Ontheffing artikel 33 Luchtvaartwet VFR by Night Fixed Wing

Datum: 13 februari 2013

Nummer: ILT-2013/3590

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

Gelezen het verzoek van de N.V. Luchthaven Lelystad van 30 november 2012, aangevuld met de e-mail van 24 januari 2013;

Gelet op artikel 33, tweede lid van de Luchtvaartwet in samenhang met artikel IX, tweede lid, van de Wet van 18 december 2008, houdende wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 561).

BESLUIT

Artikel 1 Algemeen

Aan de exploitant van de luchthaven Lelystad wordt, onder de in artikel 2 en 3 genoemde voorwaarden, op grond van artikel 33, tweede lid, van de Luchtvaartwet ontheffing verleend van de bepaling in artikel 2, tweede lid, van het aanwijzingsbesluit luchtvaartterrein Lelystad van 9 november 2001 ten behoeve van vluchten voor Martinair vliegschool, AIS vliegschool en Single en Twins onder ‘VFR by night’-condities.

Artikel 2 Voorwaarden

  • 1. De ontheffing is uitsluitend van toepassing op door Martinair vliegschool, AIS vliegschool en Single en Twins uit te voeren vluchten onder condities ‘VFR by night’ in het kader van het opleidingsprogramma CPL (A);

  • 2. De in het eerste lid genoemde vluchten vinden uitsluitend plaats buiten de uniforme daglichtperiode en uitsluitend tijdens doordeweekse dagen tussen 08.00 uur en 22.00 uur;

  • 3. Het maximaal aantal vluchten tot 31 augustus 2013 bedraagt voor Martinair vliegschool 46, voor AIS vliegschool 125 en voor Single en Twins 25, afgerond gaat het om 200 vluchten zijnde 400 bewegingen;

  • 4. Uitgevoerde vluchten worden meegeteld in de berekening van de geluidbelasting (BKL-verkeer);

  • 5. Voor de uitgevoerde vluchten wordt de geldende nachtstraffactor gehanteerd;

  • 6. Zodra op de luchthaven sprake is van IFR-vluchten, worden vluchten onder ‘VFR by night’-condities stilgelegd. Dit met inachtname van een afdoende tijdseparatie;

  • 7. De exploitant van de luchthaven rapporteert over de uitgevoerde ‘VFR by night’-vluchten. Rapportage geschiedt aan de Inspectie Leefomgeving en Transport, Handhaving Service-Providers;

  • 8. Vluchten boven en in de directe nabijheid van de woningen en stallen in het buitengebied moeten worden voorkomen;

  • 9. Voorafgaand aan de vluchten wordt door de luchthaven op de website aandacht besteed aan de uit te voeren vlucht, om zodoende omwonenden te informeren.

Artikel 3 Inwerkingtreding en geldigheidsduur

Dit besluit treedt één dag na de datum waarop dit besluit gepubliceerd is in de Staatscourant in werking en vervalt met ingang van 1 september 2013, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU, namens deze, DE INSPECTEUR ILT/LUCHTVAART, M. van Velzen Senior inspecteur

Bezwaar en voorlopige voorziening

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen.

Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

  • de naam en het adres van de indiener;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

  • de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Leefomgeving en Transport

Team Juridische Zaken

Postbus 16191

2500 BD Den Haag

Voor de behandeling van het bezwaarschrift bij het Rijk is geen griffierecht verschuldigd.

Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de President van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend. Ingevolge artikel 8:81, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht kan, indien bezwaar is gemaakt, de president van de bevoegde rechtbank op verzoek een voorlopige voorziening treffen indien onverwijlde spoed, gelet op de betrokken belangen, dat vereist.

TOELICHTING

De ontheffing heeft betrekking op artikel 2, tweede lid, van het aanwijzingsbesluit van het luchtvaartterrein Lelystad, van 9 november 2001, nummer DGL/L01.421860. In het tweede lid van het artikel is het gebruik van het luchtvaartterrein vastgelegd: ‘het gebruik is overeenkomstig de zichtvliegvoorschriften binnen de daglichtperiode onder de ter plaatse geldende zichtweersomstandigheden en overeenkomstig de instrumentvliegvoorschriften, tussen 07.00 uur en 23.00 uur plaatselijke tijd, voorzover deze periode valt buiten de daglichtperiode, uitsluitend voor incidentele IFR-overlandvluchten, niet zijnde les- en oefenvluchten’.

Deze ontheffing is aan de exploitant van de luchthaven verleend op grond van artikel 33 Luchtvaartwet voor een bepaalde categorie luchtvaartverkeer, alsmede voor het uitvoeren van vluchten onder speciale condities ‘VFR by night’ gedurende de periode tussen 08.00 uur en 22.00 lokale tijd. Het verzoek betreft een afwijkend gebruik ten behoeve van vluchten onder ‘VFR by night’-condities, binnen de gestelde openingstijden van 07.00 uur en 23.00 uur voor specifieke trainingen.

In de uitspraak van de Raad van State van 7 december 2011 is de voorlopige voorziening getroffen dat de luchthaven Lelystad, totdat een nieuw besluit op de aanvraag is genomen en in werking treedt dan wel een luchthavenbesluit op grond van de Wet luchtvaart is vastgesteld en in werking treedt, de luchthaven in werking mag zijn als ware het aanwijzingsbesluit van 9 november 2011 van kracht.

De ontheffing heeft betrekking op het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode die worden uitgevoerd door Martinair vliegschool, AIS vliegschool en Single en Twins in het kader van het behalen van een nachtvliegkwalificatie als onderdeel van CPL(A)-opleidingen voor het vliegen in het donker. Voor andere dan genoemde vluchten is het niet toegestaan om buiten de daglichtperiode VFR-vluchten uit te voeren.

De commissie, die krachtens artikel 28 van de Luchtvaartwet is ingesteld voor het luchtvaartterrein Lelystad, waarin onder meer de omwonenden zijn vertegenwoordigd, heeft blijkens het advies d.d. 7 februari 2013, onder voorwaarde, ingestemd met het door de exploitant verzochte aantal VFR-vluchten buiten de daglichtperiode. Deze voorwaarden staan genoemd in artikel 2, 8ste en 9de lid.

Gelet op het voorgaande en na afweging van de betrokken belangen ben ik tot de conclusie gekomen dat de door de exploitant gevraagde voorziening gehonoreerd dient te worden.

Naar boven