Openbare kennisgeving project-MER eerste fase Marker Wadden, Rijkswaterstaat

De minister van Infrastructuur en Milieu maakt bekend dat er voor het project Marker Wadden op grond van de Wet milieubeheer een milieueffectrapport (MER) wordt opgesteld. Het MER hoort bij de volgende besluiten die moeten worden genomen ten behoeve van de realisatie van de Marker Wadden: Natuurbeschermingswetvergunning, Ontgrondingsvergunning, ontheffing Flora- en faunawet en een Omgevingsvergunning. Daarnaast wordt er een Projectplan Waterwet opgesteld.

Het initiatief

Natuurmonumenten en Rijkswaterstaat willen samen de ecologie van het Markermeer versterken, met een project voor natuur én voor mensen, door het ontwikkelen van ‘Marker Wadden’: een project dat gericht is op het immobiliseren en invangen van (mobiel) slib en het bouwen van een archipel aan natuureilanden.

Notitie Reikwijdte en Detailniveau

Als eerste stap in de procedure is er een Notitie Reikwijdte en Detailniveau opgesteld. Hierin staat omschreven hoe het MER wordt ingericht: welke alternatieven worden onderzocht en hoe deze worden beoordeeld. De notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD) wordt samen met deze kennisgeving ter inzage gelegd. De NRD beschrijft de volgende doelen:

  • 1. het creëren van diverse habitats voor flora en fauna;

  • 2. verbeteren van het watersysteem door zoveel mogelijk mobiel slib te immobiliseren en in te vangen in putten en geulen en naast zand, klei en veen toe te passen als bouwstof in of rond het natuureiland.

Project-MER

Het initiatief is MER-beoordelingsplichtig op grond van het Besluit milieueffectrapportage. Door de ligging in het Markermeer, dat een Natura 2000-gebied is en tevens deel uitmaakt van de Ecologische hoofdstructuur (EHS), moet er ook een passende beoordeling worden opgesteld. De MER-beoordeling wordt overgeslagen. De initiatiefnemer kiest er voor om direct een MER op te stellen. Omdat er vergunningen moeten worden verleend waarop afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is, is er sprake van een uitgebreide project-m.e.r.-procedure. In een eerder stadium is er een plan-MER opgesteld. Op basis hiervan is het bestemmingplan vastgesteld.

Advies

Deze openbare kennisgeving wordt samen met de NRD voor advies aangeboden aan de betrokken bestuursorganen en wettelijke adviseurs. Dit zijn de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed, Gedeputeerde Staten van Flevoland, het ministerie van Economische Zaken en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Lelystad.

De Provincie Noord-Holland, Gemeente Almere, Gemeente Enkhuizen, Gemeente Stede Broec, Gemeente Drechterland, Waterschap Zuiderzeeland en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier krijgen de stukken ter advisering toegestuurd.

De commissie voor de m.e.r. heeft op basis van het in een eerder stadium opgestelde plan-MER geadviseerd. Daarom wordt de commissie voor de m.e.r. in deze fase van de project-m.e.r.-procedure niet om advies gevraagd.

Hoe kunt u reageren?

Van 24 april tot en met 21 mei 2014 ligt deze kennisgeving samen met de NRD ter inzage bij:

  • Rijkswaterstaat Midden-Nederland, Zuiderwagenplein 2 (Het Smedinghuis) in Lelystad;

  • Stadhuis Lelystad, Stadhuisplein 2 in Lelystad.

De NRD kunt u downloaden via https://www.natuurmonumenten.nl/project/marker-wadden/nieuws .

Er wordt in deze fase aan eenieder de gelegenheid geboden om zienswijzen over de NRD naar voren te brengen. Het wordt op prijs gesteld als u aangeeft wat er volgens u niet mag ontbreken in het op te stellen MER. U kunt tot en met 21 mei 2014 een schriftelijke reactie sturen naar: Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT), per adres Rijkswaterstaat Midden-Nederland, afdeling Vergunningverlening, t.a.v. de heer P. van Gelder, Postbus 600, 8200 AP Lelystad.

Wat gebeurt er verder?

Op basis van uw reactie en de reacties van de eerdergenoemde instanties stuurt het bevoegd gezag een advies naar de initiatiefnemer over de inhoud van het MER. Vervolgens wordt het MER opgesteld.

Vragen?

Voor vragen kunt u contact opnemen met de heer P. van Gelder, telefoon 06 – 21 20 58 60.

De minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, de Inspecteur ILT/Water, Bodem en Bouwen, A. van Breemen

Naar boven