Regeling van de Minister van Economische Zaken van 12 maart 2013, nr. WJZ/13036663, tot wijziging van de Regeling vaststelling eenmalig bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2011

De Minister van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 3.3a, eerste en tweede lid, van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

ARTIKEL I

Artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b, c en d, van de Regeling vaststelling eenmalig bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2011 wordt als volgt gewijzigd:

a. voor de vergunning voor kavel A1 en een vergunning voor digitale radio-omroep: € 25.592.000;

b. voor de vergunning voor kavel A2 en een vergunning voor digitale radio-omroep: € 20.385.000;

c. voor de vergunning voor kavel A3 en een vergunning voor digitale radio-omroep: € 26.804.000;

d. voor de vergunning voor kavel A6 en een vergunning voor digitale radio-omroep: € 26.473.000.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 12 maart 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Algemeen

Deze regeling strekt er toe de Regeling vaststelling eenmalig bedrag landelijke commerciële radio-omroep 2011 (verder: Regeling eenmalig bedrag) te wijzigen om enkele van de in deze regeling vastgelegde eenmalige bedragen neerwaarts bij te stellen. Deze eenmalige bedragen zijn vergunninghouders van landelijke commerciële radio-omroepvergunningen verschuldigd voor de verlenging van hun vergunning voor de periode 2011–2017. Aanleiding voor deze wijziging is een rechtszaak betreffende deze eenmalige bedragen, aangespannen door de desbetreffende vergunninghouders (rechtszaak met uitspraken van 14 juni 2012, LJN nummers BW 8422, BW8423, BW8423, BW8427).

Ten behoeve van de bepaling van de eenmalige bedragen heeft SEO Economisch Onderzoek samen met het Instituut voor Informatierecht (IViR) en TNO Informatie- en Communicatietechnologie de economische waarde van de vergunningen berekend. Die berekeningen zijn ter voorbereiding van de hiervoor bedoelde rechtszaak nog eens getoetst door SEO Economisch Onderzoek. Daarbij is aan het licht gekomen dat het invoeren van gegevens in de rekenmodellen niet geheel consistent is gebeurd. Als gevolg van deze inconsistentie vertoont de eerder berekende economische waarde van de vergunningen een afwijking van maximaal 1,5% van de waarde zoals te berekenen bij een consistente invoer van gegevens. Omdat de hoogte van de eenmalige bedragen zoals vastgesteld in de Regeling eenmalig bedrag is gebaseerd op de economische waarde, dienen deze eenmalige bedragen te worden gecorrigeerd voor zover zij hoger zijn dan de correct berekende economische waarde.

In de Regeling eenmalig bedrag is het eenmalig bedrag vastgesteld voor de vergunningen voor de kavels A1, A2, A3 en A6. De hernieuwde berekening levert bedragen op die respectievelijk € 134.000,– lager, € 307.000,– hoger, € 131.000,– lager en € 108.000,– lager liggen. Verhoging van het eenmalig bedrag zoals eerder vastgesteld voor de verlenging van de vergunningen voor landelijke commerciële radio-omroep kan niet aan de orde zijn. Artikel 3.3a, vierde lid, Telecommunicatiewet laat hiervoor ook geen ruimte. De neerwaartse bijstelling voor de andere vergunningen wordt met deze regeling gerealiseerd. De betalingsregeling die is getroffen voor de desbetreffende vergunninghouders zal overeenkomstig deze aanpassing van de eenmalige bedragen worden bijgesteld.

2. Regeldrukeffecten

Deze wijziging van de regeling heeft geen effecten voor de regeldruk. De administratieve lasten of nalevingskosten voor bedrijven veranderen niet. De onder 1 bedoelde bijstelling van de betalingsregeling zal op initiatief van en door Agentschap Telecom plaatsvinden. In het licht van hetgeen gesteld is in paragraaf 1 van deze toelichting, is een weging van alternatieven niet aan de orde.

3. Beleid betreffende vaste verandermomenten

De met deze regeling te realiseren correctie van de eenmalige bedragen is in het belang van de desbetreffende vergunninghouders. Toepassing van het beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten zou in dit geval geen voordelen met zich brengen. In verband hiermee is afgeweken van het beleid ten aanzien van de vaste verandermomenten. De uitzonderingsgrond ’Hoge c.q. buitensporige private of publieke voor- en nadelen van vertragingen of vervroeging van invoering’ is hier van toepassing.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven