Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 december 2013, nr. WJZ/567599 (10422), houdende intrekking van subsidieregelingen op het terrein van cultuur omdat deze hun betekenis hebben verloren, alsmede wijziging van subsidieregelingen op terrein van cultuur en emancipatie in verband met het opnemen van een vervaldatum (Regeling intrekking en wijziging OCW-subsidieregelingen cultuur en emancipatie 2013)

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet overige OCW-subsidies, artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 4 van het Besluit op het specifiek cultuurbeleid en artikel 2.16 van de Regeling op het specifiek cultuurbeleid;

Besluit:

§ 1. Intrekking van regelingen

ARTIKEL I

Het volgende besluit en de volgende regelingen worden ingetrokken:

  • a. Besluit van de Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur van 12 juni 1989, nr. 33 392, houdende Besluit blindenbibliotheek (Stcrt. 1989, 118),

  • b. Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek,

  • c. Subsidieregeling aansluiting digitale bibliotheek 2011,

  • d. Subsidieregeling bibliotheekinnovatie,

  • e. Subsidieregeling programma Leesbevordering 2008–2011.

§ 2. Opneming van vervaldatum in regelingen

ARTIKEL II

Artikel 12 van de Regeling frictie- en transitiekosten culturele basisinfrastructuur 2009–2012 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift komt te luiden:

Artikel 12. Inwerkingtreding en vervaldatum

2. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 2. Deze regeling vervalt met ingang van 1 januari 2017.

ARTIKEL III

Artikel 4.2 van de Subsidieregeling emancipatie 2011 wordt als volgt gewijzigd:

1. Aan het opschrift wordt toegevoegd: en vervaldatum.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

  • 3. Deze regeling vervalt met ingang van 1 juli 2017.

§ 3. Overgangs- en slotbepalingen

ARTIKEL IV

  • 1. Voor zover er ter zake, na het vervallen van de betreffende regeling, nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze overeenkomstig de regelingen, bedoeld in de artikelen I, onder c en d, en III, plaats.

  • 2. Bestaande aanspraken en verplichtingen bij, op grond of in het kader van de regelingen, bedoeld in de artikelen I, onder c en d, en III, blijven in stand.

ARTIKEL V

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

ARTIKEL VI

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling intrekking en wijziging OCW-subsidieregelingen cultuur en emancipatie 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

TOELICHTING

Met ingang van 1 juli 2012 is het verplicht om iedere subsidieregeling te voorzien van een einddatum, een zogenaamde horizonbepaling. Dit volgt uit een wijziging van de Aanwijzingen inzake subsidieverstrekking (Stcrt. 2012, nr. 13009). Voor bestaande subsidieregelingen geldt een overgangstermijn van twee jaar waarbinnen deze regelingen van een einddatum moeten zijn voorzien. Met deze regeling wordt aan het voorgaande voldaan. Daarnaast wordt van de gelegenheid gebruikt gemaakt om enkele uitgewerkte subsidieregelingen in te trekken. In deze regeling is een overgangsbepaling opgenomen waarin gezorgd wordt dat nog lopende procedures volgens het tot dusverre geldende recht kunnen worden afgewikkeld.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

Naar boven