Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 13 december 2013, nr. BOACAT2013/082, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de RUD Drenthe

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van de RUD Drenthe van 9 december 2013 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het Functioneel Parket en de korpschef bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • de artikelen 6, eerste en derde lid, 36, eerste lid, 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten:

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van medewerker handhaving in dienst van de RUD Drenthe, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein II, Milieu, welzijn en infrastructuur, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 10 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het functioneel parket.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef, bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

  • 1. De directeur van de RUD Drenthe brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Ingevolge artikel 6, derde lid, tweede volzin, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar worden de akten van beëdiging van de heer A. Westerveen, boa-akte 6034795/0, en de heer D.W. Klein Bramel, boa-akte 6034794/0, in dienst van de provincie Drenthe, de heer W. Kiers, boa-akte 6032447/1 in dienst van de gemeente Midden Drenthe, de heer B.H. Hilberts, boa-akte 6035577/0 en de heer E.T. Brouwer, boa-akte 2100014/4 in dienst van de gemeente Emmen, tot het tijdstip waarop de aanpassing bedoeld in de eerste volzin van dat lid, heeft plaatsgevonden, geacht te zijn afgegeven op grond van dit besluit.

Artikel 8

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 9

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar RUD Drenthe 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 13 december 2013

Hoogachtend,De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze: A.A.A.M. Huldy, Afdelingsmanager V&T, wnd.

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Artikel 7 brengt geen wijziging in de resterende looptijd van de afgegeven akten.

Naar boven