Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 16 december 2013, Kenmerk 176586-114158-Z, houdende het opdragen van strafrechtelijke handhaving op terreinen van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en van de Zorgverzekeringswet aan de Inspectie SZW (Regeling toedeling strafrechtelijke handhaving AWBZ en Zvw)

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Veiligheid en Justitie en de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelet op artikel 3, aanhef en onder b, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten;

Besluiten:

Artikel 1

De bijzondere opsporingsdienst, bedoeld in artikel 2, aanhef en onder d, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, heeft mede tot taak;

  • a. de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op het terrein van de verstrekking van zorg als bedoeld in artikel 10 van de Zorgverzekeringswet;

  • b. de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op het terrein van de verstrekking van zorg als bedoeld in artikel 6, eerste en tweede lid, van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, en

  • c. de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op het terrein van de verstrekking van persoonsgebonden budgetten als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Regeling subsidies AWBZ.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling toedeling strafrechtelijke handhaving AWBZ en Zvw.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E.I. Schippers

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn.

TOELICHTING

De directie Opsporing van de Inspectie SZW (hierna: Inspectie SZW) is op basis van deze regeling met ingang van 1 januari 2014 belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op de terreinen van:

  • a. de verstrekking van zorg die behoort tot het te verzekeren pakket van de zorgverzekering;

  • b. de verstrekking van zorg waarop een verzekerde voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (hierna: AWBZ) op grond van die wet aanspraak heeft, en

  • c. de verstrekking van persoonsgebonden budgetten (pgb’s) als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Regeling subsidies AWBZ.

De Inspectie SZW is ingevolge artikel 3, aanhef en onder c van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten tevens belast met de opsporing van strafbare feiten die met de bovenbedoelde taakuitoefening verband houden. Het betreft hier beleidsterreinen waarvoor de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport respectievelijk de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verantwoordelijkheid draagt.

De Inspectie SZW is reeds met ingang van 1 januari 2013 op grond van de Regeling toedeling opsporingstaken persoonsgebonden budgetten belast met de strafrechtelijke handhaving van de verstrekking van pgb’s. De Inspectie SZW was op grond van de bovengenoemde regeling en artikel 3, aanhef en onder c, van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, slechts beperkt bevoegd om fraude op te sporen met zorg in natura op grond van de AWBZ. Het moest dan gaan om strafbare feiten die gepleegd waren in samenhang met de fraude met de pgb’s en niet waren te beschouwen als het hoofdbestanddeel van het complex van geconstateerde strafbare feiten. De Inspectie SZW beschikte niet over de bevoegdheid om strafbare feiten op te sporen die enkel verband hielden met de verstrekking van zorg in natura die behoort tot het pakket van de AWBZ dan wel het te verzekeren pakket voor de zorgverzekering.

Gelet op de omvang, complexiteit en verandersnelheid van de zorgsector heeft het kabinet besloten om het onderdeel opsporing in de keten van preventie, toezicht, opsporing en strafrechtelijke vervolging te versterken. Om snel te kunnen starten met het versterken van de opsporingsfunctie wordt de eerste extra menskracht voor de opsporing ondergebracht bij de Inspectie SZW. De opsporingsbevoegdheid van de Inspectie SZW strekt zich op grond van deze regeling en artikel 3, aanhef en onder c van de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten, ook uit tot strafbare feiten die enkel verband houden met de zorg die behoort tot het pakket voor de AWBZ dan wel tot het te verzekeren pakket voor de zorgverzekering. Die uitbreiding van de opsporingsbevoegdheid vormt ook een onderdeel van de versterking van de opsporing. Het budget voor de uitbreiding van de opsporingsfunctie van de Inspectie SZW is jaarlijks beschikbaar. Die middelen komen ten laste van hoofdstuk XVI van de Rijksbegroting.

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor de burgers en het bedrijfsleven. Er wordt geen minimuminvoeringstermijn van twee maanden gehanteerd. Het is van belang om de met ingang van 1 januari 2014 beschikbare extra menskracht zo snel mogelijk in te zetten. Het hanteren van een minimuminvoeringstermijn van twee maanden zou leiden tot een ongewenste vertraging van de versterking van het onderdeel opsporing in de keten van preventie, toezicht, opsporing en strafrechtelijke vervolging.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. I. Schippers.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn.

Naar boven