Besluit van de directeur-generaal DUO van 6 februari 2013, houdende de vaststelling van de Ondermandaatregeling DUO 2013 (Ondermandaatregeling DUO 2013)

De directeur-generaal DUO,

Gelet op het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008;

Gelet op het Mandaatbesluit beschermde stads- en dorpsgezichten;

Gelet op het Besluit mandaat en machtiging directeur-generaal Dienst Uitvoering Onderwijs;

Gelet op het Besluit mandaat, volmacht en machtiging Dienst Uitvoering Onderwijs Wet- en regelgeving inburgering 2013;

Besluit:

Artikel 1. Mandaat voor de uitvoering

De volgende functionarissen hebben mandaat ten aanzien van alle aangelegenheden die behoren tot hun werkterrein: De hoofddirecteur Uitvoering & Dienstverlening en de hoofddirecteur Bedrijfsvoering, de directeur Onderwijsinstellingen, de directeur Beleid & Strategie, de manager Onderwijsloket Data, de manager Bedrijfsvoering Diensten, de (plaatsvervangend) productmanagers, de clustermanagers, de programmamanagers, de directeur Onderwijsvolgers, de directeur Registers & Examens, de directeur ICT-Supply, de manager Human Resource, de manager Bezwaar, Beroep, Klachten en Beleid, de onder de vijf laatstgenoemden vallende managers en medewerkers, de centrale klachtenfunctionaris, de medewerker Programmabeheer locatie Groningen, de Klachtenfunctionarissen Onderwijsvolgers, de medewerker klachtafhandeling Servicecentrum Inburgering en de medewerker klachten en klanttevredenheid Registers & Examens.

Artikel 2. Mandaat voor Personele bevoegdheden

De managers van de eerste en tweede managementlaag onder het niveau van directeur-generaal hebben mandaat voor het nemen van personele besluiten als bedoeld in artikel 14, derde lid van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 ten behoeve van het onder hen ressorterende personeel.

Artikel 3. Mandaat voor bezwaar en beroep

  • 1. De directeuren Onderwijsvolgers, Registers & Examens en Onderwijsinstellingen, de manager Human Resource, de manager van de afdeling Bezwaar, Beroep, Klachten en Beleid, de afdelingsmanagers en managers Onderwijsvolgers en Registers & Examens, de medewerkers inburgering bezwaar en klachten en de medewerkers Bezwaar, Beroep en Procesvoering van de afdeling Bezwaar, Beroep, Klachten en Beleid alsmede de Klachtenfunctionarissen hebben mandaat te beslissen op bezwaarschriften die zijn ingediend in aangelegenheden behorend tot hun werkterrein.

  • 2. De directeuren Onderwijsvolgers en Registers & Examens, de manager Human Resource, de manager Bezwaar, Beroep, Klachten en Beleid, de afdelingsmanagers en managers Onderwijsvolgers en Registers & Examens, de medewerkers inburgering beroep, de medewerkers Procesvoering en Beroep van de afdeling Bezwaar, Beroep, Klachten en Beleid en de (senior) juridisch medewerkers hebben mandaat, met het recht zich door anderen te laten bijstaan, ten aanzien van alle aangelegenheden die behoren tot hun werkterrein, waaronder in ieder geval begrepen vertegenwoordiging van een bewindspersoon inzake:

    • a. bezwaarschriftenprocedures;

    • b. gedingen aanhangig bij de rechter;

    • c. het instellen van enig rechtsmiddel tegen uitspraken in de onder b. genoemde gedingen.

  • 3. De senior juridisch medewerkers hebben tevens het recht van substitutie.

Artikel 4. Mandaat aan anderen en ondermandaat

  • 1. De directeur-generaal DUO, de hoofddirecteur Uitvoering & Dienstverlening en de hoofddirecteur Bedrijfsvoering kunnen, onverminderd het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 bij afzonderlijk besluit mandaat aan anderen dan de in artikel 1, 2 en 3 genoemde functionarissen verlenen.

