TOELICHTING
Algemeen
Met deze regeling wordt het gebruik van Yakovlev-52 vliegtuigen (hierna: Yak-52) in
Nederland gereguleerd. Bepaalde categorieën luchtvaartuigen vallen onder de Europese
luchtvaartveiligheidsregels. Deze regels vinden hun basis in verordening (EG) nr.
216/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 20 februari 2008 tot vaststelling
van gemeenschappelijke regels op het gebied van burgerluchtvaart en tot oprichting
van een Europees Agentschap voor de veiligheid van de luchtvaart, houdende intrekking
van Richtlijn 91/670/EEG, Verordening (EG) nr. 1592/2002 en Richtlijn 2004/36/EG (PbEU
L 79). Echter, in Annex II van deze verordening wordt een aantal categorieën uitgezonderd
van de werking van de verordening. Deze luchtvaartuigen moeten nationaal worden gereguleerd.
De Yak-52 is een type vliegtuig dat valt onder Annex II.
De bepalingen van de Wet luchtvaart (hierna: de wet) inzake brevettering (hoofdstuk
2), luchtwaardigheid (hoofdstuk 3) en vluchtuitvoering (hoofdstuk 4) zijn grotendeels
van toepassing op luchtvaartuigen die niet onder de Europese regelgeving vallen. De
bepalingen in de wet inzake toezicht en handhaving (hoofdstuk 11) zijn hier eveneens
van toepassing. De hoofdstukken 2 tot en met 4 van de wet zijn nader uitgewerkt in
een aantal besluiten, te weten het Besluit bewijzen van bevoegdheid voor de luchtvaart,
het Besluit luchtvaartuigen 2008 en het Besluit vluchtuitvoering. Onderhavige regeling
ter regulering van de Yak-52 is gebaseerd op deze besluiten.
In Nederland is een aantal van deze luchtvaartuigen gestationeerd die eigendom zijn
van Nederlands ingezetenen. Het betreft hier een van oorsprong in Rusland gebouwd
type vliegtuig dat is ontworpen speciaal voor aerobatic vluchten (luchtacrobatische
vluchten) maar primair is gebouwd voor het trainen van Russische militaire piloten.
Er bestond geruime tijd onduidelijkheid over de status van deze in Nederland gestationeerde
toestellen. Deze vliegtuigen waren voorzien van een nationaliteit- en inschrijvingskenmerk
en een bewijs van inschrijving van de FLA, de Federatie van Russische amateurpiloten.
Gebleken is dat deze instantie nimmer is erkend door de Russische luchtvaartautoriteiten,
waardoor voor deze toestellen een geldige registratie ontbreekt. Het onderhoud aan
deze toestellen werd gedurende deze periode jaarlijks uitgevoerd door een daartoe
bevoegde onderhoudsmonteur. In verband met het onderhoud van dit type toestellen wordt
de Regeling onderhoud luchtvaartuigen op een enkel onderdeel gewijzigd.
Sinds 2001 zijn er in Nederland twee toestellen van dit type verongelukt. Mede naar
aanleiding hiervan beveelt de Onderzoeksraad voor de Veiligheid in de onderzoeksrapporten
aan tot legalisering van onder meer dit type vliegtuigen met het daarbij behorende
toezicht. Met deze regeling wordt een einde gemaakt aan de onduidelijke situatie,
kunnen toestellen van dit type in Nederland worden geregistreerd (ingevolge de Regeling
inschrijving Nederlandse burgerluchtvaartuigen) en is het toezicht op het gebruik
van de toestellen gegarandeerd.
In de Regeling Yakovlev-52 vliegtuigen zijn geen geluidseisen opgenomen omdat in boekdeel
I van bijlage 16 bij het ICAO-verdrag (Verdrag van Chicago inzake de internationale
burgerluchtvaart), aerobatic luchtvaartuigen wordt uitgesloten van de toepassing van
deze internationale geluidsnormen. De reden om in ICAO-Annex-16 geen geluidseisen
op te nemen voor deze luchtvaartuigen is omdat deze luchtvaartuigen niet gebruikt
worden voor het oefenen van het starten en landen, waar de meeste overlast mee wordt
ondervonden door de omgeving. In overige nationale regelingen waarin wordt bepaald
aan welke eisen een luchtvaartuig dient te voldoen worden de normen van ICAO Annex
16 opgelegd (uitgesloten de Regeling MLA waar strengere normen zijn opgenomen). Het
opnemen van geluidseisen in de regeling betreffende de Yak-52, zou de indruk wekken
dat een Yak-52 zou moeten voldoen aan geluidseisen, terwijl deze er niet zijn. Om
die reden zijn geen geluidbepalingen opgenomen in de regeling.
