Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 22 maart 2013, nr. BOACAT2013/020, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2013

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van de directeur Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant van 18 januari 2013 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie Zeeland West-Brabant en de korpschef als bedoeld in artikel 12 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikel 36, eerste lid, en artikel 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie handhaver in dienst van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar, als bedoeld in artikel 2, is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein I Openbare Ruimte, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De buitengewoon opsporingsambtenaar als bedoeld in artikel 2, is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein II Milieu, welzijn en infrastructuur, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 3. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 4. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 100 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd, waarvan 50 in het domein I Openbare Ruimte en 50 in het domein II Milieu, welzijn en infrastructuur.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de in artikel 3, eerste lid, bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Zeeland West-Brabant.

  • 2. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar van de in artikel 3, tweede lid, bedoelde buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket.

  • 3. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef als bedoeld in artikel 12 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

  • 1. De directeur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functies;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 maart 2013

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze, J. Gankema Teammanager BTR.

Bezwaar

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Team BTR

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

Naar boven