De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op de artikelen 156c, tweede lid, 156o, 156s, tweede lid, 156w, tweede lid en
156x, eerste en vijfde lid van het Reglement rijbewijzen;
Besluit:
ARTIKEL I
De Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 22 wordt als volgt gewijzigd:
-
1. In het eerste lid wordt ‘opleidingsinstituut ’vervangen door: opleidingscentrum.
-
2. In het tweede lid wordt, onder het vervallen van de punt aan het slot, een zinsnede
toegevoegd, luidende: en kan door de aangewezen exameninstantie worden ingetrokken
of geschorst, indien de praktijktoets of het opleidingscentrum niet voldoet aan de
door de aangewezen exameninstantie vastgestelde eisen.
3. Na het tweede lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
3. Het opleidingscentrum is gehouden tot betaling, op de door de aangewezen exameninstantie
vastgestelde wijze, van het door deze instantie ter zake van de kosten van de aanwijzing
vastgestelde tarief.
B
In artikel 25, tweede lid, worden, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
e door een puntkomma, drie onderdelen toegevoegd, luidende:
-
f. het opleidingscentrum biedt de nascholingscursussen aan in de daarvoor aangemelde
locatie;
-
g. het opleidingscentrum voert een juiste administratie;
-
h. het opleidingscentrum handelt in overeenstemming met andere uit de erkenning voortvloeiende
verplichtingen.
C
Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel
h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
-
i. de cursus wordt uitgevoerd conform de bij de aanvraag gevoegde documenten en de eisen,
zoals deze zijn gedefinieerd in het raamwerk van nascholingscursussen, bedoeld in
artikel 156s, tweede lid van het Reglement rijbewijzen.
2. Na het tweede lid worden twee leden toegevoegd, luidende:
-
3. Een certificering van een nascholingscursus kan door de aangewezen exameninstantie
worden geschorst of ingetrokken, indien niet langer aan de eisen in het eerste lid
wordt voldaan.
-
4. Het opleidingscentrum is gehouden tot betaling, op de door de aangewezen exameninstantie
vastgestelde wijze, van het door deze instantie ter zake van de kosten van de certificering
van nascholingscursussen vastgestelde tarief.
D
Na artikel 26 wordt een paragraaf ingevoegd, luidende:
§ 3a Certificaat praktijktrainer nascholing
Artikel 26a
-
1. De aangewezen exameninstantie is belast met het afnemen van het examen praktijktrainer
nascholing.
-
2. Het certificaat praktijktrainer nascholing wordt afgegeven tegen betaling, op de
door de aangewezen exameninstantie vastgestelde wijze, van het door deze instantie
ter zake van de kosten van het certificaat praktijktrainer nascholing vastgestelde
tarief en indien wordt voldaan aan de eisen die zijn vastgesteld door de aangewezen
exameninstantie.
E
Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
2. In het eerste lid (nieuw) wordt ‘156n en’ vervangen door: 156n,
3. In het eerste lid (nieuw) wordt na ‘Reglement rijbewijzen’ een zinsnede toegevoegd,
luidende: en artikel 26 van deze regeling.
4. Na het eerste lid wordt een lid toegevoegd, luidende:
-
2. Het erkende opleidingscentrum is gehouden tot betaling, op de door de aangewezen
exameninstantie vastgestelde wijze, van het door deze instantie ter zake van de kosten
van het toezicht vastgestelde tarief.
ARTIKEL II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2013.
TOELICHTING
Algemeen
Het Centraal Bureau voor de Rijvaardigheid (CBR) houdt als de aangewezen exameninstantie
onder andere toezicht op de naleving van de eisen die worden gesteld aan de aanwijzing
van rij-instructeurs om praktijktoetsen af te nemen, de erkenning van opleidingscentra
om nascholingscursussen te geven, de afname van het examen voor praktijktrainers nascholing
en de certificering van nascholingscursussen. Met de onderhavige wijziging van de
Regeling vakbekwaamheid bestuurders 2012 wordt voorzien in de mogelijkheid voor het
CBR om beter toe te zien op de juiste naleving van deze eisen en wordt een aantal
omissies hersteld.