Krachtens het Besluit luchtvaartuigen 2008 wordt op aanvraag een speciaal-BvL afgegeven,
wanneer het desbetreffende luchtvaartuig in staat is op veilige wijze te vliegen en
voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen eisen.
In onderhavige regeling wordt (onder meer) dit artikel uitgewerkt en ten aanzien van
de Yak-52 vliegtuigen voorzien in een basis voor afgifte van een speciaal-BvL (hierna:
S-BvL) zonder dat er een type-certificaat is. Een beschrijving van het basisontwerp
zoals vastgesteld in het document betreffende basicdesign Yak-52 nr. IENM-ILT-2012/21952
vormt de technische basis daarvoor.
De regeling bevat een aantal additionele bepalingen voor de bestuurder (brevetteringsbepalingen)
omdat het besturen van een Yak-52 speciale kennis en ervaring vereist. Er worden eisen
gesteld aan algemene vliegervaring en de specifiek voor dit type vliegtuig te volgen
training. Daarnaast dient de bestuurder van een Yak-52 vliegtuig te beschikken over
een bijzondere typebevoegdverklaring als bedoeld in artikel 5 van het Besluit bewijzen
van bevoegdheid voor de luchtvaart, te weten de Yak-52 typebevoegdverklaring. Bepalingen
ten aanzien van het periodiek toetsen van de bekwaamheid en vaardigheid voor het besturen
van deze toestellen maken eveneens deel uit van de regeling. Verder voorziet deze
regeling in een aantal technische en operationele vereisten en in procedureregels
voor het aanvragen en verlengen van het S-BvL.
In de artikelgewijze toelichting zal hierop nader worden ingegaan.
Administratieve lasten en nalevingkosten
Ter verkrijging van de typebevoegdheid zijn er initiële nalevingkosten. Deze kosten
betreffen lesgelden die aan een bevoegde instructeur dienen te worden betaald. De
kosten per trainingsles bedragen € 100 op een eigen, zelf aangeschaft vliegtuig. Het
aantal benodigde lessen varieert van 5 tot 20. Afhankelijk van het benodigd aantal
lessen is hiermee per persoon naar schatting dan ook een bedrag van maximaal 20 x
€ 100 = € 2000 gemoeid. Deze kosten zijn inclusief de kosten voor een eindtoets. Geschat
wordt dat slechts enkele personen tussen de 5 en 20 lessen zullen nemen. Voor de aanvraag
tot afgifte van de typebevoegdverklaring geldt ingevolge de Regeling tarieven luchtvaart
2008 een tarief van € 122,21 inclusief Btw. De bijschrijving van de typebevoegdverklaring
op het brevet wordt door de Kiwa B.V. verzorgd. Naar verwachting zal slechts een uiterst
beperkt aantal personen, maximaal 15 personen, gebruik maken van mogelijkheid om een
typebevoegdheid te verwerven. Hiervan uitgaande bedragen de totale inhoudelijke nalevingskosten
zal hiervan uitgaande jaarlijks niet meer dan € 31.833,15 (€ 2000 + € 122,21 x 15).
Deze regeling bevat geen informatieverplichtingen aan de overheid en leidt dan ook
niet tot extra administratieve lasten voor burger en bedrijfsleven.
Uitvoering en handhaving
De ILT houdt toezicht op de naleving van o.m. (veiligheids)wetten en regels voor de
luchtvaart en handhaaft deze. In dat verband is deze regeling aan de Inspecteur Generaal
(IG) van de ILT voorgelegd ter toetsing op handhaafbaarheid, uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid
van de bepalingen van de regeling. De IG heeft geconcludeerd dat de regeling geen
problemen of onoverkomelijk extra werk zal opleveren ten aanzien van handhaafbaarheid,
uitvoerbaarheid en fraudebestendigheid.
