Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 20 december 2013, nr. WJZ / 13182859, houdende taken, werkwijze, benoeming en vergoeding Visserijcommissie BES (Besluit houdende taken, werkwijze, benoeming en vergoeding Visserijcommissie BES)

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3a van het Visserijbesluit BES;

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

a. de minister:

de Minister van Economische Zaken;

b. commissie:

de visserijcommissie als bedoeld in artikel 13 van de Visserijwet BES.

Artikel 2

De commissie heeft tot taak de minister te adviseren over:

  • a. het verlenen van vergunningen als bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Visserijwet BES;

  • b. het verlenen van ontheffingen ten behoeve van het verrichten van wetenschappelijk zeeonderzoek als bedoeld in artikel 2, zesde lid, van de Visserijwet BES;

  • c. het instellen van visverboden voor een bepaald tijdvak als bedoeld in artikel 5 van de Visserijwet BES;

  • d. het stellen van algemene regelen betreffende de gegevens die bij het verzoek voor een vergunning dienen te worden verstrekt alsmede de wijze waarop het verzoek dient te worden ingediend als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Visserijwet BES;

  • e. het intrekken van een vergunning als bedoeld in artikel 7, zesde lid, van de Visserijwet BES;

  • f. het verlengen van een vergunning als bedoeld in artikel 8, tweede lid, van de Visserijwet BES.

Artikel 3

  • 1. De commissie stelt haar eigen werkwijze schriftelijk vast.

  • 2. De commissie wijst uit haar leden een plaatsvervangend voorzitter aan.

  • 3. De minister voorziet in het secretariaat van de commissie.

  • 4. De minister kan een waarnemer aanwijzen, die het recht heeft de vergaderingen van de commissie bij te wonen.

  • 5. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van de commissie geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van de commissie bewaard in het archief van dat ministerie.

  • 6. De commissie verstrekt desgevraagd aan de minister de voor de uitoefening van zijn taak benodigde inlichtingen. De minister kan inzage vorderen van zakelijke gegevens en bescheiden, voor zover dat voor de vervulling van zijn taak redelijkerwijs nodig is.

Artikel 4

  • 1. De leden van de commissie die door de openbare lichamen zijn benoemd overeenkomstig artikel 3a, tweede lid, van het Visserijbesluit BES, en die niet werkzaam zijn bij een openbaar lichaam of bij de Rijksdienst Caribisch Nederland ontvangen een vergoeding per vergadering van 140 USD.

  • 2. Alle leden ontvangen daarnaast een vergoeding van reis- en verblijfkosten op de voet van de regeling voor het personeel werkzaam bij de sector Rijk.

Artikel 5

Te rekenen vanaf 20 november 2013 wordt voor een periode van zes jaar tot lid van de commissie benoemd: de heer R.E. van Anrooij, te Barbados, tevens voorzitter.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 20 november 2013.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit houdende taken, werkwijze, benoeming en vergoeding Visserijcommissie BES.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.

’s-Gravenhage, 20 december 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

In overeenstemming met de Visserijwet BES en het Visserijbesluit BES is er voor de eilanden Bonaire, Sint Eustatius en Saba een Visserijcommissie ingesteld door de Minister van Economische Zaken. Deze regelgeving is overgenomen van de Nederlandse Antillen. Deze commissie adviseert de Minister. In de Visserijwet BES is opgenomen op welke terreinen de commissie adviseert. De commissie wordt onder meer in de volgende gevallen gehoord: bij het verlenen, intrekken of verlengen van een visserijvergunning, bij het instellen van visverboden voor een bepaald tijdvak en bij het verlenen van ontheffingen.

Op grond van artikel 3a, vijfde lid, van het Visserijbesluit BES stelt de Minister nadere regels met betrekking tot de taken, de werkwijze van de Visserijcommissie BES en de vergoeding voor de leden van de Visserijcommissie BES. Met dit besluit wordt hierin voorzien. Tevens is de benoeming van de voorzitter opgenomen.

De Visserijcommissie BES bestaat uit vier leden en wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris. De voorzitter (tevens lid) wordt benoemd en ontslagen door de Minister. De voorzitter is onafhankelijk en bekleedt geen bestuurlijke of ambtelijke functie. Tevens is de voorzitter bekend met de lokale situatie, het lokale beleid en de gewenste inrichting van het visserijbeleid.

De andere drie leden – ieder afkomstig van één van de drie eilanden – worden door elk openbaar lichaam benoemd. Het openbaar lichaam dat een lid heeft benoemd kan dit lid ook ontslaan. De betreffende leden handelen in overeenstemming met het standpunt van de bestuurscolleges van de openbare lichamen. De leden worden telkens benoemd voor de periode van zes jaren.

Wat betreft de vergoedingen is gekozen voor een vergoeding per vergadering en wordt aangesloten bij vergelijkbare adviescommissies.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven