Beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 december 2013, nr. HO&S/576984, inzake de beleidsregel`Opheffing terugwerkende kracht Hoofdstuk 4 WTOS’ ex artikel 11.4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten betreffende de verlenging ervan voor onbepaalde tijd

Inhoud maatregel

De beleidsregel van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 17 december 2009, nr. HO&S/BS/2009/178035, inzake de ‘Opheffing terugwerkende kracht Hoofdstuk 4 WTOS’ ex artikel 11.4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten wordt als volgt gewijzigd:

In artikel 2 wordt ‘Deze beleidsregel treedt op 1 januari 2010 in werking en vervalt uiterlijk 1 januari 2014’ vervangen door: Deze beleidsregel treedt met ingang van 1 januari 2010 in werking.

Achtergrond

De beleidsregel ‘Opheffing terugwerkende kracht Hoofdstuk 4 WTOS’ ex artikel 11.4 Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten vervalt op 1 januari 2014. De beleidsregel is vanwege de onbekendheid met de WTOS-tegemoetkoming nog steeds relevant voor leerlingen in het voortgezet onderwijs. Daardoor is het nodig de beleidsregel voor onbepaalde tijd te verlengen. Een nieuwe vervaldatum opnemen is onwenselijk, omdat dit tot extra lasten leidt en het niet waarschijnlijk is dat het beleid ten aanzien van de inhoud van de beleidsregel wordt gewijzigd.

Inwerkingtreding

Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van de dag na uitgifte van de Staatscourant waarin hij wordt geplaatst.

Bekendmaking

Deze beleidsregel wordt met de toelichting geplaatst in de Staatscourant.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

Naar boven