Regeling van de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking van 13 december 2013, nr. Minbuza-2013.34529 inzake subsidieverstrekking voor activiteiten gericht op het versterken van de voorwaarden voor duurzaam internationaal ondernemen van MKB-ondernemers (Subsidieregeling internationaal ondernemen 2014)

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 4, 8, 17 en 19 van het Kaderbesluit EZ-subsidies;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

minister:

de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking;

ondersteuningstraject:

een samenhangend geheel van activiteiten, verricht ten behoeve van een MKB-ondernemer, gericht op het versterken van de voorwaarden voor duurzaam internationaal ondernemen van diens onderneming, bestaande uit het doen inventariseren van de sterktes en zwaktes, kansen, markten en activiteiten die nodig zijn voor een planmatige bewerking van een of meer buitenlandse markten.

Artikel 2

De minister kan op aanvraag aan MKB-ondernemers internationaliseringsvouchers verstrekken. De minister verstrekt op grond van deze regeling niet meer dan een voucher per MKB-ondernemer.

Artikel 3

Bij de toepassing van deze regeling neemt de minister de de-minimisverordening in acht.

Artikel 4

  • 1. Voor toepassing van deze regeling in 2014 geldt een subsidieplafond van € 1,44 miljoen. De minister maakt de subsidieplafonds voor de tijdvakken na 2014 in de Staatscourant bekend.

  • 2. De minister verdeelt de beschikbare internationaliseringsvouchers in volgorde van ontvangst van de aanvragen. Indien honorering van alle aanvragen die op één dag zijn ontvangen ertoe zou leiden dat het plafond zou worden overschreden, stelt de minister de volgorde van verstrekking vast door middel van loting.

Artikel 5

  • 1. De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een ondersteuner die een ondersteuningstraject heeft uitgevoerd en die in verband daarmee een geldig internationaliseringsvoucher overlegt.

  • 2. Voor subsidie op grond van het eerste lid kunnen uitsluitend in aanmerking komen:

    • a. een stichting of een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid die blijkens haar statuten tot doel heeft de belangen te behartigen van ondernemingen of organisaties van ondernemingen;

    • b. de kamer van koophandel;

    • c. een exportadviesonderneming, ingeschreven bij de kamer van koophandel.

  • 3. Organisaties, bedoeld in het tweede lid, kunnen slechts voor subsidie in aanmerking komen indien:

    • a. zij in voldoende mate beschikken over deskundige personele capaciteit op ten minste hbo-niveau met drie of meer jaren relevante adviespraktijk en

    • b. zij zich bereid verklaren om de gedragscode die als bijlage bij deze regeling is gevoegd, na te leven.

  • 4. Geen subsidie wordt verstrekt voor een ondersteuningstraject ten behoeve van een ondernemer aan wie krachtens hoofdstuk 2 van de Subsidieregeling internationaal ondernemen een subsidie is verleend die nog niet is vastgesteld.

Artikel 6

De subsidie bedraagt € 2.400 per ondersteuningstraject.

Artikel 7

  • 1. Voor subsidieverlening op grond van deze regeling geldt een aanvraagprocedure in twee fasen. In de eerste fase beoordeelt de minister of de aanvrager voldoet aan de maatstaven die in artikel 5, tweede en derde lid, zijn neergelegd. Indien deze eerste fase tot een positieve beoordeling leidt, doet de minister daarvan mededeling via internet. De aanvrager maakt gebruik van het voor deze fase door de minister beschikbaar gestelde formulier.

  • 2. Binnen zes maanden na afloop van het ondersteuningstraject dient de aanvrager het voucher in met het daartoe voor deze tweede fase door de minister beschikbaar gestelde formulier. De minister kan de termijn een maal met ten hoogste zes maanden verlengen.

Artikel 8

De Subsidieregeling internationaal ondernemen 2012 wordt ingetrokken, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op aanvragen om subsidie, die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn ingediend en op subsidies die voor inwerkingtreding van deze regeling zijn verstrekt.

Artikel 9

Deze regeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling internationaal ondernemen 2014.

Artikel 10

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014 en vervalt met ingang van 1 januari 2018.

Deze regeling zal met de bijlage en de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen.

BIJLAGE

Gedragscode ondersteuner

Onafhankelijkheid; uitgangspunt is dat de adviseur/ondersteunende organisatie in uitvoering van het SIB-traject geen enkel belang heeft bij uitvoering van diensten of levering van producten volgend uit het SIB-traject

  • de adviseur/ondersteunende organisatie zal geen preferente leveranciers aan de SIB-deelnemer adviseren.

Vertrouwelijkheid

  • de adviseur/ondersteunende organisatie behandelt een SIB-traject strikt vertrouwelijk, geeft informatie niet ter inzage aan derden en zal niet over e.e.a. publiceren.

  • de adviseur/ondersteunende organisatie neemt maatregelen zodat SIB-dossiers (papier en digitaal) vertrouwelijk beheerd worden.

Controle

  • de adviseur/ondersteunende organisatie zal meewerken aan controle op zijn werk door AgNl.

  • de adviseur/ondersteunende organisatie zal desgevraagd informatie verschaffen over het verloop van trajecten.

Kennisdeling

  • de adviseur/ondersteunende organisatie zal meewerken aan uitwisseling van kennis en ervaring met andere adviseurs/ondersteunende organisaties met als doel verbetering van de advisering.

TOELICHTING

Aanleiding

Bevordering van handels- en economische belangen van Nederland en Nederlandse bedrijven dienen centraal te staan in het buitenlandse beleid. Het beleid Internationaal Ondernemen zet in op kennisoverdracht en gerichte informatie en advies en kent minder subsidies en meer economische diplomatie. Hierbij gelden heldere afspraken over de rolverdeling tussen de overheid en marktpartijen en speelt vraagsturing een centrale rol in de nieuwe dienstverlening. Aanleiding voor deze wijziging is het verder doorvoeren van vraagsturing en marktwerking door de uitvoering van de regeling ook voor marktpartijen open te stellen.

