Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie, van 17 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/275211, tot wijziging van de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling navigatie- en telecommunicatie-installaties in verband met de invoering van het Flight Information Centre Amsterdam, de aanpassing van de verwijzing naar de luchtvaartgids en de bewijslast rondom precision area navigation installaties

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu en de Minister van Defensie,

Gelet op de artikelen 7, 8, 10 en 44a van het Luchtverkeersreglement;

BESLUITEN:

ARTIKEL I

De Regeling luchtverkeersdienstverlening wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de alfabetische opsomming worden twee onderdelen ingevoegd, luidende:

Flight Information Centre (FIC Amsterdam):

luchtverkeersdienst belast met de uitoefening van vluchtinformatieverstrekking en alarmering;

minister:

Minister van Infrastructuur en Milieu, respectievelijk Minister van Defensie;.

2. De onderdelen North Sea Area Amsterdam (NSA Amsterdam) respectievelijk Shaded Area komen te luiden:

North Sea Area Amsterdam (NSA Amsterdam):

bijzonder luchtverkeersgebied als opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 6;

Shaded Area:

gebied binnen de Amsterdam UTA, opgenomen in bijlage 1.

B

Artikel 2, derde lid, komt te luiden:

  • 3. De gebieden, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden lateraal en verticaal gedefinieerd door de grenzen die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstukken ENR 2 en 6.

C

Artikel 3, eerste lid, komt te luiden:

  • 1. De luchtverkeersroutes, alsmede de per route geldende gebruiksbeperkingen in de Amsterdam FIR zijn de luchtverkeersroutes en gebruiksbeperkingen die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstukken ENR 3 en 6.

D

Artikel 4 komt te luiden:

Artikel 4. Helicopter main routes, helicopter protection zones en helicopter traffic zones

De HMR’s, de HPZ’s en de HTZ’s binnen de Amsterdam FIR, het gedeelte van de London FIR en de Scottisch FIR, waarvoor het verlenen van luchtverkeersdiensten gedelegeerd is aan Nederland, zijn de HMR’s, de HPZ’s en de HTZ’s die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstukken ENR 3 en 6.

E

Artikel 5, vierde en vijfde lid, komen te luiden:

  • 4. De plaatselijke luchtverkeersleidingsgebieden zijn de gebieden die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 6.

  • 5. De in het tweede en derde lid genoemde gebieden worden lateraal en verticaal gedefinieerd door de grenzen die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk AD 2.

F

Artikel 7, tweede en derde lid, komen te luiden:

  • 2. De ATZ’s, bedoeld in het eerste lid, zijn de ATZ’s die zijn vastgesteld door de minister en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 5.

  • 3. De in het eerste en tweede lid genoemde gebieden worden lateraal en verticaal gedefinieerd door de grenzen die door de minister zijn vastgesteld en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstuk ENR 5.

G

In de artikelen 7a, tweede lid, 7b, tweede lid, 7c, tweede en vierde lid, 7d, tweede lid, en 7e, tweede en zevende lid, wordt ‘bijlage G’ vervangen door: bijlage 2.

H

Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘bijlage G1’ vervangen door: bijlage 3.

2. In het tweede lid wordt ‘bijlage G2’ vervangen door: bijlage 4.

I

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In de tabel in het eerste lid wordt in de regel ‘LVNL Vluchtinformatiecentrum ACC Amsterdam’ ‘ACC Amsterdam’ vervangen door: FIC Amsterdam.

2. In het tweede lid vervalt de komma na ‘GAT’.

J

Artikel 11, tweede en vijfde lid, vervallen onder vernummering van het derde en vierde tot het tweede en derde lid.

K

Artikel 14 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘ACC Amsterdam’ vervangen door ‘FIC Amsterdam’ en wordt ‘adviezen of inlichtingen’ vervangen door: vluchtinformatie.

2. In artikel 14, tweede en vierde lid, wordt ‘ACC Amsterdam’ vervangen door: FIC Amsterdam.

L

Artikel 16 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘in de bijlage B’ vervangen door: in artikel 2, tweede lid,.