Artikelsgewijs
Artikel I
A (artikel 22)
Dit onderdeel biedt het CBR als aangewezen exameninstantie de mogelijkheid om de aanwijzing
in te trekken dan wel te schorsen, indien de praktijktoets of het opleidingscentrum
niet langer voldoet aan de eisen die door het CBR zijn opgesteld. Bovendien biedt
dit onderdeel de mogelijkheid voor het CBR om kosten in rekening te brengen die verband
houden met de aanwijzing. Het woord opleidingsinstituut werd abusievelijk gebezigd.
Het is gewijzigd in opleidingscentrum.
B (artikel 25)
In dit onderdeel wordt een aantal eisen toegevoegd waaraan een opleidingscentrum dient
te voldoen om voor erkenning in aanmerking te komen. In de oorspronkelijke tekst van
artikel 25 is aangegeven dat een opleidingscentrum nascholingscursussen biedt in een
daarvoor geschikte locatie. Voor het CBR is eveneens van belang dat de nascholingscursus
wordt gegeven in de locatie die ten tijde van de aanmelding is opgegeven. Een geschikte
locatie kan namelijk een andere locatie zijn dan een daarvoor aangemelde locatie.
Om te garanderen dat de cursussen daadwerkelijk worden gehouden in de locatie die
is aangemeld en op deze manier een effectief toezicht door het CBR te waarborgen.
Daarnaast worden nog de volgende wijzigingen in de tekst van artikel 25 van de Regeling
doorgevoerd:
Het opleidingscentrum dient een juiste administratie te voeren. Daarbij dient onder
meer gedacht te worden aan het bijhouden van de persoonsgegevens van de cursist, het
controleren van de legitimatie en het rijbewijs van de cursist en het tekenen van
de presentielijst. De praktische eisen die verband houden met een juiste administratie
worden nader uitgewerkt in een beleidsregel.
C (artikel 26)
In dit onderdeel worden de eisen ten aanzien van certificering van nascholingscursussen
verduidelijkt. Het is de bedoeling dat een cursus wordt uitgevoerd conform de bij
de aanvraag gevoegde documenten en de eisen zoals deze zijn gedefinieerd in het raamwerk
van nascholingscursussen. Om verwarring te voorkomen wordt dit nu expliciet in de
Regeling opgenomen.
Bovendien regelt dit onderdeel dat het CBR een certificering van de nascholingscursussen
kan intrekken of schorsen.
Tot slot wordt geregeld dat het opleidingscentrum is gehouden tot betaling van de
kosten die het CBR maakt bij de beoordeling of een opleidingscentrum in aanmerking
komt voor een certificering van de nascholingscursus.
D (artikel 26a)
Dit onderdeel regelt dat het CBR belast is met het afnemen van het examen praktijktrainer
nascholing. Het CBR beoordeelt de didactische kwaliteiten en de rijvaardigheid van
praktijktrainers die praktijktrainingen geven in het kader van de nascholing richtlijn
vakbekwaamheid (code 95). De beoordeling bestaat uit twee onderdelen; een rijvaardigheidsanalyse
en een audit van een lessituatie.
Het CBR mag voor het afnemen van het examen kosten in rekening brengen.
E (artikel 28)
Het CBR maakt in het kader van toezicht en verscherpt toezicht kosten. Bij verscherpt
toezicht kan worden gedacht aan extra steekproeven die het CBR verricht als er bij
een eerdere controle is vastgesteld dat in strijd met de eisen is gehandeld. Ook komt
het voor dat de steekproef geen doorgang heeft kunnen vinden door toedoen van het
opleidingscentrum, wanneer bijvoorbeeld het opleidingscentrum een datum en tijdstip
doorgeeft aan het CBR waarop een cursus wordt gegeven en er blijkt niemand aanwezig
te zijn. Het is de bedoeling dat de kosten die het CBR hierdoor maakt, worden verhaald
op het opleidingscentrum, maar dat is niet eerder expliciet geregeld. Dit onderdeel
herstelt deze omissie.
Vaste verandermomenten
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2013. Daarmee wordt uitvoering
gegeven aan aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor de regelgeving. Dit artikel bepaalt
dat een ministeriële regeling in werking treedt conform vaste verandermomenten: met
ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Wel wordt afgeweken van de regel
dat publicatie minimaal twee maanden voorafgaand aan inwerkingtreding van de regeling
plaatsvindt. Voor die afwijking van het systeem van vaste verandermomenten is gekozen
omdat het CBR gebaat is bij een zo spoedig mogelijke inwerkingtreding.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.