  • 2. Het verlenen van ondermandaat is slechts mogelijk voor zover dat bij deze regeling of afzonderlijk besluit van de directeur-generaal DUO, de hoofddirecteur Uitvoering & Dienstverlening of hoofddirecteur Bedrijfsvoering is toegestaan.

Artikel 5. Vervanging

Bij afwezigheid van de directeur-generaal DUO gaan diens bevoegdheden over op de hoofddirecteur Uitvoering & Dienstverlening. Bij afwezigheid van de directeur-generaal DUO en de hoofddirecteur Uitvoering & Dienstverlening gaan hun bevoegdheden over op de hoofddirecteur Bedrijfsvoering. Bij afwezigheid van de hoofddirecteur Uitvoering & Dienstverlening alsmede de hoofddirecteur Bedrijfsvoering dan wel een van hen gaan hun bevoegdheden over op de directeur-generaal DUO.

Artikel 6. Intrekking

  • 1. De Ondermandaatregeling DUO 2010 wordt ingetrokken.

  • 2. Mandaten die zijn verleend op grond van de Ondermandaatregeling DUO 2010 en die gelden op de dag voor inwerkingtreding van deze regeling, worden geacht te zijn verleend op grond van deze regeling.

  • 3. Besluiten, genomen vóór 1 januari 2013 door in deze regeling gemandateerde functionarissen, worden geacht te vallen onder de werking van deze regeling.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werkingmet ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2013.

Artikel 8. Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Ondermandaatregeling DUO 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Tevens zal deze regeling worden geplaatst op de internetsite van DUO www.ocwduo.nl.

De directeur-generaal DUO, R.J.A. Kerstens.

TOELICHTING

De onderhavige regeling geeft invulling aan de ondermandaten binnen de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en vervangt de Ondermandaatregeling DUO 2010. Voornaamste reden voor de vervanging is de wijziging van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 per 1 januari 2013 waarbij de mandaten op personeelsgebied lager in de OCW-organisatie zijn belegd. Als gevolg daarvan is het artikel 5 van de Ondermandaatregeling DUO 2010 niet teruggekomen en is een nieuw artikel 2 toegevoegd waarin aan de eerste en tweede managementlaag onder het niveau van DG personele bevoegdheden als bedoeld in artikel 14, derde lid van het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 zijn toegekend. Binnen DUO zijn daarnaast de namen van een aantal organisatieonderdelen gewijzigd. Met deze nieuwe regeling worden de ondermandaten in overeenstemming gebracht met die nieuwe namen. Wat inhoud betreft zijn de oude functies gelijk aan de nieuwe functies. Een aantal nieuwe namen is al vóór 1 januari 2013 in besluiten gebruikt. Om te benadrukken dat die besluiten bevoegd zijn genomen is het derde lid aan artikel 6 toegevoegd.

In deze regeling geeft de directeur-generaal DUO aan wie er binnen DUO ondermandaat krijgen.

In lijn met het Organisatie- en mandaatbesluit van OCW is er gekozen voor een systematiek waarbij mandaat wordt verleend aan functionarissen. De omvang van de mandaten wordt grotendeels bepaald door het werkterrein van de betreffende functionaris. Mandaat wordt immers verleend voor alle taken die behoren tot het werkterrein.

Hierbij is nog wel het volgende van belang. De directeur-generaal DUO kan slechts ondermandaat verlenen voor bevoegdheden die hij zelf heeft gekregen en waarvoor ondermandaat ook is toegestaan. In het Organisatie- en mandaatbesluit OCW is namelijk een aantal zaken voorbehouden aan bijvoorbeeld de bewindslieden en de secretaris-generaal.

Daarnaast is voor bepaalde zaken waarin wel mandaat aan de directeur-generaal DUO is verleend ondermandaat expliciet verboden.

Voor een volledig beeld met betrekking tot de ondermandaten alsmede de voorbehouden aan andere functionarissen zijn dus zowel deze regeling als het Organisatie- en mandaatbesluit OCW 2008 alsmede eventuele regelingen van andere departementen van belang.

De directeur-generaal DUO, R.J.A. Kerstens.

Naar boven