2. In het tweede lid wordt ‘in de bijlagen E en E1’ vervangen door: in artikel 5, vierde en vijfde lid,.

3. Er wordt een vijfde lid toegevoegd, luidende:

  • 5. FIC Amsterdam verstrekt vluchtinformatie, met uitzondering van inlichtingen over de bruikbaarheid van het GNSS, en verzorgt alarmering aan vluchten in de Amsterdam FIR buiten luchtverkeersleidingsgebieden, voor zover het verlenen van luchtverkeersdiensten niet is opgedragen aan een andere verlener van luchtverkeersdiensten.

M

Artikel 23 komt te luiden:

Artikel 23. Procedures en patronen

De naderings-, vertrek- en wachtprocedures, alsmede de luchtverkeerspatronen voor luchthavenverkeer zijn de procedures en patronen die door de minister zijn vastgesteld en die zijn opgenomen in de luchtvaartgids, hoofdstukken AD 2 en 3.

N

Artikel 23a vervalt.

O

De bijlagen worden als volgt gewijzigd:

1. De bijlagen A, B, C, D, E, F en I vervallen.

2. Bijlage H wordt ingevoegd voor bijlage G.

3. Het opschrift van bijlage H komt te luiden:

BIJLAGE 1 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 1 VAN DE REGELING LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENING

4. Het opschrift van bijlage G komt te luiden:

BIJLAGE 2 BEHORENDE BIJ DE ARTIKELEN 7A, TWEEDE LID, 7B TWEEDE LID, 7C TWEEDE EN VIERDE LID, 7D, TWEEDE LID, EN 7E, TWEEDE EN ZEVENDE LID, VAN DE REGELING LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENING

5. Het opschrift van bijlage G1 komt te luiden:

BIJLAGE 3 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 9, EERSTE LID, VAN DE REGELING LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENING

6. Het opschrift van bijlage G2 komt te luiden:

BIJLAGE 4 BEHORENDE BIJ ARTIKEL 9, TWEEDE LID, VAN DE REGELING LUCHTVERKEERSDIENSTVERLENING

ARTIKEL II

In artikel 3, vierde lid, van de Regeling navigatie- en telecommunicatie-installaties wordt na ‘niet zijnde’ ingevoegd ‘een helikopter of’ en vervalt ‘hetgeen blijkt uit vermelding van het nationaliteits- en inschrijvingskenmerk van het desbetreffende luchtvaartuig op de AOC’.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 9 januari 2014 met dien verstande dat artikel II terugwerkt tot en met 15 november 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

TOELICHTING

In de onderhavige regeling worden de Regeling luchtverkeersdienstverlening en de Regeling navigatie- en telecommunicatie-installaties gewijzigd.

De wijziging van de Regeling luchtverkeersdienstverlening heeft betrekking op twee aspecten.

Ten eerste wordt het Flight Information Centre Amsterdam (FIC Amsterdam) in de regeling opgenomen. Tot op heden viel het FIC Amsterdam in de regelgeving onder het Area Control Centre Amsterdam (ACC Amsterdam). Door de invoering van een aantal maatregelen om de vliegveiligheid boven de Noordzee te verbeteren, is de verhouding tussen ACC Amsterdam en FIC Amsterdam veranderd. De dienstverlening, verzorgd door FIC Amsterdam, is een specialisatie geworden, waarbij de luchtverkeersleiders van ACC Amsterdam niet langer betrokken zijn. Het is wenselijk de taken en bevoegdheden van het FIC Amsterdam separaat in de regelgeving te benoemen. De wijziging van FIC Amsterdam naar een zelfstandige unit houdt in dat FIC Amsterdam eigen afgebakende verantwoordelijkheden krijgt en op basis hiervan met verleners van luchtverkeersdiensten van aangrenzende gebieden namens LVNL afspraken kan maken in zogenaamde Letters of Agreements. Deze wijziging is in de onderhavige regeling opgenomen in artikel I, onderdelen A en I tot en met L.

Ten tweede wordt de wijze waarop naar de luchtvaartgids, aeronautical information publication (AIP), wordt verwezen aangepast. De AIP is het operationele handboek voor de luchtvaart. Deelnemers aan het luchtverkeer zijn op basis van artikel 5.8 van de Wet luchtvaart verplicht om voor iedere vlucht kennis te nemen van de inhoud van de luchtvaartgids. In de AIP zijn onder andere de regels, de vliegprocedures en de luchtruimindeling van het Nederlandse luchtruim opgenomen. Deze regels, procedures en indeling zijn op basis van artikel 5.11 van de Wet luchtvaart door de Minister van Infrastructuur en Milieu, al dan niet samen met de Minister van Defensie, vastgesteld. Om aan de AIP een juridische grondslag te geven werd tot op heden in de bijlagen bij de Regeling luchtverkeersdienstverlening verwezen naar de relevante pagina’s van de AIP alsmede de datum van de meest recente wijziging van die pagina’s. Dit is een statische verwijzing. De AIP moet regelmatig, vrijwel maandelijks, aan de operationele praktijk worden aangepast. Het is in de praktijk onmogelijk om de wijzigingen van de AIP en de Regeling luchtverkeersdienstverlening simultaan te laten verlopen. Regelmatig liepen de feitelijke regels uit de AIP en de formele regels uit de Regeling luchtverkeersdienstverlening voor het luchtverkeer dan ook uiteen. Veelal werd aan de wijzigingen van de Regeling luchtverkeersdienstverlening terugwerkende kracht verleend om dit verschil achteraf te repareren. In de tussenliggende tijd kon echter verwarring ontstaan over de status van de AIP. Om dit in de toekomst te voorkomen wordt de statische verwijzing naar de luchtvaartgids vervangen door een dynamische verwijzing, waarbij wordt verwezen naar de op dat moment gepubliceerde versie van de AIP. Hierdoor hebben de normen die in de luchtvaartgids staan te allen tijde een juridisch bindend karakter. Om te voorkomen dat een globale verwijzing naar de AIP de uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid van de normen zou schaden, wordt per onderwerp en per artikel van de Regeling luchtverkeerdienstverlening een dynamische verwijzing opgenomen in plaats van te volstaan met een algemene verwijzing naar de AIP. Ook wordt bij de verwijzing expliciet opgenomen dat deze slechts van toepassing is op door de minister vastgestelde normen, om op deze wijze de wettelijke bevoegdheid van de minister en dus de geldigheid van de normen te borgen. Deze wijziging is verwerkt in artikel I, onderdelen A tot en met H en M, N en O, van de onderhavige regeling. Artikel I treedt in werking op 9 januari 2014, de internationaal bepaalde Aeronautical Information Regulation And Control (AIRAC) datum waarop luchtvaartpublicaties kunnen worden aangepast.

In de Regeling navigatie- en telecommunicatie-installaties wordt de wijze waarop operators kunnen aantonen dat zij over precision area navigation (P-RNAV) beschikken aangepast. De eis dat een aantekening moet zijn aangebracht op de Air Operators Certifcate (AOC) blijkt in de praktijk een onoverkomelijke belemmering voor exploitanten die niet over een dergelijk certificaat hoeven te beschikken. Deze eis wordt om die reden geschrapt. Het volstaat dat de exploitant kan bewijzen dat hij gecertificeerd is door de relevante bevoegde autoriteit. Voor Nederlandse exploitanten betekent dit dat zij moeten beschikken over een verklaring van de Inspectie Leefomgeving en Transport. Ook is duidelijk gemaakt dat de RNAV plicht niet geldt voor helikopters. Deze wijziging is opgenomen in artikel II. Artikel II werkt terug tot en met 15 november 2013, de datum waarop de RNAV-plicht in Nederland van kracht werd.

De regeling heeft geen bedrijfseffecten en brengt geen wijziging in de administratieve lasten met zich mee.

De regeling treedt in werking op 9 januari 2014. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten, omdat moet worden aangesloten bij Aeronautical Information Regulation And Control (AIRAC) data, data waarop wereldwijd wijzigingen in luchtvaartpublicaties worden doorgevoerd. Deze data worden vastgesteld door de Internationale burgerluchtvaartorganisatie (ICAO) en zijn gebaseerd op Annex 15 bij het Verdrag inzake de burgerluchtvaart. Aangezien alle luchtruimgebruikers de wettelijke plicht hebben om de meest recente versie van de luchtvaartpublicaties te raadplegen, levert de afwijking operationeel geen problemen op.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld

De Minister van Defensie, J.A. Hennis-Plasschaert

Naar boven