Verordening op de Raad voor Toezicht

De ledenvergadering van de Nederlandse Orde van Accountants-Administratieconsulenten,

Gelet op artikel 24, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten;

Stelt de volgende verordening vast:

HOOFDSTUK 1 BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

a. accountantsafdeling:

de accountantsafdeling, bedoeld in de Verordening gedragscode;

b. accountantskamer:

de accountantskamer, bedoeld in artikel 10, eerste lid, van de Wet tuchtrechtspraak accountants;

c. accountantspraktijk:

de accountantspraktijk, bedoeld in de Verordening gedragscode;

d. lid of leden:

het lid of de leden van de Raad voor Toezicht;

e. NIVRA:

het Nederlands Instituut van Registeraccountants, bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet op de Registeraccountants;

f. NOvAA:

de Nederlandse Orde van Accountants-Administratiesconsulenten, bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de Wet op de Accountants-Administratieconsulenten.

HOOFDSTUK 2 DE RAAD VOOR TOEZICHT

Artikel 2

  • 1. Er is een gezamenlijke Raad voor Toezicht van NIVRA en NOvAA, hierna te noemen: de Raad.

  • 2. De Raad heeft tot taak:

    • a. het bij wege van mandaat of uit hoofde van volmacht namens de besturen van het NIVRA en de NOvAA houden van toezicht op de beroepsuitoefening door accountants;

    • b. het gevraagd en ongevraagd adviseren van de besturen van het NIVRA en de NOvAA ten aanzien van de indiening van een klacht als bedoeld in artikel 22 van de Wet tuchtrechtspraak accountants.

  • 3. In de uitoefening van zijn taken wordt de Raad bijgestaan door een secretaris welke wordt aangewezen door de besturen van het NIVRA en de NOvAA.

  • 4. De Raad kan in het kader van zijn taken externe deskundigen, waaronder accountants, inschakelen.

Artikel 3

  • 1. De Raad bestaat uit de volgende leden:

    • a. een voorzitter en een plaatsvervangend voorzitter; en

    • b. vijf accountants.

  • 2. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter zijn werkzaam of zijn werkzaam geweest als rechterlijk ambtenaar met rechtspraak belast en zijn geen accountant.

  • 3. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter mogen niet in relatie staan tot een accountantspraktijk of een accountantsafdeling, anders dan in een cliëntrelatie.

  • 4. De leden van de Raad worden door de besturen van NIVRA en NOvAA benoemd voor een periode van vier jaar. Een lid kan eenmaal worden herbenoemd.

  • 5. De leden treden af volgens een door de besturen van NIVRA en NOvAA vast te stellen rooster. Het rooster wordt zodanig ingericht, dat voor zover mogelijk telkenmale hetzelfde aantal leden aftreedt.

  • 6. Hij die benoemd is ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, treedt af op het tijdstip, waarop degene, in wiens plaats hij is benoemd, had moeten aftreden.

  • 7. Hij die benoemd is ter vervulling van een tussentijds opengevallen plaats, kan eenmaal worden herbenoemd.

  • 8. Voor degenen die voor de eerste maal na de inwerkingtreding van deze verordening worden benoemd, kan worden afgeweken van het vierde lid.

Artikel 4

  • 1. Een lid van de Raad is onpartijdig en onafhankelijk.

  • 2. Het lidmaatschap van de Raad is onverenigbaar met:

    • a. het lidmaatschap van het bestuur van het NIVRA;

    • b. het lidmaatschap van het bestuur van de NOvAA;

    • c. het lidmaatschap van het College van Beroep voor het bedrijfsleven;

    • d. het lidmaatschap van de accountantskamer;

    • e. een dienstverband met het NIVRA of de NOvAA;

    • f. het lidmaatschap van het bestuur van een door het NIVRA en de NOvAA gezamenlijk ingestelde ledengroep; en

    • g. het lidmaatschap van het door het NIVRA en de NOvAA gezamenlijk ingesteld Adviescollege voor Beroepsreglementering.

Artikel 5

  • 1. Het lidmaatschap van de Raad eindigt:

    • a. op verzoek van het lid;

    • b. bij het bereiken van de zeventigjarige leeftijd;

    • c. bij het verstrijken van de zittingsduur;

    • d. na het onherroepelijk worden van een door de accountantskamer opgelegde tuchtrechtelijke maatregel;

    • e. bij een daartoe strekkende beslissing van de besturen van NIVRA en NOvAA na een voordracht van de Raad wegens ongeschiktheid; en

    • f. bij overlijden.

