Regeling van de directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie van 31 januari 2013, nr. 2013-0000041422, houdende verlening van ondermandaat en het doorgeven van volmacht en machtiging aan onder de directeur-generaal ressorterende ambtenaren (Mandaatregeling DGVZ Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013)

De directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 3 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement en artikel 22, vierde lid, van de Comptabiliteitswet 2001;

Besluit:

Artikel 1

  • 1. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de directeur-generaal Vreemdelingenzaken verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden die hun directie, dienst, bureau of secretariaat betreffen ondermandaat verleend aan:

    • a. het hoofd van het bureau Directeur-generaal Vreemdelingenzaken;

    • b. het hoofd van het bureau Regie en besturing;

    • c. de directeur van de directie Migratiebeleid;

    • d. de directeur van de programmadirectie Identiteitsmanagement en Immigratie;

    • e. de algemeen directeur van de dienst Terugkeer en Vertrek;

    • f. de hoofddirecteur van de baten-lastendienst Immigratie- en Naturalisatiedienst;

    • g. het hoofd van het secretariaat van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken;

    • h. het hoofd van het secretariaat van de Commissie Integraal Toezicht terugkeer.

  • 2. Van het ingevolge artikel 1 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012 aan de directeur-generaal Vreemdelingenzaken verleende ondermandaat wordt ten aanzien van de aangelegenheden bedoeld in artikel 5, tweede lid, onderdeel a, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011, ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken.

Artikel 2

Als hoofd van dienst in de zin van artikel 4, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen Rijksambtenarenreglement ten aanzien van de onder hen ressorterende ambtenaren, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 1 bij deze regeling.

Artikel 3

Als bevoegd om te beschikken over bedragen voor het aangaan van verplichtingen en voor het verrichten van uitgaven, worden aangewezen de ambtenaren, genoemd in kolom 1 van bijlage 2 bij deze regeling voor zover het betreft de bedragen, genoemd in kolom 2 van die bijlage.

Artikel 4

Aan de directeur-generaal blijft voorbehouden:

  • a. de bevoegdheid om beslissingen te nemen inzake aanstelling, bevordering en ontslag van alsmede treffen van disciplinaire maatregelen jegens ambtenaren op managementfuncties van schaal 14 en hoger direct onder het niveau van het hoofd van de directie of dienst;

  • b. voor zover het de verlening van ondermandaat aan de in artikel 1, eerste lid, onderdelen a tot en met d en g en h genoemde ambtenaren betreft, de bevoegdheid tot inhuur van interim-management, organisatie- en formatieadvies, communicatieadvies en beleidsadvies.

Artikel 5

De in artikel 1, eerste lid, onderdelen e en f, genoemde ambtenaren kunnen geen ondermandaat verlenen van de in artikel 4 onder b, genoemde bevoegdheid.

Artikel 6

De in artikel 1, eerste lid, onderdelen e en f, genoemde ambtenaren worden aangewezen om de bevoegdheid tot het nemen van besluiten inzake financieel beheer en het nemen van rechtspositionele besluiten verder dan één hiërarchisch niveau door te geven.

Artikel 7

  • 1. Deze regeling, met uitzondering van artikel 1, tweede lid, treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 5 november 2012.

  • 2. Artikel 1, tweede lid, van deze regeling treedt in werking op een bij regeling van de directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie te bepalen tijdstip.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Mandaatregeling DGVZ Ministerie van Veiligheid en Justitie 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Bijlage 1 en 2 bij dit besluit liggen bij het ministerie ter inzage.

De directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, L. Mulder.

TOELICHTING

In deze regeling wordt door de directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie aan de directeuren en hoofden van de onder het directoraat-generaal ressorterende directies en diensten de bevoegdheid verleend om namens de Minister van Veiligheid en Justitie besluiten te nemen (artikel 1, eerste lid).

Tevens wordt ondermandaat verleend aan de directeur Wetgeving en Juridische Zaken (dWJZ) wat betreft de aangelegenheden genoemd in artikel 5, tweede lid, onder a, van de Organisatieregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 (artikel 1, tweede lid). Het betreft de behandeling van bezwaar- en beroepschriften, verzoeken om voorlopige voorziening, aansprakelijkstellingen, verzoeken om schadevergoeding en civielrechtelijke procedures. In artikel 7, tweede lid, van de regeling wordt voorzien in uitgestelde inwerkingtreding. Artikel 1, tweede lid, treedt in werking zodra de samenwerkingsafspraken over het ondermandaat van dWJZ zijn afgerond.

Ingevolge artikel 7 van de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011 wordt met verlening en doorgifte van ondermandaat gelijkgesteld de verlening en de doorgifte van volmacht en machtiging.

Wat betreft de aanwijzing en mandaatverlening ten aanzien van het F-mandaat en P-mandaat wordt verwezen naar de toelichting bij de Mandaatregeling Ministerie van Veiligheid en Justitie 2011.

De directeur-generaal kan nadere instructies geven ten aanzien van de wijze waarop rechtspositionele besluiten worden genomen en de besteding van de budgetten waaraan een gemandateerde zich moet houden in de uitoefening van bevoegdheden.

Ingevolge artikel 4 van de Mandaatregeling hoofden clusters Ministerie van Veiligheid en Justitie 2012, worden besluiten inzake aanstelling, ontslag, bevordering of verplaatsing van ambtenaren op managementfuncties in schaal 14 en hoger ter instemming voorgelegd aan het Centraal Loopbaanberaad van het Ministerie van Veiligheid en Justitie.

De directeur-generaal Vreemdelingenzaken van het Ministerie van Veiligheid en Justitie, L. Mulder.

Naar boven