikel bij het Hoofdproductschap Akkerbouw aanhangige aanvragen en verzoeken, bedoeld in artikel 4, tweede lid, 16, eerste lid, en 17, eerste lid, worden met ingang van 1 juli 2014 overeenkomstig deze regeling behandeld door de daartoe bevoegde autoriteit met inachtneming van de termijn die op dat tijdstip is verstreken sinds het tijdstip van indiening van de aanvraag of het verzoek.

  • 3. Meldingen, opgaven en kennisgevingen gedaan ter voldoening aan verplichtingen bij of krachtens de verordening HPA wijn 2009, worden voor zover deze regeling tot het doen van die meldingen, opgaven of kennisgevingen verplicht, geacht te zijn gedaan op grond van deze regeling aan de daartoe aangewezen instantie.

Artikel 22

Archiefbescheiden van het Hoofdproductschap Akkerbouw betreffende zaken die op basis van deze regeling worden behartigd door de minister, worden overgedragen aan de minister, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel 23

De Regeling olijfolie wordt ingetrokken.

Artikel 24

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014.

Artikel 25

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling wijn en olijfolie.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 5 juni 2014

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

I. Algemeen

1. Doel en aanleiding

Deze regeling geeft uitvoering aan een aantal Europese verordeningen:

  • de Europese marktordeningsregels voor de wijnsector en de olijfoliesector die zijn opgenomen in Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van de Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (PbEU 2013, L 347) (hierna: de basisverordening) en een aantal daarbij behorende uitvoeringsverordeningen;

  • artikel 90 van verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (Pb EU 2013, L 347); en

  • verordening (EEG) nr. 1601/91 van de Raad van 10 juni 1991 tot vaststelling van de algemene voorschriften betreffende de definitie, de aanduiding en de aanbiedingsvorm van gearomatiseerde wijnen, gearomatiseerde dranken op basis van wijn en gearomatiseerde cocktails van wijnbouwprodukten (Pb EU 1991 L 149) (hierna: verordening (EEG) nr. 1601/91).

De regels over wijn en olijfolie waren voorheen opgenomen in de verordening HPA wijn 2009 en in de Regeling olijfolie. Vanwege de voorgenomen opheffing van de bedrijfslichamen, waaronder het Hoofdproductschap Akkerbouw, is bezien of de door dat productschap gestelde regels inzake wijn in aanmerking komen voor overname door de Minister van Economische Zaken (hierna: de minister). Omdat de desbetreffende regels uitvoering geven aan bindende EU-rechtshandelingen kwalificeren deze als taak die in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen wordt overgenomen door de minister. De regels inzake wijn worden samengevoegd met de regels inzake olijfolie die voorheen waren opgenomen in de Regeling olijfolie. De Regeling olijfolie wordt ingetrokken.

Tot 1 januari 2014 waren de Europese marktordeningsregels opgenomen in verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (Integrale-GMO-verordening) (Pb EU 2007 L 299). Met ingang van 1 januari 2014 is deze verordening vervangen door de basisverordening. Van de gelegenheid wordt gebruik gemaakt om de voorschriften over wijn en olijfolie aan te passen aan de basisverordening.

Voorts wordt met deze regeling uitvoering gegeven aan verordening (EEG) nr. 1601/91.

2. Strekking van de regeling

Bij het opstellen van deze regeling is als uitgangspunt genomen dat de materie uit de verordening HPA wijn 2009 zoveel mogelijk wordt overgenomen zonder inhoudelijke wijzigingen. Er worden geen nieuwe verplichtingen voor ondernemers geïntroduceerd.

De wijzigingen ten opzichte van de verordening HPA wijn 2009 betreffen met name de aanpassing van verwijzingen naar de uitvoerende instantie en naar Europese regelgeving en technische aanpassingen ter verduidelijking van de voorschriften.

De regels over olijfolie worden ongewijzigd overgenomen uit de Regeling olijfolie en ook de uitvoering en handhaving daarvan blijven ongewijzigd.

Daarnaast wordt bepaald dat gearomatiseerde dranken slechts in de handel worden gebracht overeenkomstig verordening (EEG) nr. 1601/91.