  • 2. Het lid van de Raad, dat ingevolge sub b of c van het eerste lid aftreedt, kan op verzoek van de voorzitter zijn functie behouden met betrekking tot die zaken aan welke behandeling hij heeft deelgenomen, doch die op het tijdstip van zijn aftreden nog niet zijn afgedaan.

Artikel 6

  • 1. Een ieder die is betrokken bij de uitvoering van de taak van de Raad en daarbij de beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden, en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens geheimhouding geldt, is verplicht tot geheimhouding van die gegevens, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot mededeling verplicht of uit zijn taak de noodzaak tot mededeling voortvloeit.

  • 2. De Raad kan een externe deskundige, als bedoeld in artikel 2, vierde lid, ontheffen van de verplichting, bedoeld in het eerste lid, indien dat noodzakelijk is voor het toezicht op de beroepsuitoefening of voor het verkrijgen dan wel behouden van de accreditatie, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NOvAA.

Artikel 7

  • 1. De Raad vergadert zo dikwijls hij zulks nodig oordeelt.

  • 2. Een lid neemt geen deel aan de beraadslaging en onthoudt zich van medestemmen over aangelegenheden waarbij sprake kan zijn van een bedreiging van zijn objectiviteit.

  • 3. Voor het tot stand komen van een beslissing bij stemming, is de meerderheid van de uitgebrachte stemmen vereist.

  • 4. Ieder lid brengt slechts één stem uit.

  • 5. De Raad neemt geen beslissingen indien niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden, die zich niet van stemming moeten onthouden, aan de stemming over het besluit heeft deelgenomen.

HOOFDSTUK 3 TOEZICHT

Artikel 8

  • 1. De Raad bepaalt met inachtneming van het tweede lid van dit artikel en de grenzen van het mandaat en de volmacht welke aan hem door de besturen van het NIVRA en de NOvAA zijn verleend, de invulling van de in artikel 2, tweede lid, bedoelde taak en de daarbij te hanteren werkwijze.

  • 2. De Raad voert de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NOvAA uit.

  • 3. De Raad kan een onderzoek instellen indien sprake is van een redelijk vermoeden van niet-naleving van voor accountants geldende beroepsnormen.

HOOFDSTUK 4 OVERIGE BEPALINGEN

Artikel 9

Jaarlijks voor 1 april brengt de Raad een geanonimiseerd verslag uit omtrent zijn werkzaamheden in het afgelopen kalenderjaar en maakt dit openbaar.

Artikel 10

De Verordening op de Kwaliteitstoetsing NOvAA wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. De definitie van Raad komt te luiden:

    • Raad: de individuele personen die op grond van artikel 3, eerste lid, van de Verordening op de Raad voor Toezicht zijn benoemd als lid van de Raad voor Toezicht;

  • 2. De definitie van toetsingsteam vervalt.

B

Na artikel 8, tweede lid, wordt een derde lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Het bestuur kan een accountantsorganisatie welke beschikt over een vergunning als bedoeld in artikel 6 van de Wet toezicht accountantsorganisaties periodiek bezoeken ter verkrijging van nadere inlichtingen.

C

Artikel 11 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Het bestuur wijst ten behoeve van elke toetsing of hertoetsing een toetser aan of stelt een toetsingsteam samen.

2. In het derde lid wordt de zinsnede ‘Het toetsingsteam’ vervangen door: De toetser of het toetsingsteam.

3. In het vierde lid wordt de zinsnede ‘Bij het samenstellen van het toetsingsteam’ vervangen door: Bij de aanwijzing van de toetser of bij het samenstellen van het toetsingsteam.

D

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid komt te luiden:

  • 4. Het bestuur doet mededeling van de naam van de toetser of de samenstelling van het toetsingsteam, alsmede van de termijn waarbinnen een verzoek als bedoeld in het vijfde lid van dit artikel kan worden ingediend.

2. In het zesde lid wordt de zinsnede ‘wijzigt het de samenstelling van het toetsingsteam’ vervangen door: wijst het een andere toetser aan of wijzigt het de samenstelling van het toetsingsteam.

E

Artikel 13 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. De toetser of het toetsingsteam bespreekt direct na afloop van de (her)toetsing met de accountantspraktijk of de accountantsafdeling de bevindingen op hoofdlijnen.