Door gebrek aan kennis over internationaal ondernemen, zakendoen op buitenlandse markten en contacten laat het Nederlandse MKB een belangrijk potentieel onbenut. Het kabinet wil kansrijke starters een steuntje in de rug geven bij de voorbereiding van hun eerste stappen op de buitenlandse markten. Het ministerie van Buitenlandse Zaken wil dit onder meer bereiken met een geïntegreerd pakket van publieke en private dienstverlening voor starters op buitenlandse markten. Dit krijgt vorm door het flexibel inzetten van informatie, advies en collectieve promotie. Voor advies geldt ondersteuning bij het planmatig verkennen en bewerken van buitenlandse markten. In het verlengde van deze ondersteuning kunnen ondernemers op basis van hun eigen behoeften trefzeker worden doorverwezen naar relevante dienstverlening binnen en buiten de overheid op het gebied van internationaal ondernemen.

Internationaal ondernemen

Deze faciliteit maakt als adviesmodule onderdeel uit van de starteraanpak en biedt de ondernemer ondersteuning bij het in kaart brengen van knelpunten, om daar vervolgens acties aan te koppelen zodat deze barrières overwonnen kunnen worden. Met als doel om de ondernemer structureel op een buitenlandse markt actief te laten zijn. De Subsidieregeling internationaal ondernemen 2014 volgt de Subsidieregeling internationaal ondernemen 2012 op en is gericht op ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf, die geen of weinig ervaring hebben met internationaal ondernemen, maar die bereid zijn daar tijd en geld in te investeren. Het doel van de regeling is het vergroten van het aantal ondernemingen dat duurzaam internationaal onderneemt. Het streven is om door middel van deze faciliteit in 2014 600 bedrijven te ondersteunen via een individueel bewustwording- en activeringstraject, dat uit de volgende stappen bestaat:

  • Motivatie, ambitie en onderscheidend vermogen. In deze stap worden op basis van de ambitie van de ondernemer en het onderscheidend vermogen van zijn onderneming kansrijke markten geïdentificeerd;

  • Marktonderzoek/-vergelijking. Tijdens deze stap wordt de aantrekkelijkheid van deze markten nader onderzocht;

  • Interne analyse. Deze stap inventariseert wat nodig is om succesvol te worden op deze markten. Dit mondt uit in een actiepuntenlijst internationaal ondernemen en is het eindpunt van het adviestraject. Deze identificatie van de ‘witte vlekken’ en inventarisatie van benodigde activiteiten nemen ongeveer zes maanden in beslag. De ondernemer investeert zelf tijd en geld en kleurt de in het plan genoemde witte vlekken in met het beschikbare publieke en private productenpakket tegen de daarvoor geldende voorwaarden en prijzen.

Internationaliseringsvouchers

Voor de uitvoering van dit subsidieprogramma is gekozen voor het systeem van vouchers. Vouchers zijn tegoedbonnen die kunnen worden ingediend ter vergoeding van de diensten van de in deze regeling bedoelde ondersteuners. In dit geval kan de ondernemer een internationaliseringvoucher aanvragen bij Agentschap NL, ter waarde van € 2.400.

Administratieve lasten

Ten opzichte van haar voorganger, de Subsidieregeling internationaal ondernemen 2012, leidt deze regeling niet tot extra administratieve lasten.

Staatssteun

De faciliteit valt onder de voor de betrokken MKB-ondernemer relevante de-minimisverordening. Geen internationaliseringsvoucher wordt verstrekt als het betrokken de-minimis plafond bereikt is.

Artikelen

Artikel 1

Het ondersteuningstraject is erop gericht een MKB-ondernemer in staat te stellen om aan de hand van een stappenplan toegang te verwerven tot een of meer buitenlandse markten.

Artikel 3

Als overheden steun aan ondernemingen verlenen, kan dat de concurrentieverhoudingen verstoren. Daarom zijn aan steunverlening beperkingen verbonden. Op grond van de de-minimisverordening zijn deze beperkingen echter niet van toepassing op steunmaatregelen die een bepaalde drempel niet overschrijden: deze drempel bedraagt voor de meeste sectoren € 200.000. Dit bedrag geldt per onderneming over een periode van drie opeenvolgende belastingjaren. Op grond van artikel 8 van het Kaderbesluit EZ-subsidies zal geen subsidie worden verleend voor zover dit tot overschrijding van de steundrempel zal leiden.

Artikel 5

Voor subsidie kunnen uitsluitend in aanmerking komen ondernemingsorganisaties, de kamer van koophandel en exportadviesondernemingen die aan de maatstaven van de regeling voldoen.

Artikel 6

De subsidie wordt in de vorm van een vast bedrag verstrekt, conform de Aanwijzingen voor subsidieverstrekking1, Aanwijzing 7.

Artikel 7

Voor de ondersteuners geldt een aanvraagprocedure in twee fasen. Voorafgaand aan de fase waarin de adviseurs hun vouchers kunnen verzilveren, wordt getoetst of de organisatie voldoet aan de criteria, genoemd in artikel 5, tweede en derde lid. Als het antwoord op deze vraag bevestigend luidt, wordt daarvan mededeling gedaan via de website van AgNl. De ondernemers die over een voucher beschikken, weten daardoor bij welke ondersteuners zij hun voucher kunnen besteden.

De aanvraagformulieren zullen via de website van de uitvoerder, AgNl, ter beschikking worden gesteld.

De Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, E.M.J. Ploumen.

Naar boven