Inwerkingtreding
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober.
Bekendmaking geschiedt uiterlijk 2 maanden voor inwerkingtreding. In dit geval wordt
niet aangesloten bij het VVM-systeem. Omdat uitstel van deze regeling tot grote onduidelijkheid
voor de sector zou leiden waardoor de luchtvaartveiligheid onvoldoende zou kunnen
worden gewaarborgd, bestaat een sterke wens tot inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling
op zo kort mogelijke termijn. Er wordt in dit geval derhalve niet uitgegaan van het
eerstvolgende vaste verandermoment, maar vindt inwerkingtreding plaats op de dag na
uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst. Voor een beperkte groep
Yak-52 vliegtuigeigenaren geldt een overgangsvoorziening. Voor deze groep wordt tot
1 juni 2013 afgeweken van de bepalingen in deze regeling.
Artikelgewijs
Artikel 1
In de definiëring wordt enkel de Yak-52 genoemd aangezien deze regeling alleen betrekking
heeft op dit type vliegtuigen. De bevoegde onderhoudstechnicus betreft de houder van
een zogenaamde Part-66 AML als bedoeld in de Regeling bijzondere bevoegdverklaringen
AML en Part-66 AML.
Artikelen 2 en 3
Aanvraagformulieren voor het verkrijgen en verlengen van de geldigheidsduur van het
S-BvL kunnen worden gedownload vanaf de website van de ILT, www.ilent.nl.
Hoewel het onderhoud van de Yak-52 vliegtuigen werd uitgevoerd door deskundige technici,
ontbreekt ook voor het bewijs van luchtwaardigheid (ICAO-BvL) een basis voor acceptatie.
Omdat de Yak-52 niet is ontworpen en geproduceerd conform ICAO standaarden, het type
is ontworpen voor militair gebruik, ontbreekt het civiele type-certificaat dat normaliter
vereist is om een bewijs van luchtwaardigheid (ICAO-BvL) te kunnen verkrijgen. Dit
betekent dat er geen civiele luchtwaardigheidseisen ten grondslag liggen aan de keuring
voor de luchtwaardigheid. De luchtwaardigheid moet dan ook door middel van een S-BvL
geregeld worden. Deze regeling maakt het mogelijk om een S-BvL af te geven, zonder
dat er een type-certificaat is. Het originele ontwerp van de Yak-52 dient als als
basis voor de luchtwaardigheidskeuring. Een beschrijving van het basisontwerp is vastgesteld
in het document betreffende basicdesign Yak-52 nr. IENM-ILT-2012/21952.
Wijzigingen ten opzichte van dit originele ontwerp worden wel geacht conform de bestaande
civiele luchtwaardigheidsregels goedgekeurd te zijn.
De BvL-acceptatiekeuring als genoemd in het tweede lid, onderdeel b, betreft de inspectie
van het luchtvaartuig op zijn luchtwaardigheid in het kader van de afgifte van het
S-BvL. Van de acceptatiekeuring wordt een acceptatierapport opgesteld dat ter beoordeling
wordt voorgelegd aan de ILT.
Zowel het AFM (gebruikershandboek) als het onderhoudshandboek moeten zijn opgesteld
in het Nederlands of het Engels.
Het S-BvL wordt in lijn met het EASA-standaard BvL en het ICAO-standaard BvL uitgegeven
in de Engelse taal. In onderdeel 5 van het document wordt aangegeven dat uitgifte
plaatsvindt overeenkomstig de bepalingen in de Wet luchtvaart betreffende luchtvaartuigen
die niet vallen onder de werking van verordening (EG) nr. 216/2008.
Artikel 3 regelt de verlenging van de geldigheidsduur van het S-BvL. Aanvraagformulieren
voor de verlenging kunnen eveneens worden gedownload vanaf de website van de ILT,
www.ilent.nl.
Voor de verlenging van de geldigheidsduur van het S-BvL moet de eigenaar of houder
van het desbetreffende Yak-52 vliegtuig een verklaring, afgegeven door een bevoegd
onderhoudstechnicus waaruit blijkt dat het toestel nog steeds luchtwaardig is. De
onderhoudstechnicus moet in het bezit zijn van een Part-66 AML als bedoeld in Hoofdstuk
3 van de Regeling bijzondere bevoegdverklaringen AML en Part-66 AML.
