Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit 2013

De inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit,

Gelet op artikel 17 van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging EZ 2012 en artikel 2, derde en vierde lid, van de Plantenziektenwet;

Besluit:

§ 1. Algemene bepalingen

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de inspecteur-generaal:

de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

b. de plaatsvervangend inspecteur-generaal:

de plaatsvervangend inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

c. de directeuren:

de directeuren van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

d. de hoofdinspecteurs:

de hoofdinspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

e. de plaatsvervangend hoofdinspecteurs:

de plaatsvervangend hoofdinspecteurs van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

f. de Chief Veterinary Inspector:

de Chief Veterinary Inspector van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

g. de Deputy Director National Plant Protection Organisation:

de Deputy Director National Plant Protection Organisation van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

h. de afdelingshoofden:

de afdelingshoofden van een directie of divisie van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

i. de directieraad:

het collectief van de onder a tot en met d bedoelde functionarissen;

j. de toezichthoudende dierenartsen:

de toezichthoudende dierenartsen van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

k. de inspecteurs van de Afdeling Toezichtuitvoering Plant en Natuur:

de inspecteurs van de Afdeling Toezichtuitvoering Plant en Natuur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit;

l. de inspecteurs medewerker toezicht van de Afdeling Toezichtuitvoering Plant en Natuur:

de inspecteurs medewerker toezicht van de Afdeling Toezichtuitvoering Plant en Natuur van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

§ 2. Taakverdeling

Artikel 2

Aan de inspecteur-generaal is voorbehouden: het nemen van besluiten, het verrichten van privaatrechtelijke rechtshandelingen en het verrichten van andere handelingen dan een besluit of een privaatrechtelijke rechtshandeling betreffende de volgende aangelegenheden:

  • a. personeelsaangelegenheden, met uitzondering van de in artikel 4 bedoelde aangelegenheden;

  • b. aangelegenheden op het werkterrein van een directeur of hoofdinspecteur:

    • 1°. ten aanzien waarvan de inspecteur-generaal in een incidenteel geval mededeling heeft gedaan dat zij door hem zullen worden behandeld, of

    • 2°. die door een directeur of hoofdinspecteur aan de inspecteur-generaal ter afhandeling worden voorgelegd, tenzij zij naar het oordeel van de inspecteur-generaal door een andere directeur of hoofdinspecteur moeten worden behandeld.

Artikel 3

Aan de plaatsvervangend inspecteur-generaal wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend voor de aangelegenheden waarvan de inspecteur-generaal hem de behandeling heeft toevertrouwd.

Artikel 4

  • 1. Aan de directeuren, de hoofdinspecteurs en de afdelingshoofden wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op zijn werkterrein met dien verstande dat het aangaan van financiële verplichtingen het door de directieraad jaarlijks vastgesteld bedrag niet te boven gaat.

  • 2. Aan de directeuren, de hoofdinspecteurs en de afdelingshoofden wordt tevens, ieder voor zich, voor de onder hen ressorterende medewerkers mandaat, volmacht en machtiging verleend voor:

    • a. het verlenen van verlof en kort buitengewoon verlof;

    • b. het verlenen van zwangerschaps-, bevallings- en ouderschapsverlof;

    • c. het accorderen van P-Direkt aanvragen;

    • d. het aangaan van verplichtingen en het afhandelen van verzoeken op het gebied van opleiding van personeel;

    • e. het accorderen van aanvragen voor dienstreizen en het goedkeuren van reiskostendeclaraties binnen en buiten de Europese Unie.

Artikel 5

Aan de Chief Veterinary Inspector, de Deputy Director National Plant Protection Organisation, de toezichthoudende dierenartsen, de inspecteurs van de Afdeling Toezichtuitvoering Plant en Natuur en de inspecteurs medewerker toezicht van de Afdeling Toezichtuitvoering Plant en Natuur wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor aangelegenheden op hun werkterrein.

§ 3. Vervanging

Artikel 6

  • 1. De uit dit besluit voor de directeuren voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op een andere directeur.

  • 2. De uit dit besluit voor de hoofdinspecteurs voortvloeiende bevoegdheden gaan in geval van afwezigheid over op hun plaatsvervanger.

§ 4. Slotbepalingen

Artikel 7

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris-generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken, de directeur Financieel-Economische Zaken, de directeur Bedrijfsvoering, de directeur van de Auditdienst Rijk, de Algemene Rekenkamer en aan degenen aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging is verleend.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van dag na de datum van publicatie in de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2013.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit mandaat, volmacht en machtiging van de inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit van het Ministerie van Economische Zaken 2013.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Utrecht, 28 februari 2013

H. Paul MPA, inspecteur-generaal van de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij het Ministerie van Economische Zaken, Dienst Regelingen, Afdeling recht en rechtsbescherming, Postbus 20401, 2500 EK ’s-Gravenhage.

Naar boven