Instelling BVG Eindhoven

18 februari 2013

Nr. MLA/041/2013

De Minister van Defensie,

Gelezen het verzoek van het hoofd van de Afdeling Missie Ondersteuning van het Commando Luchtstrijdkrachten van 5 februari 2013;

Gelet op artikel 8 van het Luchtverkeersreglement;

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Ter bescherming van de IFR General Air Traffic (GAT) verkeersstromen die het militaire luchtvaartterrein Eindhoven naderen dan wel daarvan vertrekken, wordt een bijzonder luchtverkeersgebied (BVG) aangewezen, hierna te noemen BVG Eindhoven, begrensd door de volgende coördinaten en hoogten:

    van 51°41’56.15”N 005°28’17.80”E in een rechte lijn naar 51°30’36.22”N 005°46’23.40”E, langs de begrenzing van de Volkel-Eindhoven CTR naar 51°16’07.69”N 005°23’08.98”E, langs de Nederlands-Belgische grens naar 51°27’30.71”N 005°05’13.95”E, langs de Eindhoven–Volkel CTR terug naar 51°41’56.15”N 005°28’17.80”E, van 1500 voet AMSL tot FL 095, met uitzondering van de CTR’s (zie figuur).

  • 2. Het BVG Eindhoven, genoemd in het eerste lid, wordt ingesteld van 22 februari tot en met 30 juni 2013.

    BVG Eindhoven

    BVG Eindhoven

Artikel 2

Voor gebruik van het BVG Eindhoven gelden de volgende regels:

  • a. het BVG Eindhoven heeft de ICAO luchtruimclassificatie D;

  • b. tijdens het vliegen binnen het BVG Eindhoven dienen gezagvoerders gebruik te maken van een SSR-transponder met modes S, A en C;

  • c. het kruisen van het BVG Eindhoven door VFR-luchtverkeer is onderhevig aan toestemming van AOCS NM LVL (roepnaam Dutch Mil op frequentie 132.35); voor het gebruik door de Eindhovense Aero Club (EAC) worden operationele afspraken tussen de luchtverkeersleiding Eindhoven en de EAC gerespecteerd.

Artikel 3

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de eerste dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst, werkt terug tot en met 1 januari 2013 en vervalt op 1 juli 2013.

Deze beschikking zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en zal tevens bekend worden gemaakt door middel van een NOTAM.

De Minister van Defensie, voor deze: De Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit, w.g. C.J. Lorraine Commodore

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Defensie, DienstenCentrum Juridische Dienst- verlening, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 90004, 3509 AA Utrecht. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

TOELICHTING

De Minister van Defensie neemt in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu een tijdelijke maatregel in het kader van artikel 8 van het Luchtverkeersreglement. Daarbij wordt een bijzonder luchtverkeersgebied (BVG) ingesteld met als voornaamste doel het waarborgen van de veiligheid van het luchtverkeer in het naderingsgebied van Eindhoven. Hiermee worden de luchtverkeersregels in het deel van het luchtruim, waarin de naderingsluchtverkeersleiding het luchtverkeer van en naar Eindhoven begeleidt, veranderd van ICAO-classificatie E naar classificatie D. Dit betekent onder meer dat niet alleen het IFR-luchtverkeer, maar nu ook het VFR-luchtverkeer in het BVG gecontroleerd wordt afgehandeld. Al het luchtverkeer moet een vliegplan indienen, een klaring van de luchtverkeersleiding vragen en voortdurend tweezijdig radiocontact hebben met de militaire naderingsluchtverkeersleiding. Met deze maatregel kan op een gecontroleerde wijze een scheiding worden aangebracht tussen VFR- en IFR-luchtverkeer. Daarmee wordt, vooruitlopend op de voorgenomen herindeling van het luchtruim, de acute problematiek beter beheerst. De in de beschikking genoemde vervaldatum hangt samen met het moment waarop de voorgenomen herindeling van het luchtruim wordt geëffectueerd.

Een aspect dat in toenemende mate aandacht vraagt, is de mix van gecontroleerd commercieel luchtverkeer, militair luchtverkeer en ongecontroleerd recreatief luchtverkeer in het luchtruim rondom Eindhoven. De vliegbasis Eindhoven kent een groeiend civiel medegebruik. De voorziene groei is onder meer weergegeven in het Aldersadvies Eindhoven uit 2010.

De groei van het aantal vliegbewegingen heeft in de afgelopen jaren geleid tot aanpassingen in de afhandeling van luchtverkeer door de luchtverkeersleiding. Ook zijn de regels voor luchtverkeer in de nabijheid van de vliegbasis veranderd door onder meer het invoeren van een zogenaamde Transponder Mandatory Zone. Met die maatregel werden meer vluchten zichtbaar voor de luchtverkeersleiding en voor de botsingsvermijdingssystemen aan boord van onder andere verkeersvliegtuigen. Communicatie met en eventuele sturing van VFR-verkeer was echter niet mogelijk. Dat wordt het wel met dit BVG.

In overleg met alle betrokken partijen wordt gewerkt aan het herinrichten van het luchtruim in de nabijheid van Eindhoven. Dit luchtruimontwerp moet de groei tot 2020 kunnen accommoderen en daarnaast ruimte bieden om geluidsarme naderingen (de zogenaamde CDA’s) te kunnen introduceren. Dergelijke naderingen maken deel uit van de hinderbeperkende maatregelen uit het Aldersadvies. Die maatregelen gelden als voorwaarde voor de groei boven de 28.000 civiele bewegingen. Los van het in ontwikkeling zijnde luchtruimontwerp is de afgelopen periode een stijging van het aantal luchtverkeersincidenten in de directe nabijheid van de vliegbasis Eindhoven waarneembaar geweest. Deze incidenten zijn te herleiden tot de eerder genoemde mix van gecontroleerd en ongecontroleerd luchtverkeer. Deze situatie noopt tot het nemen van een maatregel die vooruitloopt op de eerder genoemde herinrichting van het luchtruim.

Tussen het AOCS NM, de luchtverkeersleiding Eindhoven en de lokale (zweef)vliegclub worden separate, aanvullende afspraken gemaakt met betrekking tot het uitvoeren van (zweef)vluchten van en naar het militaire luchtvaartterrein Eindhoven in het BVG.

Naar boven