Mededeling in het kader van het project A4 Delft – Schiedam, Rijkswaterstaat

Op grond van artikel 20 van de Tracéwet bevordert de Minister van Infrastructuur en Milieu een gecoördineerde voorbereiding van de besluiten op de aanvragen om vergunningen en van de overige ambtshalve te nemen besluiten met het oog op de uitvoering van een Tracébesluit.

In het kader van deze coördinatie geeft de Minister van Infrastructuur en Milieu kennis van het feit dat het volgende besluit is genomen.

Welk besluit is genomen en ligt ter inzage?

Voor de uitvoering van het tracébesluit A4 Delft – Schiedam is onderstaand besluit genomen, overeenkomstig de procedure van artikel 20, lid 4, van de Tracéwet in samenhang met afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

In opdracht van Rijkswaterstaat realiseert A4all v.o.f. de A4 Delft – Schiedam. De A4 Delft – Schiedam is een geprojecteerde rijksweg die de verbinding zal vormen tussen de aansluiting A4 Delft-Zuid (Kruithuisweg) en het knooppunt Kethelplein bij Schiedam.

Bij besluit van 8 maart 2013, kenmerk 120MG248/OLO-nummer 584051, is door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Schiedam een omgevingsvergunning verleend voor de activiteit bouwen op grond van artikel 2.1, lid 1, sub a en sub c en artikel 2.10 en 2.12 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.

Het besluit heeft betrekking op de bouw van de kruisende verbinding van de fiets- en tramplus-verbinding bij de Brederoweg-Europaboulevard, tussen Schiedam en Vlaardingen, met de land-tunnel van de A4.

De werken bestaan in hoofdzaak uit de volgende onderdelen:

• kruising Brederoweg;

• kruising Brederoweg – fietspad;

• kruising Brederoweg – Tramplus;

• paalmatras Brederoweg – Tramplus en fietspad.

Het betreft het gedeelte van het tracé A4 Delft – Schiedam, kadastraal bekend gemeente Schiedam, sectie Q, nr. 5638, 5642, 5639, 5643, 7474, 8422 en Vlaardingen K 4666 en 2547.

Tegen het ontwerpbesluit zijn zienswijzen ingebracht. Deze hebben niet geleid tot een inhoudelijke aanpassing van het definitieve besluit. Het definitieve besluit is op 11 maart 2013 bekendgemaakt.

Waar en wanneer kunt u de stukken inzien?

Het besluit en de bijbehorende stukken liggen tot en met 22 april 2013 ter inzage bij het Klant Contact Centrum (omgevingsloket), Stadserf 1, 3112 DZ Schiedam. Het Klant Contact Centrum is geopend van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur en op dinsdag van 8.30 uur tot 12.30 uur. Hiervoor dient u een afspraak te maken.

Dit kan op de volgende manieren:

• op de website www.schiedam.nl via het kopje ‘afspraken’;

• telefonisch via telefoonnummer 14 010 (van maandag tot en met vrijdag van 8.30 uur tot 17.00 uur);

• via het e-mailadres contact@schiedam.nl;

• per brief (Postbus 1501, 3100 EA Schiedam).

Het besluit is tevens beschikbaar via de gemeentelijke website www.schiedam.nl/A4.

Voorts liggen het besluit en de bijbehorende stukken tot en met 22 april 2013 ter inzage bij de publieksbalie van het Stadskantoor van de gemeente Vlaardingen, Westhavenkade 85, 3133 AV Vlaardingen. De publieksbalie is geopend op maandag van 8.00 uur tot 20.00 uur en op dinsdag tot en met vrijdag van 8.00 uur tot 16.00 uur. Hiertoe dienteen telefonische afspraak gemaakt te worden via nummer 010 – 248 40 00.

Hoe kunnen belanghebbenden beroep indienen?

Tot en met 22 april 2013 staat voor belanghebbenden beroep open bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het instellen van beroep tegen het besluit geschiedt door indiening van een ondertekend beroepschrift dat ten minste de naam en het adres van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het is gericht, alsmede de gronden van het beroep bevat.

Het beroepschrift moet worden gericht aan de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Postbus 20019, 2500 EA Den Haag.

Het beroepschrift dient te zijn ondertekend en dient ten minste te bevatten:

• de naam en het adres van de indiener;

• de dagtekening;

• een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen, en zo mogelijk, de datum en het kenmerk van het besluit;

• een opgave van de redenen waarom u zich niet met het besluit kunt verenigen.

Tevens dient ten behoeve van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State zo mogelijk een afschrift van het besluit waartegen het beroep is gericht, te worden overgelegd.

Op dit besluit is hoofdstuk 1 van de Crisis- en herstelwet van toepassing. Dit betekent dat de belanghebbende in het beroepschrift moet aangeven welke zijn beroepsgronden zijn. Na afloop van de beroepstermijn kunnen deze gronden niet meer worden aangevuld. In het beroepschrift dient tevens te worden vermeld dat de Crisis- en herstelwet van toepassing is.

Het instellen van beroep schorst de werking van het besluit niet.

Indien beroep is ingesteld, kan een verzoek worden gedaan tot het treffen van een voorlopige voor-ziening, bijvoorbeeld inhoudende een schorsing van het besluit. Het verzoek om een voorlopige voorziening moet worden ingediend bij de Voorzitter van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, Posbus 20019, 2500 EA Den Haag. Bij het verzoek moet een afschrift van het beroepschrift worden overgelegd.

Het verzoek dient te zijn ondertekend en ten minste het volgende te bevatten:

• de naam en het adres van de indiener;

• de dagtekening;

• een omschrijving van het besluit waartegen het beroep is gericht, dat wil zeggen in ieder geval de vermelding van het bestuursorgaan dat het besluit heeft genomen en de datum en het nummer of kenmerk van het besluit;

• de gronden van het verzoek (motivering).

Voor het indienen van een beroepschrift en/of een verzoekschrift om een voorlopige voorziening is griffierecht verschuldigd.

Meer informatie?

Voor nadere informatie met betrekking tot het besluit kunt u zich wenden tot mevrouw drs. A.M. Nix, telefoon 14 010.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, namens deze, het hoofd van de afdeling Bestuurlijk-Juridische Zaken en Vastgoed, C.G.J.M. Peeters