Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2013, 7395 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2013, 7395 | algemeen verbindend voorschrift (ministeriële regeling) |
De Staatssecretaris van Economische Zaken;
Gelet op:
– Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
– Verordening (EG) nr. 65/2011 van de Commissie van 27 januari 2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling;
– Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad van de Europese Unie van 19 januari 2009 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers, tot wijziging van Verordeningen (EG) nr. 1290/2005, (EG) nr. 247/2006, (EG) nr. 378/2007 en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1782/2003 (PbEU L 30);
– Verordening (EG) nr. 1120/2009 van de Commissie van 29 oktober 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij titel III van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (PbEU L 316);
– Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU L 316);
– de artikelen 38g, onderdeel b, en 55 tot en met 57 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;
– de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;
Besluit:
In deze regeling wordt verstaan onder:
Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken;
formulier, waarvan het model als bijlagen I tot en met VII bij deze regeling is opgenomen;
persoon die, anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover aan hem een beschrijvingsbiljet, bedoeld in onderdeel b, dan wel anderszins een oproep voor de landbouwtelling is uitgereikt of toegezonden;
betaling als bedoeld in artikel 36, onderdeel a, subonderdelen i) en ii), van Verordening (EG) Nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO) (PbEU L 277);
Minister van Economische Zaken.
In het tijdvak dat loopt van 1 april 2013 tot en met 15 mei 2013 wordt een landbouwtelling gehouden als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet.
Ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2, wordt door de minister aan landbouwers een oproep uitgereikt of toegezonden tot deelname aan de landbouwtelling.
Voor de toepassing van artikel 24 van de Landbouwwet geldt de uitreiking of toezending van deze oproep als uitreiking of toezending van het beschrijvingsbiljet, bedoeld in dat artikel.
1. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de veestapel gevraagde gegevens naar de toestand op 1 april 2013.
2. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de oppervlakten gevraagde gegevens naar de verwachte toestand op 15 mei 2013. Indien een beteelde oppervlakte op 15 mei 2013 nog niet zal zijn beteeld, wordt de eerstvolgende geplande teelt opgegeven.
3. Onverminderd het eerste en tweede lid, verstrekt de opgaveplichtige de op het beschrijvingsbiljet gevraagde gegevens naar de toestand op de datum van verzending, tenzij op het biljet anders is aangegeven, en neemt daarbij de overige op het biljet of door Dienst Regelingen gegeven aanwijzingen in acht.
1. De bedrijfsomvang wordt bepaald op basis van de totale standaardopbrengst van het bedrijf. Deze omvang wordt uitgedrukt in euro's.
2. De standaardopbrengst wordt vastgesteld met inachtneming van bijlage VIII bij deze regeling.
Onverminderd het bepaalde in artikel 4 maakt de opgaveplichtige die tevens gehouden is:
a. gegevens te verstrekken met betrekking tot aanvragen op grond van de bedrijfstoeslagregeling, genoemd in hoofdstuk 2 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en de specifieke steunregelingen, genoemd in hoofdstuk 2a van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006,
b. gegevens te verstrekken als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet,
c. gegevens te verstrekken met betrekking tot de aanvraag voor probleemgebiedenvergoeding, of
d. gegevens te verstrekken met betrekking tot betaalverzoeken op grond van de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de onderscheiden provincies,
voor het verstrekken van alle onderscheiden gegevens gebruik van het beschrijvingsbiljet.
De opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, de aanvragen, bedoeld in artikel 6, onder a, c en d van deze regeling, en de verstrekking van gegevens als bedoeld in artikel 6, onder b, van deze regeling, kunnen gezamenlijk elektronisch worden ingediend.
1. De gezamenlijke elektronische indiening geschiedt met het daartoe bestemde elektronische formulier.
2. Het formulier wordt elektronisch ondertekend met een door de minister aan de ondertekenaar ter beschikking gestelde eenmalig bruikbare tancode.
3. De minister bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediend formulier.
Een tancode wordt uitsluitend overeenkomstig deze regeling gebruikt voor het doel waarvoor en door degene aan wie de tancode is verstrekt.
De minister verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager een set tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening, ingeval:
a. de aanvrager geen tancodes heeft ontvangen,
b. de verstrekte tancodes zijn gebruikt, of
c. van verlies van eerder verstrekte tancodes.
De minister kan besluiten een set tancodes niet te verstrekken of in te trekken indien de indiener of een met hem geassocieerd bedrijf of een met hem geassocieerde organisatie in het verleden een tancode heeft gebruikt in strijd met deze regeling of op andere wijze de integriteit van een verstrekte handtekening heeft geschonden.
Een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht maakt bij het indienen van de aanvraag, de opgave, onderscheidenlijk de verstrekking, bedoeld in artikel 7, namens een belanghebbende slechts gebruik van de aan de gemachtigde ter beschikking gestelde toegangscodes tot het elektronische formulier en de tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening.
1. De minister kan een elektronisch formulier weigeren, indien dit niet overeenkomstig deze regeling is ingediend.
2. De minister kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.
3. De minister deelt een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk aan de afzender mede.
Als tijdstip waarop een elektronisch formulier door de minister elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop alle vereiste bescheiden, bedoeld in de artikelen 12 en 13 van Verordening (EG) nr. 1122/2009 van de Commissie van 30 november 2009 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 73/2009 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem in het kader van de bij die verordening ingestelde regelingen inzake rechtstreekse steunverlening aan landbouwers en ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad wat betreft de randvoorwaarden in het kader van de steunregeling voor de wijnsector (PbEU L 316) zijn ontvangen.
De minister kan besluiten de elektronische aanvraag, opgave onderscheidenlijk verstrekking niet te behandelen, indien het elektronisch formulier geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 13. Artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.
De Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2012 wordt ingetrokken.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
's-Gravenhage, 13 maart 2013
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.
Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde Opgave 2013 kan voor het jaar 2013 opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet, de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de verzamelaanvraag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Voor de verschillende onderdelen van de Gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag en opgave van het gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.
Net als in voorgaande jaren wordt door middel van het bij deze regeling vastgestelde formulier ook de aanvraag voor een probleemgebiedenvergoeding gedaan. De probleemgebiedenvergoeding vindt haar grondslag in Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad van 20 september 2005 inzake steun voor plattelandsontwikkeling uit het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling (ELFPO). Ingevolge de Provinciewet worden probleemgebiedenvergoedingen verleend door de provincies. In Verordening (EG) nr. 65/2011 van de Commissie van 27 januari 2011 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1698/2005 van de Raad met betrekking tot de toepassing van controleprocedures en van de randvoorwaarden in het kader van de steunmaatregelen voor plattelandsontwikkeling is voorgeschreven dat de aanvraag voor deze vergoeding moet worden gedaan door gebruik te maken van de verzamelaanvraag. Dit betekent dat Dienst Regelingen de ontvangen aanvragen namens de betrokken provincie afhandelt.
Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2013 tot en met 15 mei 2013 een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft twee doelen, namelijk statistiek en administratie. Voor onderzoek en beleid wordt door het Centraal Bureau voor Statistiek een zo volledig mogelijk overzicht samengesteld van de beteelde oppervlakte, de omvang van de veestapel en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de uitvoering van het landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf beschikbaar zijn bij het Ministerie van Economische Zaken (EZ). Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen, en ook niet ingevolge het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om (wijzigingen van) perceelsgegevens te verstrekken, geven op het formulier alleen de landbouwtellingsgegevens op die op grond van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet worden gevraagd.
Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op grond van de bedrijfstoeslagregeling zoals geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke landbouwer die aanspraak wil maken op één of meer van de genoemde subsidies, verplicht is alle in gebruik zijnde grond op te geven in de Verzamelaanvraag. De in gebruik zijnde landbouwgrond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ en ingetekend te worden op de bedrijfskaart van het formulier, waarvan de modellen zijn opgenomen als bijlagen II en III bij deze regeling.
