Besluit van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 22 april 2014, nr. IENM/BSK-2014/82860, tot wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 3, tweede lid, van het Coördinatiebesluit organisatie en bedrijfsvoering rijksdienst 2011 en op de artikelen 10:3, 10:9, eerste lid, 10:11 en 10:12 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

Het Organisatie- en mandaatbesluit Infrastructuur en Milieu 2012 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, onderdeel i, vervalt telkens ‘of overlegorgaan’.

B

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid vervalt ‘en overlegorganen’.

2. In het tweede lid, onderdeel g, wordt ‘het Centrum Publieksparticipatie’ vervangen door: de directie Participatie.

3. In het derde lid, aanhef, vervalt ‘of overlegorganen’.

4. Het derde lid, onderdeel b, vervalt.

5. In het derde lid worden de onderdelen c tot en met e geletterd b tot en met d.

C

Artikel 4, achtste lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. de directie Openbaar Vervoer en Spoor: het ontwikkelen en implementeren van beleid met betrekking tot:

    • i. openbaar vervoer en ander personenvervoer;

    • ii. beheer, gebruik en aanleg van de hoofdspoorinfrastructuur en spoorwegen;

    • iii. goederenvervoer per spoor; en

    • iv. de veiligheid op en rond het spoor.

D

Artikel 5 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het tweede lid, onderdeel d, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.

2. In het tweede lid, onderdeel e, wordt ‘; en’ vervangen door een punt.

3. Het tweede lid, onderdeel f, vervalt.

4. Het derde lid komt te luiden:

  • 3. De dienstonderdelen, genoemd in het tweede lid, onder a tot en met d, staan onder leiding van een directeur. Het dienstonderdeel, genoemd in het tweede lid, onder e, staat onder leiding van een programmadirecteur. Onder de dienstonderdelen, genoemd in het tweede lid, onder a tot en met e, ressorteren tevens afdelingshoofden.

5. Aan het achtste lid, onderdeel d, sub iv, wordt na de puntkomma toegevoegd: en.

6. In het achtste lid, onderdeel e, wordt ‘; en’ vervangen door een punt.

7. Het achtste lid, onderdeel f, vervalt.

E

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het zevende lid, onderdeel c, komt te luiden:

  • c. het behandelen van bezwaar- en beroepschriften, alsmede het nemen van beslissingen tot niet-ontvankelijkverklaring van een bezwaarschrift;

2. In het zevende lid, onderdeel d, vervalt na de puntkomma ‘en’.

3. In het zevende lid wordt onderdeel e geletterd f.

4. In het zevende lid wordt een onderdeel ingevoegd, luidende:

  • e. het vertegenwoordigen van de Staat der Nederlanden in civielrechtelijke procedures, met inbegrip van de behandeling van civielrechtelijke aansprakelijkheidsstellingen en vorderingen; en

F

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10. : Directie Participatie

  • 1. De directie Participatie staat onder leiding van de directeur Participatie, tevens aangewezen als secretaris van het Overleg Infrastructuur en Milieu, zijnde het Overlegorgaan verkeer en waterstaat, bedoeld in de Wet overleg verkeer en waterstaat.

  • 2. Plaatsvervanging geschiedt overeenkomstig daartoe strekkende instructies van de directeur Participatie.

  • 3. De directie Participatie heeft de volgende taken:

    • a. het verkennen, signaleren en analyseren van ontwikkelingen op het gebied van maatschappelijke participatie en het ontwikkelen van participatiebeleid;

    • b. het coördineren van vormvrije consultatietrajecten en wettelijke voorbereidingsprocedures; en

    • c. het met instemming ondersteunen van het Overleg Infrastructuur en Milieu.

G

In artikel 15, derde lid, wordt ‘formuleren’ vervangen door: bepalen.

H

Artikel 20 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het vijfde lid, wordt in de eerste volzin ‘haar’ vervangen door: aan dit bestuur.

2. In het vijfde lid, komt de laatste volzin te luiden:

De directie Nederlandse Emissieautoriteit heeft tevens tot taak de uitvoering van de handel in emissierechten bedoeld in hoofdstuk 16 van de Wet milieubeheer, de uitvoering van de regelgeving hernieuwbare energie vervoer, de uitvoering van de regelgeving brandstoffen luchtverontreiniging, en de verlening van instemmingen aan projectactiviteiten als bedoeld in het Protocol van Kyoto.

I

In het opschrift van § 2.4 vervalt ‘of overlegorganen’.

J

Artikel 21 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt ‘of overlegorganen’.

2. De zinsneden ‘of overlegorgaan’ en ‘of overlegorganen’ vervallen telkens.

K

In het opschrift van § 3.3 vervalt ‘of overlegorganen’.

L

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het opschrift vervalt ‘of overlegorganen’.

2. In de tekst van artikel 24 vervalt ‘of overlegorganen’.

M

In artikel 25, derde lid, vervalt ‘en overlegorganen’.

N

In het opschrift van artikel 28 vervalt ‘of overlegorganen’.

O

In artikel 31, eerste lid, onderdeel a, vervalt ‘of overlegorganen’.

P

Aan artikel 34 wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 7. Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing op bevoegdheden betreffende de ambtelijke rechtspositie.

ARTIKEL II

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 juli 2014 en de onderdelen A, B, F, I, J, K, L, M, N en O van artikel I werken terug tot en met 1 januari 2014.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

Naar boven