De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 123, eerste lid, van de Wet op het primair onderwijs, artikel 120,
eerste lid, van de Wet op de expertisecentra en artikel 4, tweede lid, van de Wet
overige OCW-subsidies;
Besluit:
ARTIKEL I. WIJZIGING REGELING BEKOSTIGING PERSONEEL PO 2012–2013 EN AANPASSING BEDRAGEN
LEERLINGGEBONDEN BUDGET VO 2012–2013
De Regeling bekostiging personeel PO 2012–2013 en aanpassing bedragen leerlinggebonden
budget VO 2012–2013 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 38 wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 38a Vaststelling bedragen prestatiebox primair onderwijs zoals bedoeld in
artikel 3 eerste lid van de regeling
-
1. De bedragen per leerling zijn voor de in de eerste kolom genoemde doelen van de
Regeling prestatiebox voor de laatste 7 maanden van het schooljaar 2012–2013.
Artikel
|
bedrag per leerling
|
2, eerste lid (opbrengstgericht werken basisonderwijs)
|
€ 27,78
|
2, eerste lid (professionalisering leraren basisonderwijs)
|
€ 14,51
|
2, tweede lid (taal en rekenen,toetsen (voortgezet) speciaal onderwijs)
|
€ 19,60
|
2, tweede lid (professionalisering leraren (voortgezet) speciaal onderwijs)
|
€ 39,76
|
2, derde lid (cultuureducatieve activiteiten)
|
€ 6,40
|
-
2. Het bedrag per school bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Regeling prestatiebox
primair onderwijs is voor de laatste 7 maanden van het schooljaar 2012–2013 voor basisscholen
en speciale scholen voor basisonderwijs € 1.145 en voor scholen voor (voortgezet)
speciaal onderwijs € 1.989.
B
Aan artikel 43 wordt een lid toegevoegd, luidende:
ARTIKEL II. INWERKINGTREDING
Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van
de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker.
TOELICHTING
Algemeen
Met deze wijziging van de Regeling bekostiging personeel PO 2012–2013 en aanpassing
bedragen leerlinggebonden budget VO 2012–2013 worden de bedragen van de prestatiebox
primair onderwijs voor de eerste 7 maanden van 2013 vastgesteld.
De prestatiebox
Het kabinet Rutte-1 heeft een specifiek stimuleringsbeleid geformuleerd gericht op
een aantal prioriteiten. Deze prioriteiten zijn uitgewerkt in de actieplannen ‘Basis
voor presteren’ en ‘Leraar 2020 – een krachtig beroep!’ De landelijke prioriteiten
zijn in het Bestuursakkoord 2012–2015 met de PO-Raad vertaald in prestatieafspraken
die gelden voor de sector als geheel. De afspraken hebben betrekking op de schooljaren
2011–2012 tot en met 2014–2015. Schoolbesturen vertalen de landelijke prioriteiten
naar het eigen beleid, uitgaand van hun eigen (start)situatie. Hiertoe ontvangen schoolbesturen
middelen in de prestatiebox.
Alle schoolbesturen ontvangen middelen via de prestatiebox. De middelen worden ambtshalve
toegekend. De hoogte van de bekostiging kan per schooltype verschillen. Besturen hebben
bestedingsvrijheid bij de inzet van middelen uit de prestatiebox. Het is niet aan
de orde dat middelen uit de prestatiebox worden teruggevorderd als blijkt dat ze niet
voor de doelen zijn ingezet waarvoor ze beschikbaar zijn gesteld. Wel zijn besturen
te allen tijde verplicht aanvullende informatie te verstrekken over hun ambities en
doelstellingen, resultaten en daarvoor ingezette middelen. Deze informatie wordt onder
andere gegeven in een beknopt verslag in het jaarverslag. Uitgangspunt is dat de extra
administratieve lasten voor de scholen beperkt blijven.
De Regeling prestatiebox primair onderwijs heeft een looptijd van vier jaar. Op basis
van een in 2013 uit te voeren midterm-review zal worden besloten of de regeling ongewijzigd
blijft voor de schooljaren 2014–2015 of dat de beschikbaar gestelde middelen niet,
niet geheel, of onder striktere voorwaarden worden verstrekt.
De bedragen voor 2013
De bedragen die in het kader van de prestatiebox per leerling en per school worden
betaald in 2013 zijn hoger dan in 2012. Dit heeft een aantal redenen:
-
• De beschikbare middelen zijn hoger ten opzichte van 2012 (zie Tabel 1, afkomstig uit
het bestuursakkoord).
-
• De bedragen zijn met 0,42% verhoogd in verband met een toename van de werkgeverslasten.
-
• De middelen voor cultuureducatie zitten met ingang van dit jaar voor het eerst geheel
in de prestatiebox. Deze middelen werden vorig jaar nog op basis van een aparte regeling
uitgekeerd.
Tabel 1: Macrobedragen prestatiebox 2012–2015
In mln €
|
2012
|
2013
|
2014
|
2015
|
Taal en rekenen
|
36,1
|
36,8
|
25,1
|
25,1
|
Wetenschap en techniek
|
6,7
|
6,7
|
6,7
|
6,7
|
Hoogbegaafden
|
11,7
|
17,5
|
17,5
|
17,5
|
Toetsen (lovs)
|
18,0
|
18,0
|
20,0
|
20,0
|
Professionalisering
|
42,0
|
70,1
|
70,1
|
70,1
|
Cultuureducatie
|
18,0
|
18,0
|
18,0
|
18,0
|
TOTAAL
|
132,5
|
167,1
|
157,4
|
157,4
|
Betaling in 2013
De prestatiebox wordt in 2013 in twee termijnen betaald. De eerste termijn ter hoogte
van 7/12e van het beschikbare budget wordt in maart 2013 beschikbaar gesteld. De tweede
termijn ter hoogte van 5/12e van het budget wordt middels de regeling personele bekostiging
2013/2014 in oktober 2013 beschikbaar gesteld.
Inwerkingtreding/Vaste verandermomenten
Er wordt in deze wijzigingsregeling afgeweken van de vaste verandermomenten en de
minimale invoeringstermijn van twee maanden. Reden hiervoor is dat het onderwijsveld
gebaat is bij een snelle inwerkingtreding.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
S. Dekker.