Besluit van de directeur Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen van 2 maart 2013, houdende verlening van ondermandaat, volmacht en machtiging voor de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen (Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen 2013)

De directeur Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen,

Gelet op afdeling 10.1.1. van de Algemene wet bestuursrecht en het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2013;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. de NAK:

de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen;

c. de wet;

de Plantenziektenwet;

d. het besluit:

het Besluit bestrijding schadelijke organismen;

e. de regeling:

de Regeling invoer, uitvoer en verkeer van planten.

Artikel 2

  • 1. Aan de managers, de technisch coördinator, de regiohoofden, de teamleiders en de vakspecialisten van de NAK wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

    • a. de vergunning voor het elektronisch aanvragen van inspecties, bedoeld in artikel 20a, eerste lid, van de regeling;

    • b. de mededelingen en aanzeggingen, op grond van het besluit, indien de NAK de vondst zelf mag afhandelen;

    • c. het besluit, bedoeld in artikel 2 van de Regeling bestrijding schadelijke organismen, indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

    • d. de toestemmingen en de aanwijzingen, op grond van het besluit, indien de keuringsdienst de vondst zelf mag afhandelen;

    • e. de registratie, bedoeld in artikel 17, dan wel de doorhaling van de registratie, bedoeld in artikel 19, van de regeling;

    • f. het aanmaken, drukken of nadien bewaren van plantenpaspoorten, als bedoeld in artikel 7, vijfde lid, van de regeling;

    • g. het gebruiken van plantenpaspoorten als bedoeld in artikel 7, zesde lid, van de regeling;

    • h. de besluiten, bedoeld in artikel 20a, derde tot en met zevende lid, van de regeling;

    • i. voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met de verklaring, bedoeld in artikel 5 en 6 van de Regeling bruin- en ringrot 2000.

  • 2. Aan de managers, het hoofd Financiën en de projectleider van de NAK wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verzenden van facturen voor de verrichte werkzaamheden, bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, g, j en k, het tweede en zevende lid, van het Besluit mandaat, volmacht en machtiging keuringsdiensten 2013, die zijn gebaseerd op de door de minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de wet.

  • 3. Aan de managers, het hoofd Financiën en de projectleider van de NAK wordt voorts, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het verzenden van facturen voor de afgifte van een fytosanitair certificaat en het eindonderzoek van de voor export gereedstaande zending die zijn gebaseerd op door de minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de wet.

  • 4. Aan de managers, het hoofd Financiën en de projectleider van de NAK wordt ieder voor zich mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het verzenden van facturen voor de verrichte werkzaamheden voor het doen van bijschrijvingen op een certificaat ten behoeve van zendingen van producten die onder de Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde in het wild levende dier-en plantsoorten (Trb.  50 (1973) nr. 22) vallen die zijn gebaseerd op de door de minister vastgestelde tarieven als bedoeld in artikel 6a van de wet.

  • 5. Aan de managers van de NAK wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met het besluit tot oplegging van een last onder bestuursdwang als bedoeld in artikel 93 van de Zaaizaad en plantgoedwet 2005, aangaande het teeltmateriaal van landbouwgewassen, alsmede de hiermee samenhangende besluiten.

  • 6. Aan de managers van de NAK wordt voorts, ieder voor zich, mandaat en machtiging verleend voor het besluit tot toepassing van artikel 12, eerste lid, van de wet voor zover het de verplichting tot het verlenen van medewerking van een krachtens artikel 10 van de wet aangewezen functionaris.

  • 7. Aan de managers van NAK wordt, ieder voor zich, tevens mandaat en machtiging verleend voor de uitgifte van legitimatiebewijzen aan de medewerkers van de NAK die zijn aangewezen als toezichthouder bedoeld in artikel 10 van de wet.

  • 8. Aan de managers, technisch coördinator, regiohoofden, teamleiders, vakspecialisten, keurmeesters, controleurs en monsternemers van de NAK wordt, ieder voor zich, machtiging verleend voor het kenmerken of het onder verzegeling brengen als bedoeld in artikel 15 van het besluit.

Artikel 3

  • 1. Aan de technisch coördinator, de regiohoofden, de teamleiders, de vakspecialisten, de keurmeesters, de medewerkers INF, de medewerkers LAB, de controleurs en de monsternemers van de NAK wordt, ieder voor zich, mandaat, volmacht en machtiging verleend voor het nemen van beschikkingen en het verrichten van overige handelingen die verband houden met:

    • a. de verklaring, bedoeld in artikel 12, tiende lid, van de regeling;

    • b. het plantenpaspoort, bedoeld in artikel 6 van de regeling;

    • c. de verklaring, bedoeld in artikel 12b van het besluit;

    • d. de routinematige monitoring op de aanwezigheid van schadelijke organismen op grond van artikel 3 van de wet en het op verzoek van de minister verrichten van overige werkzaamheden die verband houden met de aanwezigheid van een schadelijk organisme.

  • 2. Aan de medewerkers INF en medewerkers LAB van de NAK wordt tevens, ieder voor zich, machtiging verleend voor het mededelen van de uitslagen van de onderzoeken als bedoeld in artikel 12, eerste lid, van de regeling.

  • 3. Aan de medewerkers INF en medewerkers LAB van de NAK wordt voorts, ieder voor zich, machtiging verleend voor het verrichten van overige handelingen als bedoeld in artikel 20b van de regeling.

Artikel 4

Een afschrift van dit besluit wordt gezonden aan de secretaris generaal, de directeur Wetgeving en Juridische Zaken van het Ministerie van Economische Zaken en aan degenen aan wie krachtens dit besluit mandaat, volmacht en machtiging is verleend.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van dag na de datum van publicatie in de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 maart 2013.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit ondermandaat, volmacht en machtiging Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen 2013.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Emmeloord, 2 maart 2013

De directeur Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, E. Casteleijn

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd bezwaarschrift indienen bij de directeur van de Stichting Nederlandse Algemene Keuringsdienst voor zaaizaad en pootgoed van landbouwgewassen, Postbus 1115, 8300 BC EMMELOORD.

Naar boven