Zowel bij de afgifte als bij de verlenging van het S-BvL geldt dat aan de van toepassing
zijnde luchtwaardigheidsaanwijzingen als de bijzondere aanwijzingen moet zijn voldaan.
De van toepassing zijnde luchtwaardigheidsaanwijzingen zijn aanwijzingen die de fabrikant
uitbrengt. De bijzondere luchtwaardigheidaanwijzingen worden uitgebracht door de minister.
Beide worden uitgebracht als zgn. Airworthiness Directives (AD’s). Voor de bijzondere
luchtwaardigheidaanwijzingen wordt in Nederland de afkorting BLA gebruikt.
Artikel 4
De origineel bedoelde operatie van de Yak-52 was training voor militaire vliegers.
Deze regeling is alleen bedoeld om recreatief vliegen met de Yak-52 te faciliteren.
Daarnaast worden alleen vlieglessen en vluchten ter toetsing van de vaardigheid tot
het vliegen met dit type vliegtuig die in het kader van de training van de bestuurder
ter verkrijging van de Yak-52 typebevoegdverklaring moeten worden gemaakt toegestaan.
Training voor het verkrijgen van een PPL (A) SEP of éénmalige lessen ter kennismaking
met dit type luchtvaartuig zijn niet toegestaan.
Dit type luchtvaartuig mag evenmin worden gebruikt voor luchtwerk zoals gedefinieerd
in artikel 1 van het Besluit vluchtuitvoering. Verboden zijn ook IFR-vluchten (IFR
= Instrument Flight Rules) dat ziet op vluchten bedoeld in artikel 1 van het Luchtverkeersreglement.
Het (verboden) gebruik voor commerciële doeleinden betreft o.a. het tegen vergoeding
vervoeren van bijvoorbeeld passagiers of lading. In hogere regelgeving is geen definitie
gegeven van de begrippen verhuurvluchten, rondvluchten en nachtvluchten, omdat kennelijk
wordt verondersteld dat duidelijk is wat met deze begrippen wordt bedoeld.
De in het tweede lid van dit artikel genoemde aanvullende gebruiksbeperkingen betreffen
de gebruiksbeperkingen die de minister nog aanvullend op de algemene gebruiksbeperkingen
genoemd in het eerste lid kan stellen.
Artikelen 5 tot en met 9
Het vliegen met een Yak-52 vereist speciale vaardigheden van de bestuurder. Vanwege
de specifieke vliegprestaties van dit type luchtvaartuig is een gedegen, aanvullende
training voor de bestuurders vereist. Daarbij worden eisen gesteld met betrekking
tot het instapniveau (PPL, Private Pilot Licence) en de reeds opgedane vliegervaring
(200 uur). Daarnaast is een bevoegdverklaring voor dit type luchtvaartuig, de Yak-52
typebevoegdverklaring, verplicht. Deze nationale bevoegdverklaring staat los van de
in de zogenaamde JAR-FCL (Joint Aviation Requirements-Flight Crew Licensing) Europees
gereguleerde PPL en wordt niet opgenomen op het brevet, maar in een afzonderlijk document.
De JAR-FCL is vervangen door een aparte Europese FCL verordening dat binnen afzienbare
termijn van toepassing zal in de EU lidstaten. De Yak-52 typebevoegdverklaring wordt
op aanvraag afgegeven (ingevolge artikel 8, tweede lid, van het Besluit bewijzen van
bevoegdheid voor de luchtvaart). Voor het verkrijgen en behouden van de Yak-52 typebevoegdverklaring
is een opleidingssyllabus opgesteld waarin de specifieke vliegeigenschappen van dit
toestel worden geadresseerd. Het schema in onderdeel C van de syllabus is vanwege
het internationale karakter opgesteld in de Engelse taal. De syllabus maakt deel uit
van deze regeling (bijlage 2). De noodzakelijke (praktijk)opleiding/training op de
Yak-52 wordt afgesloten met een vaardigheidstoets (geen formeel examen) bij een andere
instructeur dan degene die de training, in z’n geheel of een voornamelijk deel ervan,
heeft gegeven. Tijdens de vaardigheidstoetsing worden ook enkele vragen gesteld betreffende
de theoretische kennis van het type. In geval geen vlieginstructeur Yak-52 beschikbaar
is kan de minister een door hem geautoriseerde examinator hiertoe aanwijzen. Deze
examinator is niet specifiek in bezit van een Yak-52 typebevoegdverklaring maar wordt
op grond van zijn ervaring (veelal senior examiners) aangewezen.