Zowel voor wijn als voor gearomatiseerde dranken en olijfolie wordt de minister aangewezen als bevoegde autoriteit om de besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien uit de Europese verordeningen. De taken ter uitvoering van deze regeling worden belegd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. Het toezicht wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Overtreding van deze regeling is een misdrijf in de zin van de Wet op de economische delicten, voor zover opzettelijk begaan. In de overige gevallen is sprake van een overtreding in de zin van de Wet op de economische delicten.

3. Niet overgenomen voorschriften uit de verordening HPA wijn 2009

Rechtstreeks werkende voorschriften uit Europese verordeningen worden niet opgenomen in de regeling. Dit betreft de artikelen 2, 5 eerste lid, 6, eerste lid, onderdeel b, en vierde lid, onderdeel b, 7, 8, 10, 11, 19, 20, 21, 23, eerste lid, 24, 25, 31, tweede lid, en 35 van de verordening HPA wijn 2009.

De bepalingen ter implementatie van richtlijn 2007/45/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 september 2007 tot vaststelling van regels betreffende nominale hoeveelheden voor voorverpakte producten, tot intrekking van de Richtlijnen 75/106/EEG en 80/232/EEG van de Raad en tot wijziging van Richtlijn 76/211/EEG van de Raad (PbEU 2007, L 247) (artikel 14 tot en met 18 van de verordening HPA wijn 2009) worden met ingang van 1 juli 2014 opgenomen in het Landbouwkwaliteitsbesluit 2007.

De bepaling betreffende de vermeldingen of merktekens die het mogelijk maken de partij waartoe een levensmiddel behoort te identificeren (artikel 20 van de verordening HPA wijn 2009) wordt niet opgenomen in deze regeling. In de implementatie van die richtlijn wordt voorzien door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

Van een aantal overige artikelen uit de verordening HPA wijn 2009 wordt de inhoud om uiteenlopende redenen niet overgenomen. De inhoud van artikel 10 van de verordening HPA wijn 2009 wordt niet overgenomen, omdat het desbetreffende onderwerp generiek is geregeld en geen specifieke regeling behoeft voor de wijnsector. In een bepaling overeenkomstig artikel 22 van de verordening HPA wijn 2009 wordt niet voorzien omdat de Europese verordening dit onderwerp uitputtend regelt. Ook het bepaalde in artikel 26 van de verordening HPA wijn 2009 wordt niet overgenomen in deze regeling. Deze bepaling ten aanzien van wijnconcoursen is niet Europees verplicht en betreft een onderwerp waarin desgewenst door private partijen kan worden voorzien. Het bepaalde in de artikelen 29 en 30 van de verordening HPA wijn is niet langer van toepassing en komt daarom in deze regeling niet terug.

4. Regeldruk

Deze regeling strekt ertoe uitvoering te geven aan de Europese marktordeningsregels voor de wijnsector en de olijfoliesector. Voorheen werd hierin voorzien door de verordening HPA wijn 2009 en de Regeling olijfolie. Derhalve is deze regeling gebaseerd op hetgeen voorheen was geregeld in die verordening en die regeling. Deze regeling bevat geen nieuwe verplichtingen voor burgers en bedrijven. Er is dus geen sprake van nieuwe administratieve lasten en nalevingskosten. Doordat de erkenningsregeling inzake wijnconcoursen niet wordt voortgezet, is sprake van een afname van de regeldruk. Tot dusver betrof het 1 erkenningsaanvraag per jaar. Uitgaande van 4 uur tijdsbesteding voor het opstellen van een keuringsreglement en het indienen van de aanvraag en een uurtarief van 45 euro betreft dit een bedrag van minder dan 1.000 euro.

De Verordening inzake gearomatiseerde dranken die nu onder deze regeling wordt gebracht betreft een al langer bestaande Europese verordening. Dit leidt daarom niet tot nieuwe verplichtingen voor burgers en bedrijven.

5. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 juli 2014. Deze datum is in lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober en twee maanden voorafgaand aan hun inwerkingtreding worden gepubliceerd.

