Besluit van de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 11 december 2013, nr. BOACAT2013/075, strekkende tot aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de afdeling Erfgoedinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelezen het verzoek van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 6 november 2013 en de adviezen van de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket en de korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

Gelet op:

  • artikel 142, eerste lid, aanhef en onder b en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

  • artikelen 36, eerste lid, 41, tweede lid, van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

  • artikel 17, eerste lid, aanhef en onder 2, van de Wet op de economische delicten.

Besluit:

Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder buitengewoon opsporingsambtenaar: de persoon als bedoeld in artikel 2.

Artikel 2

De personen, werkzaam in de functie van inspecteur van de Erfgoedinspectie in dienst bij de afdeling Erfgoedinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

  • 1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de strafbare feiten behorend tot het domein VI, Generieke Opsporing, van bijlage A-I van de Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar.

  • 2. De opsporingsbevoegdheid, bedoeld in het eerste lid, geldt voor het grondgebied van Nederland, voor zover noodzakelijk voor een goede vervulling van de aan de functie gerelateerde taken.

  • 3. De buitengewoon opsporingsambtenaar vermeldt in zijn processen-verbaal en schriftelijke verslagleggingen het in het eerste lid genoemde domein.

Artikel 4

Op grond van dit besluit kunnen maximaal 10 personen als buitengewoon opsporingsambtenaar worden beëdigd.

Artikel 5

  • 1. Als toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het Landelijk Parket te Rotterdam.

  • 2. Als direct toezichthouder als bedoeld in artikel 36 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012.

Artikel 6

  • 1. De directeur bij de afdeling Erfgoedinspectie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap brengt jaarlijks, voor 1 april, verslag uit over:

    • a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam in de in artikel 2 genoemde functie;

    • b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;

    • c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen in dat jaar voor dat examen zijn geslaagd.

  • 2. Dit verslag wordt toegezonden aan de in artikel 5 bedoelde toezichthouder en direct toezichthouder en aan het Ministerie van Veiligheid en Justitie, dienst Justis, afdeling V&T, postbus 20300, 2500 EH Den Haag.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na het tijdstip van inwerkingtreding.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Erfgoedinspectie 2013.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 11 december 2013

Hoogachtend,

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie, namens deze: A.A.A.M. Huldy, Afdelingsmanager V&T, wnd.

Bezwaar maken

Belanghebbenden kunnen tegen dit besluit bezwaar maken bij de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie. U doet dit door een gemotiveerd bezwaarschrift in te dienen binnen zes weken na dagtekening van dit besluit. U kunt uw bezwaarschrift sturen naar het volgende adres:

Dienst Justis

Afdeling V&T

Postbus 20300

2500 EH Den Haag

U kunt uw bezwaarschrift ook door uw gemachtigde in laten dienen. Als de gemachtigde geen advocaat is, voeg dan een machtiging bij uw bezwaarschrift.

Zorg ervoor dat uw bezwaarschrift in elk geval het volgende bevat:

  • uw naam en adres;

  • de dagtekening;

  • een omschrijving van de beslissing waartegen u bezwaar wilt maken. U kunt ook een kopie van de beslissing meesturen;

  • de gronden van uw bezwaar;

  • uw handtekening of de handtekening van uw gemachtigde.

TOELICHTING

Het verzoek komt voort uit samenwerkingsafspraken tussen de Erfgoedinspectie en het Openbaar Ministerie inzake de aanpak van kunst gerelateerde criminaliteit.

De behandeling van zaken op het gebied van kunst gerelateerde criminaliteit ligt primair in de regio, dat wil zeggen bij de regionale eenheden en de regionale parketten. Het is voor een succesvolle aanpak van de kunst gerelateerde criminaliteit van wezenlijk belang dat de kennis en kunde die aanwezig is bij de inspecteurs van de Erfgoedinspectie wordt ingebracht in het opsporingsonderzoek. Om dit te kunnen realiseren is het noodzakelijk dat de Erfgoedinspectie beschikt over een aantal buitengewoon opsporingsambtenaren die in voorkomende gevallen aan het opsporingsonderzoek van de regionale eenheid kan worden gekoppeld.

De toezichthouder en de direct toezichthouder hebben positief geadviseerd op het verzoek van de Erfgoedinspectie.

Naar boven