Voorafgaand aan de opleiding moet de bestuurder een minimum aantal uren vliegervaring
hebben waarvan een deel in de hoedanigheid van gezagvoerder als bedoeld artikel 1.1.
van de Wet luchtvaart, op vliegtuigen (gedefinieerd in artikel 1 van het Besluit bewijzen
van bevoegdheid voor de luchtvaart). Voor het behouden van de Yak-52 typebevoegdverklaring
is een minimum aantal uren vliegervaring vereist (artikel 6). Deze ervaring moet zijn
opgedaan op een Yak-52 vliegtuig. Deze ervaringseis staat los van de ervaringseis
die geldt voor het brevet, de PPL (A) SEP. Daarvoor gelden de van toepassing zijnde
Europese brevetteringseisen.
Van de voortgang van de kandidaat tijdens de opleiding en het eindresultaat houdt
de vlieginstructeur gegevens bij. Deze gegevens worden 5 jaar bewaard en moeten desgevraagd
ter beschikking worden gesteld aan de door de minister aangewezen ambtenaren van de
ILT belast met het toezicht.
Artikel 10
Voor een beperkte groep Yak-52 vliegtuigeigenaren geldt tot 1 juni 2013 een overgangsvoorziening.
Het betreft de eigenaren van de Yak-52 toestellen die in Nederland zijn gestationeerd
en waarvan de status geruime tijd onduidelijk was. De overgangsvoorziening dient ertoe
om de eigenaren van de betreffende vliegtuigen de tijd te geven aan de eisen zoals
die in de regeling staan te voldoen. Deze eigenaren moeten in de periode tot 1 juni
2013 gaan voldoen aan de in deze regeling opgenomen vereisten. In die periode dient
wel aan een aantal voorwaarden te worden voldaan voor wat betreft de luchtwaardigheid
en brevettering. Voor de betreffende Yak-52 vliegtuigen is eerder, vooruitlopend op
de definitieve regulering, een pakket aan voorschriften opgesteld waarmee op voldoende
veilige wijze met deze toestellen gevlogen kan worden. Deze voorschriften zijn in
onderhavige regeling verder uitgewerkt en dragen bij tot een goed luchtvaartveiligheidsniveau.
Voor eventuele nieuwe Yak-52 vliegtuigen geldt evenwel dat al vanaf de inwerkingtreding
van de regeling aan de in de regeling genoemde eisen moet worden voldaan.
Artikel 11
Voor het onderhoud van de Yak-52 vliegtuigen is de Regeling onderhoud luchtvaartuigen
van toepassing. Echter, met uitzondering van enkele bepalingen uit die regeling die
van toepassing zijn op o.m. luchtvaartuigen met een S-BvL. Weliswaar geldt voor de
Yak-52 vliegtuigen een S-BvL, echter dit zou betekenen dat de eigenaar/houder mag
bepalen door wie hij het onderhoud laat doen. Hij zou dat onderhoud ook zelf kunnen
doen. De eigenaar/houder van bijvoorbeeld een amateurbouwluchtvaartuig of een MLA
(waarvoor een S-BvL wordt afgegeven) is het op basis van deze bepalingen ook toegestaan
zelf het onderhoud aan het betreffende luchtvaartuig uit te voeren. Vanwege de technische
complexiteit van de Yak-52 is het uit veiligheidsoverwegingen niet gewenst voor het
onderhouden van deze luchtvaartuigen dezelfde vrijheden toe te staan als bij amateurbouwluchtvaartuigen
en MLA’s. Het onderhoud moet dan ook worden uitgevoerd overeenkomstig de (strengere)
onderhoudsvoorschriften zoals die gelden voor luchtvaartuigen met een ICAO-BvL. In
verband hiermee wordt in de Regeling onderhoud luchtvaartuigen de bepaling betreffende
het toepassingsbereik van die regeling aangepast.
De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,
W.J. Mansveld