II. Artikelen

Artikel 1

In artikel 1 zijn de definities opgenomen die waren opgenomen in artikel 1 van de verordening HPA wijn 2009. Waar nodig zijn de definities aangepast in verband met de overname door de minister of vanwege gewijzigde Europese regelgeving. Definities die betrekking hadden op de bedrijfslichamen en definities van termen die niet langer gebruikt worden in de overige artikelen zijn geschrapt. De definitie van wijnbouwproducten is aangepast om een onjuiste verwijzing te corrigeren.

Artikel 2

Artikel 2 regelt dat moet worden gehandeld overeenkomstig de Europese marktordeningsregels voor de wijnsector, respectievelijk de gearomatiseerde drankensector of de olijfoliesector, die zijn opgenomen in de in artikel 2 genoemde verordeningen. Overtreding van de Europese voorschriften is handhaafbaar via dit artikel.

Artikel 3

De Europese verordeningen geven de lidstaten de bevoegdheid om diverse besluiten te nemen en handelingen te verrichten. Artikel 3 regelt ten algemene dat de minister de bevoegde autoriteit is ten aanzien van de Europese marktordeningsregels voor de wijnsector, de olijfoliesector en de gearomatiseerde drankensector.

Artikel 4

Dit artikel geeft uitvoering aan de artikelen 23 en 24 van verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie van 26 mei 2009 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 479/2008 van de raad met betrekking tot het wijnbouwkadaster, de verplichte opgaven en de samenstelling van gegevens voor het volgen van de markt, de begeleidende documenten voor het vervoer van producten en de bij te houden registers in de wijnsector (PbEU 2009, L 128) (hierna: verordening (EG) nr. 436/2009). Het ingevolge die artikelen benodigde referentienummer wordt aangevraagd bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 5

In het eerste lid van artikel 5 wordt de minimumhoeveelheid alcohol in draf en wijnmoer vastgesteld, ter uitvoering van bijlage VIII, deel II, onderdeel D, onder 1, van de basisverordening.

Het tweede lid bepaalt dat verrijken en ontzuren in verschillende fasen mag worden uitgevoerd. Ingevolge artikel 11 van verordening (EG) nr. 606/2009 van de Commissie van 10 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft de wijncategorieën, oenologische procédés en de daarvoor geldende beperkingen (PbEU 2009, L 193) (hierna: verordening (EG) nr. 606/2009) moeten deze handelingen in één maal worden uitgevoerd, tenzij een lidstaat bepaalt dat dit in verschillende fasen mag ten behoeve van een betere vinificatie van de producten.

Ingevolge de onderdelen A en C, onder 6, van bijlage VIII, deel I, van de basisverordening kan de minister vanwege weersomstandigheden toestemming verlenen tot het aanzuren en verrijken van producten. In het derde lid wordt voor rode wijn en wijnen met een beschermde oorsprongsbenaming voorzien in afwijkingen van de normale bovengrens die geldt bij het verrijken van producten. Ingevolge onderdeel B, onder 7, van bijlage VIII, deel I, van de basisverordening kan een lidstaat voor die producten een hogere bovengrens vaststellen dan het maximum van 11,5% voor het totale alcoholgehalte dat geldt voor witte, rosé en mousserende wijn zonder oorsprongsbenaming. Wanneer de minister toestemming verleent om wijn te verrijken geldt voor rode wijnen en wijnen met een oorsprongsbenaming de bovengrens, bepaald in het derde lid van artikel 5.

Artikel 6

In bijlage ID, onderdeel 5, bij verordening (EG) nr. 606/2009 is geregeld dat bij het verzoeten van wijn elke behandeling moet worden gemeld bij de bevoegde autoriteit. Wanneer een onderneming zich gewoonlijk of voortdurend met het verzoeten van wijn bezighoudt, kunnen de lidstaten echter toestaan dat een melding voor meerdere behandelingen of voor een bepaalde periode aan de bevoegde autoriteit wordt gezonden. In artikel 6, eerste lid, wordt geregeld dat in dergelijke gevallen de melding per kwartaal wordt gedaan. De meldingen worden gedaan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 7

Behandelingen ter verrijking moeten ingevolge bijlage VIII, deel I, onderdeel D, onder 4, bij de basisverordening worden gemeld bij de bevoegde autoriteit. Artikel 7 regelt dat deze meldingen worden gedaan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. In geval van meerdere bewerkingen gedurende het lopende wijnoogstjaar kan voorafgaand aan die periode een melding worden gedaan voor meerdere bewerkingen.

