Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 6 maart 2013, nr 2013-0000019351, tot wijziging van de IKAP-regeling rijkspersoneel in verband met de automatische uitkering van de aanvulling op de tegemoetkoming woon-werkverkeer bij of krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op het artikel 21c van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 34c van het Ambtenarenreglement Staten-Generaal;

Besluit:

ARTIKEL I

De IKAP-regeling rijkspersoneel wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2, tiende lid, vervalt.

B

Artikel 6, zesde lid, komt te luiden:

  • 6. In afwijking van het eerste lid, vergoedt het bevoegd gezag automatisch de belastingvrije bestemmingsmogelijkheid, genoemd in artikel 6, tweede lid, onderdeel h, en zet daartoe de eindejaarsuitkering, genoemd in artikel 6, eerste lid, onderdeel e, en indien nodig maximaal 10% van het jaarsalaris, genoemd in artikel 6, eerste lid, onderdeel a, in.

C

In artikel 6 wordt onder vernummering van het zevende tot achtste lid een nieuw zevende lid toegevoegd, dat luidt:

  • 7. Indien de ambtenaar geheel of gedeeltelijk afziet van de automatische vergoeding als bedoeld in artikel 6, zesde lid, dan meldt hij dit, voor 1 november van het kalenderjaar waarin wordt overgegaan tot uitkering van deze belastingvrije bestemmingsmogelijkheid bij het bevoegd gezag. De melding wordt gedaan op een door het bevoegd gezag aan te geven wijze.

ARTIKEL II

De regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, en werkt terug tot en met 1 september 2011.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

TOELICHTING

Algemeen

Rijksambtenaren die (voor een deel) naar het werk reizen met een eigen vervoermiddel, ontvangen daarvoor een tegemoetkoming in de reiskosten op grond van het Verplaatsingskostenbesluit 1989. Deze tegemoetkoming is lager dan het maximum dat thans belastingvrij mag worden vergoed. Op grond van artikel 6, tweede lid, onder h, IKAP-regeling rijkspersoneel (hierna IKAP) kunnen rijksambtenaren die deze tegemoetkoming ontvangen, een belastingvrije aanvulling op de tegemoetkoming voor woon-werkverkeer aanvragen. De afgelopen jaren hebben echter lang niet alle rijksambtenaren van deze gunstige mogelijkheid gebruik gemaakt. Deze regeling strekt ertoe dat de aanvullende tegemoetkoming automatisch uitbetaald wordt, tenzij de ambtenaar bij het bevoegd gezag meldt dat hij van de tegemoetkoming afziet.

De systematiek van de aanvulling op de tegemoetkoming in de reiskosten

Een ambtenaar die op grond van het Verplaatsingskostenbesluit 1989 een tegemoetkoming in de reiskosten ontvangt, kan voor de aanvulling, de in artikel 6, tweede lid, IKAP genoemde bronnen inzetten, te weten de eindejaarsuitkering en het salaris over de maand november.

De hoogte van de belastingvrije aanvullende vergoeding is afhankelijk van het aantal kilometers voor woon-werkverkeer en de hoogte van de al ontvangen tegemoetkoming krachtens het Verplaatsingskostenbesluit 1989. De hoogte van de tegemoetkoming per kilometer is afhankelijk van verschillende situaties. Onderscheiden worden de volgende situaties:

  • a) de plaats van de tewerkstelling is niet of niet doelmatig per openbaar vervoer te bereiken; € 0,17 per kilometer, maximaal € 341,42 per maand;

  • b) de plaats van de tewerkstelling is met het openbaar vervoer doelmatig te bereiken, maar daarvan wordt geen gebruik gemaakt; € 0,06 per kilometer, maximaal € 51,28 per maand;

  • c) de gehele afstand tussen de woning en de plaats van de tewerkstelling wordt op een of meer dagen per week per fiets afgelegd; € 0,17 per kilometer, maximaal Є 341,42 per maand;

  • d) er wordt gebruik gemaakt van het openbaar vervoer (OV), maar men gebruikt eigen vervoer tussen de woning en de opstapplaats van het OV en/of tussen de aankomstplaats van het OV en de plaats van tewerkstelling; € 0,06 per kilometer, maximaal € 51,28 per maand.

In de situaties van a en b kan er sprake zijn van een extra tegemoetkoming in de reiskosten woon-werkverkeer op grond van het Sociaal flankerend beleid sector Rijk 2008–2012.

Afspraak omtrent de automatische vergoeding

De kilometervergoeding op grond van de Verplaatsingskostenregeling 1989 is lager dan de € 0,19 die thans per kilometer zonder vastgesteld maandelijks maximum onbelast vergoed mag worden bij woon-werkverkeer en dienstreizen. Daarom is indertijd de aanvullende tegemoetkoming in artikel 2, het IKAP opgenomen. Het berekenen van de vrije ruimte voor de aanvullende tegemoetkoming woon-werkverkeer in de IKAP is echter complex. Dit vormde in de praktijk voor de ambtenaar een drempel om aan deze begunstigende regeling deel te nemen. In overeenstemming met de centrales van overheidspersoneel, de Sectorcommissie overleg rijkspersoneel (Sor), is daarom gekozen voor een automatische berekening en uitbetaling van de aanvullende belastingvrije tegemoetkoming voor het woon-werkverkeer.

De rijksambtenaar deed tot onderhavige wijziging, op grond van artikel 2, van het IKAP, een aanvraag bij het bevoegd gezag. Met de nieuwe werkwijze hoeft hij geen aanvraag meer in te dienen om voor de onderhavige aanvullende vergoeding in aanmerking te komen. De berekening en uitbetaling geschiedt dan namelijk automatisch. In de praktijk wordt gekozen om eerst (een deel van) de eindejaarsuitkering in te zetten en als die niet volstaat dan zal (een deel van) het salaris van november worden ingezet. Voor de ambtenaar heeft deze gehanteerde inzetvolgorde van de bronnen geen gevolgen.

Nu voor de onderhavige bestemmingsmogelijkheid geen aanvraag meer hoeft te worden ingediend kan artikel 2, tiende lid, komen te vervallen. Dit lid ziet namelijk nog op de situatie dat voor de onderhavige bestemmingmogelijkheid een aanvraag moest worden ingediend.

Mogelijk neveneffect van de automatische vergoeding op de WW-uitkering

De automatische vergoeding kan van invloed zijn op de hoogte van een werkeloosheidsuitkering. Dat zal het geval zijn als de WW-uitkering wordt toegekend binnen een jaar na de uitruil en als de uitkering is berekend, uitgaande van een dagloon dat lager is dan het maximumdagloon (per 1 januari 2013 is dit € 4237,75 per maand).

De uitruil van de eindejaarsuitkering en het salaris heeft geen invloed op een WW-uitkering als na die uitruil het inkomen nog steeds hoger was dan het hierboven genoemde loon per maand.

De ambtenaar in vaste dienst, die binnen een jaar na de uitruil wordt ontslagen komt in aanmerking voor de bovenwettelijke WW-uitkering. Op deze uitkering heeft de uitruil altijd invloed deze uitkering niet gebaseerd is op het maximum dagloon maar op de bezoldiging. Deze is als gevolg van de uitruil verlaagd.

De ambtenaar kan indien hij dit risico niet wil lopen, bij het bevoegd gezag kenbaar maken geen gebruik van de automatische vergoeding te zullen maken. Indien de ambtenaar gebruik kan maken van het P-Direktportaal, dan kan deze melding via P-Direkt worden gedaan. Onderdelen van de Sector Rijk die nog geen gebruik maken van het P-Direktportaal zullen deze specifieke procedure op een andere wijze dienen in te richten.

Bij de voorlichting over de automatische vergoeding (die in 2011 al is toegepast) is aangegeven dat, deze regeling gevolgen kan hebben voor de hoogte van de WW-uitkering als het ontslag binnen een jaar plaatsvindt. Voor ambtenaren waarbij de kans op een ontslag speelt is nadrukkelijk op dit gevolg gewezen en is in overweging gegeven van de automatische ruil af te zien.

De ambtenaar heeft van de ruil af kunnen zien door de verklaring op te sturen die bij de salarisstrook van de maand september 2011 is meegezonden, dan wel heeft dit per e-mail aan het contactcenter van P-Direkt kunnen melden. Indien vóór 1 november 2011 geen reactie van de ambtenaar was ontvangen, is aangenomen dat gekozen was voor de automatische vergoeding en uitbetaling. Een vergelijkbare werkwijze is gehanteerd bij ambtenaren die na 15 november 2011 met ontslag zijn gegaan. Zij hebben de keuze voorgelegd gekregen bij hun ontslagaanvraag. Na de inwerkingtreding van deze regeling zal een vergelijkbare procedure worden gehanteerd. Communicatie daarover vindt plaats via het Rijksportaal Personeel en het P-Direktportaal. Mochten er gevallen zijn waarvoor toepassing van de automatische uitbetaling toch nadelig uitpakt, als die naar oordeel van het bevoegd gezag, (mede) het gevolg zijn van onvoldoende voorlichting van werkgeverszijde, dan kan het bevoegd gezag beslissen tot toepassing van de hardheidsclausule in artikel 10 van het IKAP om de nadelige effecten daarvan te compenseren.

Voor ambtenaren die veel dienstreiskilometers tegen het hoge kilometertarief maken (€ 0,37) is saldering van het fiscaal bovenmatige deel van deze vergoeding met de fiscale ruimte in de kilometervergoeding bij woon-werkverkeer voordeliger dan het gebruik van de IKAP omdat het salderen geen invloed heeft op het loon dat als grondslag dient voor een werkloosheidsuitkering. Daarom wordt voor hen eerst (maandelijks) het fiscaal bovenmatige deel gesaldeerd met de fiscale ruimte van de kilometervergoeding voor woon-werkverkeer. Bij de berekening van de aanvullende tegemoetkoming wordt rekening gehouden met die saldering.

Inwerkingtreding

De regeling heeft terugwerkende kracht. Dit is niet bezwaarlijk gezien het begunstigende karakter van de regeling. Bovendien zijn alle rijksambtenaren van deze regeling op de hoogte gesteld via de toelichting bij de salarisstrook van de maand september 2011.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

Naar boven