2. In het tweede lid wordt de zinsnede ‘Het toetsingsteam’ vervangen door: De toetser of het toetsingsteam.

3. In het derde lid wordt de zinsnede ‘het toetsingsteam’ vervangen door: de toetser of het toetsingsteam.

4. In het vierde lid wordt de zinsnede ‘Het toetsingsteam’ vervangen door: De toetser of het toetsingsteam.

5. In het vijfde lid wordt de zinsnede het toetsingsteam’ vervangen door: de toetser of het toetsingsteam.

6. In het zesde lid wordt de zinsnede ‘het toetsingsteam’ vervangen door: de toetser of het toetsingsteam.

7. In het zevende lid wordt de zinsnede ‘Het toetsingsteam’ vervangen door: De toetser of het toetsingsteam.

8. In het achtste lid wordt de zinsnede ‘het toetsingsteam zenden dat’ vervangen door: de toetser of het toetsingsteam zenden welke.

F

In artikel 14 worden elk van de zinsneden het toetsingsteam’ vervangen door: de toetser of het toetsingsteam.

G

Artikel 15 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, tweede volzin, wordt de zinsnede ‘het toetsingsteam’ vervangen door: de toetser of het toetsingsteam.

2. Het achtste lid komt te luiden:

  • 8. Voor het beoordelen van het verbeterplan, bedoeld in het vijfde lid, wordt een tarief in rekening gebracht waarvan de hoogte bij verordening wordt vastgesteld.

H

Artikel 25, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

  • 1. Een verzoek tot tijdelijke vrijstelling of de verlenging daarvan wordt eerst in behandeling genomen nadat het tarief hiervoor, waarvan de hoogte bij verordening word vastgesteld, door de desbetreffende accountantspraktijk of accountantsafdeling is voldaan.

I

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd

1. Na het derde lid wordt een vierde lid ingevoegd dat komt te luiden:

  • 4. De toerekening van de kosten van een accreditatie wordt bij verordening vastgesteld.

2. Het vierde, vijfde, zesde, zevende en achtste lid worden vernummerd tot het vijfde, zesde, zevende, achtste en negende lid.

J

Artikel 30 komt te luiden:

Artikel 30
  • 1. De kosten van de werkzaamheden die worden verricht ter zake van de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant, komen voor rekening van de accountantspraktijk waarbij de accountant werkzaam is of waaraan de accountant is verbonden, of de onderneming, de instelling of de overheid en de daarmee gelijk te stellen dienst waartoe de accountantsafdeling behoort waarbij de accountant werkzaam is of waaraan de accountant is verbonden.

  • 2. De toerekening van de kosten van de werkzaamheden die worden verricht ter zake van de beoordeling van de kwaliteit van de beroepsuitoefening van een accountant, wordt bij verordening vastgesteld.

K

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt als volgt te luiden:

  • 1. De toetsing van een accountantspraktijk, welke op grond van artikel 7, tweede lid, van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing reeds is aangewezen voor een toetsing, wordt met inachtneming van de bepalingen uit de Verordening op de periodieke preventieve toetsing, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze verordening, afgerond door het bestuur.

2. Het tweede lid komt als volgt te luiden:

  • 2. De hertoetsing van een accountantspraktijk, welke op grond van artikel 12 van de Verordening op de periodieke preventieve toetsing reeds is aangewezen voor een hertoetsing, wordt met inachtneming van de bepalingen uit de Verordening op de periodieke preventieve toetsing, zoals deze luidde voor de inwerkingtreding van deze verordening, afgerond door het bestuur.

Artikel 11

De Verordening op de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s wordt ingetrokken.

Artikel 11a

  • 1. In het geval het zich voor de inwerkingtredingsdatum van deze verordening laat aanzien dat op 1 januari 2013 het aantal vervulde vacatures van de Raad onvoldoende is om tot bevoegde besluitvorming te kunnen komen, wordt de Raad in afwijking van artikel 3 tijdelijk gevormd door:

    • de leden van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s welke op grond van de Verordening op de Raad voor Toezicht Beroepsuitoefening AA’s, zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening, tot lid van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s waren benoemd; en

    • de leden van het College Kwaliteitsonderzoek welke op grond van de Verordening Kwaliteitsonderzoek, zoals deze luidde voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze verordening, tot lid van het College Kwaliteitsonderzoek waren benoemd.

  • 2. In het geval van de toepassing van het eerste lid, is de Raad voor zover deze tijdelijk wordt gevormd door de leden van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s uitsluitend belast met de uitvoering van de Verordening op de Kwaliteitstoetsing NOvAA.

  • 3. De leden van de Raad van Toezicht Beroepsuitoefening AA’s worden op grond van het eerste lid afzonderlijk benoemd tot tijdelijk lid van de Raad.

HOOFDSTUK 5 SLOTBEPALING

Artikel 12

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de tweede dag na publicatie in de Staatscourant en werkt terug tot 1 januari 2013.

  • 2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de Raad voor Toezicht.

Naar boven