Artikel 8

Behandelingen ter aanzuring en ontzuring moeten ingevolge bijlage VIII, deel I, onderdeel D, onder 4, bij de basisverordening worden gemeld bij de bevoegde autoriteit. Artikel 7 regelt dat deze meldingen worden gedaan bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 9

Dit artikel geeft uitvoering aan artikel 39, tweede lid, van verordening (EG) nr. 436/2009. Ingevolge dat artikel 39 bepalen de lidstaten de wijze waarop in de registers rekening wordt gehouden met gezinsverbruik en door een ongeluk veroorzaakte veranderingen in de hoeveelheid producten. In artikel 9 van deze regeling wordt geregeld dat hiervan aantekening wordt gedaan in het register en dat bij verliezen tevens de reden van het verlies wordt vermeld.

Artikel 10

Ingevolge artikel 44 van verordening (EG) nr. 436/2009 worden in het eerste lid van artikel 10 van deze regeling de maximumpercentages voor verliezen vastgesteld. Het tweede lid bepaalt dat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland de instantie is waar melding moet worden gedaan van verliezen, tijdens vervoer of die het gevolg zijn van verdamping tijdens de opslag of van diverse behandelingen dan wel die verband houden met een verandering van categorie van het product, die de maxima overschrijden. Ingevolge artikel 44 van verordening (EG) nr. 436/2009 kunnen naar aanleiding van de melding de nodige maatregelen worden genomen.

Artikel 11

Ingevolge verordening (EG) nr. 436/2009 doen producenten van voor wijnbereiding bestemde druiven jaarlijks een oogstopgave. Lidstaten kunnen druivenoogsters die hun gehele druivenoogst zelf tot wijn verwerken of die dat voor hun rekening laten doen en druivenoogsters die hun volledige oogst afleveren bij een wijnbereidingscoöperatie of groepering waarbij zijn zijn aangesloten, vrijstellen van de verplichting oogstopgave te doen. In het tweede lid wordt deze vrijstelling geregeld.

Producenten van wijn moeten jaarlijks opgave doen van de geproduceerde wijn en van hun voorraden. Ook producenten van druivenmost doen jaarlijks opgave van hun voorraden. Voor de voorraadopgaven geldt ingevolge artikel 11 van verordening (EG) nr. 436/2009 31 juli als peildatum. De opgave van geproduceerde wijn wordt uiterlijk op 10 december gedaan. Voor de opgave van de hoeveelheid geproduceerde wijn en de voorraden stelt de minister een formulier vast, dat verkrijgbaar is bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 12

Artikel 12 geeft uitvoering aan bijlage VII, deel II, onderdeel 1 van de basisverordening. In het Warenwetbesluit gereserveerde aanduidingen is reeds het gebruik van de term ‘vruchtenwijn’ geregeld. Met dit artikel wordt toestemming verleend om de term wijn ook in andere samengestelde benamingen te gebruiken.

Artikel 13

Indien ingevolge artikel 119 van de basisverordening de naam en het adres van de bottelaar, van de producent of verkoper of van de importeur moet worden vermeld bij de etikettering, mag op grond van artikel 56, vijfde lid, van verordening (EG) nr. 607/2009 één van deze aanduidingen worden vervangen door een code die wordt vastgesteld door de lidstaat. De minister stelt deze codes op aanvraag vast, aanvragen kunnen worden ingediend bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Artikel 14

Ingevolge artikel 52 van verordening (EG) nr. 607/2009 van de Commissie van 14 juli 2009 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor Verordening (EG) nr. 479/2008 van de Raad wat betreft beschermde oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen, traditionele aanduidingen, etikettering en presentatie van bepaalde wijnbouwproducten (PbEU 2009, L 193) (hierna: verordening (EG) nr. 607/2009) kunnen lidstaten toestaan dat aanduidingen die in strijd zijn met de communautaire etiketteringsvoorschriften toch op de etiketten van voor uitvoer bestemde wijnen worden aangebracht als die aanduidingen op grond van de wetgeving van het betrokken derde land zijn vereist. Artikel 13 voorziet hierin.