Met het verstrekken van voornoemde perceelsgegevens voldoet de landbouwer daarnaast voor het tijdvak van 1 januari 2013 tot en met 15 mei 2013 aan de verplichting op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te verstrekken met betrekking tot het gebruik en de ligging van percelen landbouwgrond. In deze periode vervangt de Gecombineerde opgave het formulier dat normaliter door Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken wordt verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik van een gewasperceel door te geven.
De aanvraag probleemgebiedenvergoeding is met ingang van 2008 geïntegreerd in de verzamelaanvraag. De vergoeding wordt verleend aan landbouwers die zijn gevestigd in gebieden met speciale natuurlijke handicaps. De vergoeding heeft tot doel agrarische activiteiten in die gebieden te behouden zodat het gebruik van landbouwgrond wordt voortgezet en deze landelijke gebieden in stand blijven.
De aanvraag moet worden beschouwd als zowel de aanvraag tot verlening als de aanvraag tot vaststelling van de subsidie.
Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk op 15 mei 2013 door Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten. De gevolgen van het niet tijdig insturen van de gegevens in het kader van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006 zijn neergelegd in de desbetreffende regeling en komen in hoofdzaak neer op korting op dan wel uitsluiting van betalingen van inkomenstoeslagen voor het jaar 2012. Ook te late indiening van betaalverzoeken voor het Subsidiestelsel natuur- en landschapsbeheer leidt tot kortingen op de subsidie of kan leiden tot afwijzing van het betaalverzoek.
Vanaf 2010 is voor de typologie van de agrarische bedrijven Verordening (EG) nr. 1242/2008 van toepassing. De belangrijkste wijziging in de bepaling van de bedrijfsomvang van bedrijven is dat deze wordt gebaseerd op standaardopbrengsten (SO) in plaats van Bruto Standaard Saldi (BSS). 1 SO staat gelijk aan 1 euro genormaliseerde opbrengst. In bijlage VIII bij deze regeling is de lijst met SO-normen opgenomen. Het totaal van de standaardopbrengsten is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door voor elke rubriek van de landbouwtelling de SO te vermenigvuldigen met het daarmee overeenstemmende aantal eenheden. Met deze SO-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van de productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke productierichtingen.
In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen worden geïnventariseerd met een bedrijfsomvang van 3000 SO of meer. Niettemin wordt ook een beschrijvingsbiljet gezonden aan bepaalde ondernemers met een kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met name te denken aan ondernemers waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kleinere bedrijfsomvang een tijdelijk karakter draagt, waardoor zij op de langere termijn wel voor inventarisatie in aanmerking behoren te komen.
De relaties is per brief de oproep gedaan om de Gecombineerde opgave voor 2013 in te dienen. Met deze brief is derhalve een oproep gedaan tot deelname aan de landbouwtelling bestemd tot het doen van opgave van de landbouwkundige en technische gegevens van hun onderneming als bedoeld in artikel 3 van de regeling. Relaties aan wie deze oproep is toegezonden, zijn opgaveplichtig. Evenals in voorgaande jaren is ook in 2013 opgave via internet mogelijk. Alle relaties hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15 tancodes ontvangen. Relaties die later zijn ingeschreven, op een later moment. In deze regeling wordt bepaald onder welke voorwaarden het mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch in te dienen.
De administratieve lasten als gevolg van de Gecombineerde opgave zullen in 2013 met 4% dalen ten opzichte van 2012. Per saldo worden in het onderdeel Landbouwtelling ongeveer 60 vragen minder gesteld. Daarnaast worden nog meer gegevens vooringevuld die vanuit overige bronnen al bekend zijn. De vragen die in het onderdeel Landbouwtelling zijn vervallen, hebben vooral betrekking op drainage en huisvesting van dieren. In de Landbouwtelling komen voor 2013 ook nieuwe vragen aan de orde in het kader van de verplichte Europese Structuurenquête. Dit zijn vragen over werk en opleiding, machines en installaties en verbrede landbouw.
