Bekendmaking van de gewijzigde inkomensgrenzen en de hoogten van de eigen bijdragen van 13 december 2013 nr. 463315, bedoeld in de Wet op de rechtsbijstand, het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en het Besluit toevoeging mediation over 2014

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op artikel 34, vierde lid, van de Wet op de rechtsbijstand, artikel 3, tweede lid, van het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand en artikel 4, vijfde lid, van het Besluit toevoeging mediation;

Maakt bekend:

Artikel 1

Met ingang van 1 januari 2014 komen de bedragen, zoals vermeld in artikel 34, eerste lid, van de Wet op de rechtsbijstand te luiden:

€ 25.600 respectievelijk € 36.100.

Artikel 2

Met ingang van 1 januari 2014 komen de bedragen, zoals vermeld in het Besluit eigen bijdrage rechtsbijstand te luiden:

• a. in artikel 2, eerste lid:

  • in onderdeel a: € 196 respectievelijk € 18.000;

  • in onderdeel b: € 360 respectievelijk € 18.000 respectievelijk € 18.700;

  • in onderdeel c: € 514 respectievelijk € 18.700 respectievelijk € 19.700;

  • in onderdeel d: € 669 respectievelijk € 19.700 respectievelijk € 21.600; en

  • In onderdeel e: € 823 respectievelijk € 21.600 respectievelijk € 25.600;

• b. in artikel 2, tweede lid:

  • in onderdeel a: € 196 respectievelijk € 25.200;

  • in onderdeel b: € 360 respectievelijk € 25.200 respectievelijk € 26.100;

  • in onderdeel c: € 514 respectievelijk € 26.100 respectievelijk € 27.400;

  • In onderdeel d: € 669 respectievelijk € 27.400 respectievelijk € 30.500; en

  • In onderdeel e: € 823 respectievelijk € 30.500 respectievelijk € 36.100;

• c. in artikel 2, derde lid:

  • in onderdeel a: € 77 respectievelijk € 18.700 respectievelijk € 26.100; en

  • in onderdeel b: € 129 respectievelijk € 18.700 respectievelijk € 25.600 respectievelijk € 26.100 respectievelijk € 36.100;

• d. in artikel 2, vijfde lid: € 823;

• e. in artikel 2, zesde, zevende en achtste lid: € 53;

• f. in artikel 2a, tweede lid:

  • in onderdeel a: € 340 respectievelijk € 18.000;

  • in onderdeel b: € 412 respectievelijk € 18.000 respectievelijk € 18.700;

  • in onderdeel c: € 566 respectievelijk € 18.700 respectievelijk € 19.700;

  • in onderdeel d: € 720 respectievelijk € 19.700 respectievelijk € 21.600; en

  • In onderdeel e: € 849 respectievelijk € 21.600 respectievelijk € 25.600;

• g. in artikel 2a, derde lid:

  • in onderdeel a: € 340 respectievelijk € 25.200;

  • in onderdeel b: € 412 respectievelijk € 25.200 respectievelijk € 26.100;

  • in onderdeel c: € 566 respectievelijk € 26.100 respectievelijk € 27.400;

  • In onderdeel d: € 720 respectievelijk € 27.400 respectievelijk € 30.500; en

  • In onderdeel e: € 849 respectievelijk € 30.500 respectievelijk € 36.100;

• h. in artikel 2a, vierde lid:

  • in onderdeel a: € 108 respectievelijk € 18.700 respectievelijk € 26.100; en

  • in onderdeel b: € 142 respectievelijk € 18.700 respectievelijk € 25.600 respectievelijk € 26.100 respectievelijk € 36.100.

Artikel 3

Met ingang van 1 januari 2014 komen de bedragen, zoals vermeld in artikel 4 van het Besluit toevoeging mediation te luiden:

• a. in het eerste lid: € 53;

• b. in het tweede en vierde lid: € 105;

• c. in het derde lid:

  • in de aanhef: € 53;

  • in onderdeel a: € 18.000;

  • in onderdeel b: € 25.200;

• d. in het vierde lid: € 105.

Deze bekendmaking zal in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 13 december 2013

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, F. Teeven.