Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 april 2013, nr. WJZ/10353, tot wijziging van de Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten in verband met verhoging van de subsidieplafonds

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 34, zevende lid, van de Monumentenwet 1988;

Besluit:

ARTIKEL I

In de Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten worden de volgende wijzigingen aangebracht:

A

Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Voor de subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is voor het tijdvak 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 een bedrag van € 4,6 miljoen beschikbaar en voor de daaropvolgende subsidietijdvakken telkens een bedrag van € 1,7 miljoen.

B

Artikel 19, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. Voor de subsidieverstrekking op grond van dit hoofdstuk is voor het tijdvak 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 een bedrag van € 1,6 miljoen beschikbaar en voor de daaropvolgende subsidietijdvakken telkens een bedrag van € 0,7 miljoen.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 oktober 2012.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

TOELICHTING

De Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten (hierna: de regeling) blijkt te voldoen aan een maatschappelijke behoefte. De waardering voor de bijdrage van de regeling aan het behoud van het cultureel erfgoed is groot. Het grote aantal subsidieaanvragen laat zien hoezeer herbestemming van historische gebouwen in de actualiteit staat. De Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed heeft in totaal 379 aanvragen ontvangen voor subsidie voor haalbaarheidsonderzoeken naar herbestemming van monumenten en 60 aanvragen voor het wind- en waterdicht houden van monumenten. Dat zijn veel meer aanvragen dan er kunnen worden gehonoreerd, gelet op de subsidieplafonds in de artikelen 7 en 19 van de regeling. Naar schatting is er een overvraag van ruim 220 aanvragen voor haalbaarheidsonderzoeken en 25 aanvragen voor het wind- en waterdicht houden van monumenten.

Gelet op de grote vraag naar subsidie en de mogelijkheid om de bouwsector in deze tijd van economische crisis extra te stimuleren en tevens voor te sorteren op het aantrekken van de economie met een voorraad herbestemmingsplannen, is naar extra middelen gezocht. Deze zijn onder andere gevonden, doordat in 2012 budget vrijkwam door lagere vaststellingen van eerder verleende restauratiesubsidies, vanwege het niet of niet geheel uitvoeren van restauraties.

Voor het tijdvak van 1 oktober 2012 tot en met 30 september 2013 kunnen de subsidieplafonds hiermee substantieel worden verhoogd. Het budget voor subsidies voor haalbaarheidsonderzoeken wordt met € 2,9 miljoen verhoogd tot € 4,6 miljoen. Het budget zal daarmee niet toereikend zijn om alle aanvragen te kunnen honoreren, maar wel alle door de eigenaren van monumenten ingediende aanvragen. Het budget voor subsidies voor het wind- en waterdicht houden van monumenten wordt met € 900.000 verhoogd, waarmee naar verwachting alle in aanmerking komende aanvragen kunnen worden gehonoreerd.

Een spoedige verhoging van de subsidieplafonds in de Subsidieregeling stimulering herbestemming monumenten is noodzakelijk, omdat uiterlijk 28 februari 2013 gelijktijdig op de ingediende aanvragen had moeten worden beslist. Doordat de extra middelen pas onlangs beschikbaar kwamen en een tijdige wijziging van de subsidieplafonds niet haalbaar was, wordt deze uiterste beslisdatum niet gehaald. Verdere vertraging dient tot een minimum te worden beperkt. Vanwege deze spoed wordt afgeweken van de vaste verandermomenten.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Naar boven