Artikel 15

Lidstaten kunnen ingevolge artikel 63 van verordening (EG) nr. 607/2009 besluiten voor gecertificeerde wijnen de aanduiding ‘cépagewijn’ te gebruiken aangevuld met de naam van de lidstaat en het druivenras. Artikel 15 regelt dat deze aanduiding mag worden gebruikt. Op grond van artikel 61 van verordening (EG) nr. 607/2009 mag ook het wijnoogstjaar worden vermeld.

Artikel 17

Voor benamingen van wijnen waarvan de kwaliteit kan worden toegeschreven aan de herkomst kan registratie als oorsprongsbenaming of als geografische aanduiding worden aangevraagd. Oorsprongsbenamingen en geografische aanduidingen mogen slechts worden gebruikt voor producten die zijn geproduceerd overeenkomstig het bijbehorende productdossier. Voor registratie-aanvragen wordt een nationale procedure gevolgd alvorens de aanvraag in te dienen bij de Europese Commissie. Artikel 17, eerste lid, regelt dat belanghebbenden tijdens deze nationale procedure gedurende 2 maanden bedenkingen tegen een aanvraag kenbaar kunnen maken. Na afloop van deze periode beslist de minister of een aanvraag voldoet aan de eisen om te worden ingediend bij de Europese Commissie. Deze nationale procedure is van overeenkomstige toepassing voor verzoeken om niet-minimale wijziging van een productdossier en om annulering van een registratie.

Het tweede lid regelt dat belanghebbenden hun bedenkingen kenbaar kunnen maken tegen aanvragen uit andere lidstaten. De minister betrekt deze bedenkingen in zijn besluit om al dan niet bezwaar in te dienen bij de Europese Commissie tegen die aanvragen.

Er zal een adviescommissie worden ingesteld waaraan de minister advies kan vragen ten behoeve van zijn beslissing om nationale aanvragen door te zenden of bezwaar in te dienen tegen aanvragen uit andere lidstaten.

Artikel 21

Voorheen werden de referentienummers, bedoeld in artikel 4, tweede lid van deze regeling en de codenummers, bedoeld in artikel 56, vijfde lid, van verordening (EG) nr. 607/2009, op basis van de verordening HPA wijn 2009 vastgesteld door het Hoofdproductschap Akkerbouw. Deze nummers worden op grond van de onderhavige regeling in het vervolg vastgesteld door de minister. Artikel 21 regelt dat reeds door het Hoofdproductschap Akkerbouw verstrekte nummers gebruikt kunnen blijven worden. Artikel 21 regelt voorts dat de bij het HPA aanhangige aanvragen en verzoeken, bedoeld in artikel 4, tweede lid, 16, eerste lid, en 17, eerste lid, met ingang van 1 juli 2014 overeenkomstig deze regeling worden behandeld door de minister. Reeds bij het HPA gedane meldingen, opgaven en kennisgevingen hoeven niet opnieuw te worden ingediend, maar worden voor zover deze regeling tot het doen van die meldingen, opgaven of kennisgevingen verplicht, geacht te zijn gedaan op grond van deze regeling aan de daartoe aangewezen instantie.

Artikel 22

Teneinde te voldoen aan artikel 4, eerste lid, van de Archiefwet 1995 regelt artikel 22 dat de archiefbescheiden betreffende marktordening in de wijnsector worden overgedragen aan de minister, voor zover zij niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats. Voor olijfolie was in de Regeling olijfolie een voorziening getroffen op basis waarvan de desbetreffende archiefbescheiden zijn overgedragen, daarom wordt in deze regeling geen voorziening getroffen voor archiefbescheiden inzake olijfolie.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven