TOELICHTING
I. Algemene toelichting
Met het groeiende belang van Engels in onze samenleving in het achterhoofd biedt een
steeds groter deel van de scholen in het primair onderwijs Engels op steeds jongere
leeftijd aan.
Er is ook een toenemende behoefte onder ouders en scholen aan tweetalig primair onderwijs.
Deze ouders willen hun kinderen vanaf jonge leeftijd een sterke internationale oriëntatie
meegeven en vinden dat reguliere basisscholen te weinig Engels bieden om een goed
niveau te behalen. Dit type onderwijs is echter in het primair onderwijs wettelijk
gezien niet mogelijk. De alternatieven, een internationaal georiënteerde basisschool
of een Europese school, zijn alleen toegankelijk voor kinderen waarvan de ouders tijdelijk
in Nederland verblijven, of waarvan de ouders bij een internationaal bedrijf of de
Europese Unie werken. In het voorgezet onderwijs bestaat tweetalig onderwijs al langer.
Het primair onderwijs sluit hier niet op aan.
Het ministerie van OCW wil ruimte geven aan scholen die bereid en in staat zijn om
te starten met tweetalig primair onderwijs (tpo). De pilot tweetalig primair onderwijs
heeft als doel om:
-
• met een beperkt aantal scholen kwalitatief hoogwaardig tpo te ontwikkelen;
-
• te onderzoeken of tpo (Engels of Frans of Duits) wettelijk mogelijk moet worden gemaakt
en onder welke voorwaarden dit binnen ons onderwijsbestel past zodat het voor alle
leerlingen toegankelijk kan zijn.
Het ministerie van OCW start met deze regeling de pilot tweetalig primair onderwijs
in 2014 met een looptijd van vijf jaar. De pilot kent twee startmomenten. De eerste
groep scholen start met ingang van 1 augustus 2014, de tweede groep scholen met ingang
van 1 augustus 2015. De opbrengst van de pilot wordt door het Europees Platform gecoördineerd
en is het resultaat van het netwerk van de deelnemende scholen. De opbrengst moet
per 31 december 2019 als volgt zijn:
-
• er zijn leerdoelen voor tpo ontwikkeld;
-
• er zijn schoolorganisatorische eisen voor tpo ontwikkeld (format voor de schoolorganisatie);
-
• er is een competentieprofiel tpo voor leerkrachten en vertaling daarvan in opleiding
en nascholing ontwikkeld;
-
• er zijn einddoelen tpo voor leerlingen ontwikkeld (beheersingsniveau van de vreemde
taal, kennis over internationalisering);
-
• er zijn voorbeelden van doorlopende leerlijnen voor tweetalig onderwijs met het voortgezet
onderwijs ontwikkeld;
-
• er is een (onderling) kwaliteitsborgingsysteem voor tpo opgezet;
-
• er is vastgesteld of en wat voor invloed tpo heeft op de ontwikkeling van het Nederlands
van de leerlingen;
-
• er ligt een advies of tpo wettelijk mogelijk moet worden gemaakt;
-
• er ligt een advies over aan welke voorwaarden een school moet voldoen om tpo te kunnen
aanbieden en hoe dit in ons onderwijsbestel past.
Het gaat in deze pilot om een tweetalig programma dat:
-
a) toegankelijk is voor alle leerlingen;
-
b) een substantieel deel (minimaal 30% en maximaal 50%) van het onderwijs in de doeltaal
(Engels of Frans of Duits) aanbiedt;
-
c) internationale oriëntatie bevat.
Deze subsidieregeling bevat de voorwaarden en verplichtingen waaraan een bevoegd gezag
moet voldoen om een financiële bijdrage van het ministerie van OCW te ontvangen, voor
de ontwikkeling van tpo op hun school. Deze subsidieregeling is enkel bedoeld voor
de bevoegde gezagen van scholen die door de minister geselecteerd zijn voor deelname
aan de pilot tweetalig primair onderwijs. De minister is door een selectiecommissie
geadviseerd over deelname van scholen aan deze pilot. Deze selectiecommissie heeft
haar advies gebaseerd op een aanmeldingsformulier en eventueel een mondelinge toelichting
daarop door de aanvrager. De selectiecommissie heeft haar advies gevormd aan de hand
van een beoordelingsformulier. Iedere aanvrager is beoordeeld op basiskwaliteit en
op aspecten die van belang zijn voor het succesvol kunnen uitvoeren van de pilot tweetalig
primair onderwijs.
Op die specifieke aspecten is gescoord op een schaal lopend van 1 tot 5. De score
1 stond voor ‘voldoet totaal niet’, de score 3 voor ‘twijfel/net voldoende’ en de
score 5 voor ‘voldoet compleet’. De aspecten haalbaarheid en invoering zijn beiden
voor 25% meegewogen. Startsituatie, motivatie, internationalisering, de investering
van school en bestuur in competenties van leerkrachten en de investering van school
en bestuur in de pilot zelf tellen allemaal voor 10% mee. Bij gelijke geschiktheid
wordt eerst gekeken naar een gelijke spreiding van de scholen over het land en naar
een gelijke verdeling over onderwijssoorten (bijvoorbeeld scholen met een internationale
afdeling). Indien dat niet de doorslag geeft, wordt geselecteerd op basis van behoefte.
Dat wil zeggen dat gekeken wordt naar aantallen van geïnteresseerde ouders. Indien
daarna nog steeds sprake is van gelijke geschiktheid vindt loting plaats.
II. Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2
Artikel 2 geeft aan voor welke activiteiten een bevoegd gezag in aanmerking kan komen
voor subsidieverstrekking in het kader van deze regeling. Subsidie wordt verstrekt
in het kader van de pilot tweetalig primair onderwijs.
Artikel 3
Artikel 3 geeft aan wanneer een bevoegd gezag in aanmerking komt voor subsidieverstrekking
in het kader van deze regeling. Enkel het bevoegde gezag van een school die door de
minister is geselecteerd voor deelname aan de pilot tweetalig primair onderwijs komt
voor een subsidie onder deze regeling in aanmerking. Deze scholen hebben van de minister
op grond van artikel 2, 3 en 4 van de Experimentenwet onderwijs toestemming gekregen
om af te wijken van artikel 9, tiende lid, van de Wet op het primair onderwijs en
te starten met de invoering van tweetalig primair onderwijs. Hierdoor is het mogelijk
voor deze scholen om een substantieel deel van hun onderwijstijd les te geven in een
andere taal dan de wettelijk voorgeschreven Nederlandse voertaal (of Fries in Friesland).
Het gaat dan om de talen Engels of Frans of Duits. Dit zijn de talen die zijn toegestaan
in de Wet op het primair onderwijs. De selectie vindt plaats op basis van een advies
van een daartoe ingestelde selectiecommissie. Deze selectiecommissie adviseert aan
de hand van een beoordelingsformulier op basis van een schriftelijke aanvraag en eventueel
een mondelinge toelichting daarop door de aanvrager.
Artikel 4
In artikel 4 wordt bepaald dat het bevoegd gezag geen aparte aanvraag voor subsidie
hoeft in te dienen. De aanvraag voor deelname aan de pilot, middels het aanmeldingsformulier
deelname pilot tweetalig primair onderwijs, wordt tevens beschouwd als aanvraag voor
subsidie voor deze pilot. De eerste groep scholen is al geselecteerd voor publicatie
van deze subsidieregeling. In het tweede lid is daarom een datum genoemd die in het
verleden ligt, te weten de einddatum voor inschrijving voor deelname aan de eerste
groep scholen. Alle geselecteerde scholen hebben voor die datum hun aanmeldingsformulier
deelname pilot tweetalig primair onderwijs ingediend en daarmee dus ook hun aanvraag
voor subsidie. Inschrijving voor deelname aan de tweede groep scholen staat nog open,
tot aan de in het derde lid genoemde datum.
Artikel 5
Bij aanvraag voor deelname aan de pilot heeft het bevoegd gezag het aanmeldingsformulier
deelname pilot tweetalig primair onderwijs ingediend. Op dit aanmeldingsformulier
hebben het bevoegd gezag en de betreffende school ingevuld welke activiteiten zij
gaan ondernemen voor de invoering van tpo op de betreffende school. De subsidie wordt
voor deze activiteiten verstrekt.
De toegekende subsidie is bedoeld als tegemoetkoming aan de investering die een bevoegd
gezag dient te maken voor de ontwikkeling van tweetalig primair onderwijs op zijn
school. Indien nadat alle activiteiten voor deze subsidie zijn uitgevoerd er nog een
deel van de subsidie over blijft, mag het bevoegd gezag dit resterende deel besteden
aan andere activiteiten waarvoor bekostiging wordt verstrekt. Dit is een vorm van
bijzondere bekostiging op grond van artikel 123 van de Wet op het primair onderwijs.
Artikel 6
De subsidieverstrekking geldt voor de duur van de pilot. Betaling vindt conform artikel
11 echter jaarlijks plaats.
Er wordt in de pilot tweetalig primair onderwijs gewerkt met twee startmomenten, omdat
er scholen zijn die al (bijna) klaar zijn om te starten met tweetalig primair onderwijs
en er scholen zijn die helemaal bij het begin moeten beginnen. In augustus 2014 start
de eerste groep scholen, zij zullen vijf pilotjaren meedraaien. In augustus 2015 start
de tweede groep scholen, zij zullen vier pilotjaren meedraaien.
Artikel 7
Als gevolg van de twee startmomenten zoals omschreven in artikel 6, ontvangen de bevoegde
gezagen niet voor alle deelnemende scholen hetzelfde totaal bedrag. Jaarlijks ontvangen
zij € 10.000 per deelnemende school voor de looptijd van de pilot. De eerste groep
scholen draait vijf pilotjaren mee, daarvoor ontvangt het bevoegd gezag in totaal
€ 50.000. De tweede groep scholen draait vier pilotjaren mee en daarvoor ontvangt
het bevoegd gezag in totaal € 40.000.
Artikel 9
Naast de algemene verplichtingen rondom de meldingsplicht en de verantwoording, wordt
aan de het bevoegd gezag een overige verplichting gesteld. Deze verplichting betreft
het indienden van een voortgangsrapportage. Ten behoeve van de pilot tweetalig primair
onderwijs is het van belang dat het bevoegd gezag jaarlijks inzichtelijk maakt wat
de voortgang op zijn school is bij de invoering van tpo. Hierdoor maakt de het bevoegd
gezag tevens inzichtelijk of zijn school nog voldoet aan de voorwaarden voor deelname
aan de pilot tweetalig primair onderwijs. Deze voortgangsrapportage wordt jaarlijks
voor 1 juli ingediend bij het Europees Platform, die de pilot coördineert.
Artikel 10
Gedurende het jaar na afloop van de pilot op 31 juli 2019, kan de minister een controle
uitvoeren naar de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten. Het bevoegd gezag
moet kunnen aantonen dat de activiteiten zijn uitgevoerd en dat aan de verplichtingen
is voldaan. Dat kan hij doen aan de hand van diverse documenten. De genoemde documenten
in het tweede lid dienen hierbij als voorbeeld.
Artikel 12
De subsidie wordt jaarlijks direct vastgesteld. Het bevoegd gezag vermeldt het subsidiebedrag
in de jaarrekening en hoeft verder geen bijkomende financiële verantwoording af te
leggen.
Indien tijdens de looptijd van de pilot door een school niet aan de voorwaarden voor
deelname aan de pilot wordt voldaan, vervalt de toestemming om deel te nemen aan de
pilot tweetalig primair onderwijs. Het Europees Platform adviseert de minister indien
zij aan de hand van de voortgangsrapportage heeft geconstateerd dat een school niet
meer aan de voorwaarden voor deelname voldoet. De minister besluit vervolgens binnen
8 weken of toestemming voor deelname vervalt. Als gevolg daarvan zal de subsidie worden
beëindigd en zal de jaarlijkse uitbetaling van de subsidie over de resterende pilotjaren
worden stopgezet.
Artikel 13
De regeling vervalt op 31 december 2019. De regeling blijft wel van toepassing op
de afhandeling van subsidies die zijn verstrekt op grond van deze regeling. De regeling,
zoals die luidde voor het vervallen ervan, blijft op deze gevallen van toepassing.
Artikel 14
Er wordt afgeweken van de implementatietermijn van 2 maanden in het belang van de
deelnemende scholen. De regeling treedt daarom met ingang van de dag na de datum van
uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst inwerking. De bevoegde gezagen
en hun deelnemende scholen hebben zo voldoende tijd en ruimte voor een deugdelijke
voorbereiding op de start van het eerste schooljaar waarin tweetalig primair onderwijs
door hen wordt aangeboden.
III. Toelichting administratieve lasten
Deelnemende scholen zullen administratieve lasten ondervinden door het invullen van
het aanmeldingsformulier deelname pilot tweetalig primair onderwijs en het jaarlijks
indienen van de voortgangsrapportage. De incidentele administratieve lasten voor de
deelnemende scholen worden geraamd op 4 uur per school per schooljaar waar € 113,–
per school, per schooljaar mee gemoeid is. De totale administratieve lasten zijn berekend
op € 11.250,–. De administratieve lasten uitgedrukt tegen het totale subsidiebedrag
komen neer op 1%.
Om de noodzakelijke lasten zoveel mogelijk te beperken zijn bij de vormgeving alternatieven
overwogen en is, gegeven de noodzaak om een informatieverplichting op te leggen, voor
het minst belastende alternatief gekozen door het aanmeldingsformulier deelname pilot
tweetalig primair onderwijs, tevens te beschouwen als aanvraag voor de subsidie. Daarnaast
zal de financiële verantwoording enkel via de jaarrekening lopen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker.