Besluit van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu van 18 december 2013, nr. IENM/ILT-2013/74125, houdende aanwijzing van toezichthoudende ambtenaren en verlening van mandaat, volmacht en machtiging in verband met de bestuursrechtelijke handhaving van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk (Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk)

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 5.10, eerste lid, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht voor zover het betreft artikel 1 en de artikelen 10:3, eerste lid, en 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht voor zover het betreft de artikelen 2 tot en met 4;

Gezien de instemming van de gemandateerden;

Besluit:

Artikel 1

Met het toezicht op de naleving van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk zijn belast de functionarissen, genoemd in de bij dit besluit behorende bijlage 1.

Artikel 2

  • 1. Aan de functionarissen genoemd, in de bij dit besluit behorende bijlage 2, wordt mandaat, volmacht en machtiging verleend tot het nemen van besluiten en het verrichten van de overige daarmee verband houdende handelingen ter bestuursrechtelijke handhaving van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk.

  • 2. Het eerste lid is niet van toepassing op het nemen van beslissingen op bezwaarschriften.

Artikel 3

Het krachtens mandaat en volmacht ondertekenen van stukken luidt als volgt:

DE STAATSSECRETARIS VAN INFRASTRUCTUUR EN MILIEU,

namens deze,

gevolgd door de aanduiding van de gemandateerde functionaris.

Artikel 4

De gemandateerde neemt bij de uitoefening van het mandaat, de volmacht en de machtiging de instructies van de inspecteur-generaal Leefomgeving en Transport in acht.

Artikel 5

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot 9 december 2013.

Artikel 6

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit aanwijzing toezichthouders en mandaat Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Bezwaar

Op grond van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen dit besluit binnen zes weken na de dag waarop dit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift moet worden gericht aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu t.a.v. de Inspectie Leefomgeving wen Transport, team Juridische zaken, Postbus 16191, 2500 BD Den Haag.

Het bezwaarschrift moet zijn ondertekend en ten minste bevatten:

  • a. de naam en het adres van de indiener;

  • b. de dagtekening;

  • c. een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaarschrift zich richt, onder vermelding van de datum en het nummer of kenmerk en

  • d. een opgave van de redenen waarom men zich met het besluit niet kan verenigen.

BIJLAGE 1, BEDOELD IN ARTIKEL 1, EERSTE LID

Provincie

Functieomschrijving

Noord-Holland

Inspecteur A

Inspecteur B

Inspecteur C

Inspecteur D

Utrecht

Toezichthouder A

Toezichthouder B

Brabant/Omgevingsdienst midden Brabant

Medewerker toezicht en handhaving B

Flevoland

Medewerker handhaving 1

Medewerker handhaving 2

Medewerker handhaving 3

Overijssel

Medewerker beleidsuitvoering

Gelderland

Medewerker handhaving A

Medewerker handhaving C

Medewerker handhaving D

Friesland

Toezichthouder A

Toezichthouder B

Limburg

Milieu-inspecteur 1

Milieu-inspecteur 2

Milieu-inspecteur 3

Milieu-inspecteur 4

Zeeland

t/m 31-12-2013:

– Inspecteur A

– Inspecteur B

– Inspecteur C

– Medewerker Regionale Samenwerking

vanaf 01-01-2014:

– Inspecteur A

– Inspecteur B

– Inspecteur C

Drenthe

t/m 31-12-2013:

– Handhaver zware en middelzware bedrijven

vanaf 01-01-2014:

– Handhaver 1

Groningen

Projectmedewerker A

Projectmedewerker B

Projectmedewerker C

Zuid-Holland

DCMR:

– 1e medewerker toezicht en handhaving

– Medewerker toezicht en handhaving

Omgevingsdienst Haaglanden

– Toezichthouder milieu B

– Toezichthouder milieu C

Omgevingsdienst West Holland

– Milieutechnisch medewerker toezicht

– Adviseur bedrijven

– Medewerker handhaving

Omgevingsdienst Midden Holland:

– Vakspecialist A

– Vakspecialist B

Omgevingsdienst Zuid-Holland zuid

– Senior inspecteur

– Inspecteur

– Junior inspecteur

BIJLAGE 2, BEDOELD IN ARTIKEL 2, EERSTE LID

Provincie

Functiebeschrijving

Gelderland

Directeur Omgevingsdienst regio Arnhem

Brabant

Afdelingsmanager van de Omgevingsdienst

midden en west Brabant

Teammanager van de Omgevingsdienst

midden en west Brabant

Utrecht

Afdelingsmanager VEH

Teamleider A

Teamleider B

Noord-Holland

Sectormanager A

Sectormanager B

Sectormanager C

Sectormanager D

Zuid-Holland

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Holland

Overijssel

Teamleider Handhaving

Groningen

Hoofd Afdeling Omgeving en Milieu

Drenthe

t/m 31-12-2013:

Teamleider VTH Bedrijven

vanaf 01-01-2014

Directeur Regionale Uitvoeringsdienst Drenthe

Flevoland

Directeur Omgevingsdienst Flevoland & Gooi en Vechtstreek

Zeeland

t/m 31-12-2013:

– Werkveldmanager Uitvoering

– Algemeen Directeur

vanaf 01-01-2014:

– Directeur

Limburg

Afdelinghoofd Toezicht en Handhaving a.i.

Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg

Friesland

Directeur van de Omgevingsdienst Friesland/FUMO

Afdelingshoofd Toezicht en Handhaving

TOELICHTING

Als gevolg van de wijziging van het Vuurwerkbesluit en de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk die per 1 juli 2012 in werking zijn getreden, is de bevoegdheid tot bestuursrechtelijke handhaving van de regels voor de ontbranding van vuurwerk op locatie (evenementen) deels abusievelijk overgegaan van gedeputeerde staten op de Minister van I &M. Voor zover voor vuurwerkevenementen ontbrandingstoestemmingen zijn vereist, is de bevoegdheid tevens bij de provincies gelegd (zie artikel 1.7, tweede zin, van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk).

Gezien artikel 18.2b, eerste lid, van de Wet milieubeheer ligt de verantwoordelijkheid voor de bestuursrechtelijke handhaving van de hiervoor genoemde regeling bij die minister. De regels die in die regeling zijn opgenomen, waren vóór de hiervoor bedoelde wijziging van het Vuurwerkbesluit als voorschrift verbonden aan de toepassingsvergunningen die door Gedeputeerde Staten werden verleend en gehandhaafd. Het voornemen bestaat om door middel van een wijziging van de Wet

milieubeheer in die wet een grondslag te creëren om de verantwoordelijkheid voor de bestuursrechtelijke handhaving van de regels voor de ontbranding van vuurwerk op locatie (evenementen) wederom geheel bij de provincies neer te leggen. Voor de korte termijn is in overleg met de provincies besloten de toezichthouders van de provincie die voorheen belast waren met het toezicht op vuurwerkevenementen aan te wijzen als toezichthouder belast met het toezicht op de naleving van de Regeling bedrijfsmatig tot ontbranding brengen van vuurwerk.

Het onderhavige besluit voorziet, naast de aanwijzing van toezichthouders, tevens in het verlenen van mandaat, volmacht en machtiging aan functionarissen van de provincie voor het nemen van besluiten en andere daarmee verband houdende handelingen ter handhaving van de hiervoor genoemde regeling.

Met de provincies zijn afspraken, neergelegd in een protocol, gemaakt over een uniforme wijze van het uitoefenen van het toezicht en de handhaving met betrekking tot meldingsplichtige vuurwerkevenementen. Uit dit protocol blijkt de op grond van artikel 10:4, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht vereiste instemming van de provincies met het mandaat.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

Naar boven