In 2012 is in de Gecombineerde opgave een koppeling gelegd met het Identificatie en Registratiesysteem (I&R) voor rundvee, schapen en geiten. In 2013 wordt dit uitgebreid met koppelingen naar databases van externe bronnen zoals Coöperatie Rundveeverbetering (CRV) en SKAL, de toezichthouder op de biologische landbouw. Hiermee kunnen extra gegevens over rundvee en biologische landbouw worden vooringevuld in de Gecombineerde opgave, zodat een verdere administratieve lastenverlichting wordt gerealiseerd. De gegevens over rundvee worden overigens alleen getoond als de ondernemer hiervoor een machtiging heeft verleend.
Per kanaal worden hieronder de volgende uitkomsten van de administratieve lastenberekeningen aangeven. Deze berekeningen hebben betrekking op een verwachte respons in 2013 van 76.000 ondernemers en een internetpercentage van 93%, wat neerkomt op 70.680 opgaven. In 2012 hebben in totaal 69.876 ondernemers (92%) gebruik gemaakt van elektronische indiening. Tot en met de kortingsperiode (2eweek juni) is het mogelijk om subsidies aan te vragen. Daarna sluit dit onderdeel in de Gecombineerde opgave en in het huidige proces daarmee ook de mogelijkheid om elektronisch opgave te doen. Daarna blijven wel verplichtingen vanuit de Meststoffenwet en de Landbouwtelling van kracht. Hiervoor kan dan alleen gebruik worden gemaakt van het papieren kanaal. Gemiddeld daalt het internetpercentage hierdoor dan nog met zo’n 2%. Het internetpercentage in 2012 bedroeg op moment van sluiting van de elektronische opgave op 11 juni 94% en is uiteindelijk uitgekomen op 92%. Voor 2013 houden we rekening met 95% op 10 juni en uiteindelijk 93%.
Uitgaande van een gemiddeld uurloon van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60 voor intermediairs zijn de administratieve lasten voor een opgave via internet naar verwachting gemiddeld € 127 per bedrijf in 2013. Deze verwachte administratieve lasten per bedrijf zijn daarmee 4% lager dan de lasten in 2012. Voor 2012 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave via internet namelijk berekend op € 132. Daarnaast worden in 2013 naar verwachting nog iets meer opgaven via internet gedaan dan in 2012.
De administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave via internet zullen doen (93%, circa 70.680 bedrijven) zijn in 2013 € 8.985.333.
Administratieve lasten internet |
2012 |
2013 |
---|---|---|
Lasten per bedrijf |
€ 132 |
€ 127 |
Percentage internet |
92% |
93% |
Uitgaande van dezelfde uurlonen als bij internet zijn de administratieve lasten voor een opgave op papier naar verwachting € 135 per bedrijf. De voor 2013 berekende administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier liggen daarmee lager dan de administratieve lasten in 2012. Voor 2012 zijn de gerealiseerde administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier namelijk berekend op € 137. In 2013 liggen de administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier doen naar verwachting op € 719.146.
Administratieve lasten papier |
2012 |
2013 |
---|---|---|
Lasten per bedrijf |
€ 137 |
€ 135 |
Percentage papier |
8% |
7% |
De totale administratieve lasten zien er dan als volgt uit:
Administratieve lasten totaal |
2012 |
2013 |
Verschil |
---|---|---|---|
Internet |
€ 9.202.341 |
€ 8.985.333 |
|
Papier |
€ 864.657 |
€ 719.146 |
|
Bedrag |
€ 10.066.998 |
€ 9.704.479 |
€ 362.519 |
Per saldo is er dus sprake van een daling van € 362.519, wat overeenkomt met een daling van een kleine 4%.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2013-7395.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.