Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 10 december 2013, nr. WJZ/571596 (10425), tot wijziging van de Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs in verband met wijzigingen in de uitvoering

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 2 van de Wet overige OCW-subsidies en artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste en tweede lid wordt telkens ‘€ 15’ vervangen door: ten minste € 5.

2. In het tweede lid vervalt de zinsnede ‘voortgezet speciaal onderwijs,’.

3. Het vierde lid vervalt.

B

In artikel 4a, vierde lid, onderdeel b, wordt ‘31 oktober’ vervangen door: 31 augustus.

ARTIKEL II

  • 1. De Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs wordt ingetrokken met ingang van 1 november 2014.

  • 2. Voor zover na de datum, bedoeld in het eerste lid, nog sprake is van enige bestuursrechtelijke afdoening, met inbegrip van bezwaar- en beroepsprocedures, vindt deze plaats overeenkomstig de regeling zoals die luidde voor de datum, bedoeld in het eerste lid.

ARTIKEL III

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 november 2013.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

TOELICHTING

1. Inleiding

Scholen in het voortgezet onderwijs komen in aanmerking voor subsidie in de vorm van Cultuurkaarten. De Cultuurkaart is een instrument dat leerlingen in contact brengt met cultuur. Met deze regeling is de Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs voor het schooljaar 2013/2014 op enkele punten aangepast. Met ingang van 1 november 2014 wordt de regeling ingetrokken, aangezien met ingang van schooljaar 2014/2015 de verstrekking van de middelen via een concessieovereenkomst geregeld zal worden.

2. Aanpassingen

De belangrijkste aanpassing van de Regeling Cultuurkaart voortgezet onderwijs is dat de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap vanaf het schooljaar 2013–2014 een lager bedrag beschikbaar stelt voor de kaartwaarde per leerling. De Minister stelt € 5 per leerling beschikbaar voor besteding aan culturele activiteiten. De kaarten moeten beschikbaar worden gesteld aan alle leerlingen in het voortgezet onderwijs, via het bevoegd gezag van een school. Scholen doen mee op vrijwillige basis en moeten zelf een bijdrage van € 10 leveren. De middelen zijn bestemd voor leerlingen van scholen die vallen onder de Wet op het voortgezet onderwijs. Het budget voor cultuureducatie voor leerlingen in het voortgezet speciaal onderwijs is opgenomen in de prestatiebox primair onderwijs. Aan Cultuurkaart-acceptanten wordt geen subsidie beschikbaar gesteld. De termijnen in artikel 4a van de regeling worden gewijzigd teneinde aan te sluiten bij de bestaande uitvoeringspraktijk.

3. Administratieve lasten en uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid

Omdat deze regeling aansluit bij de reeds bestaande praktijk leidt zij niet tot verhoging van de administratieve lasten. Om dezelfde reden zijn er ook geen gevolgen voor de uitvoerbaarheid en de handhaafbaarheid. De uitvoerder heeft geen bezwaar tegen de wijzigingen.

4. Vaste Verandermomenten

Met de inwerkingtreding van deze regeling wordt afgeweken van het uitgangspunt dat regelgeving op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober in werking treedt en dat bekendmaking minimaal twee maanden voordien plaatsvindt. Deze afwijking wordt gerechtvaardigd doordat met onmiddellijke inwerkingtreding kan worden bewerkstelligd dat de leerlingen eerder in het schooljaar 2013–2014 over de waarde op de cultuurkaart kunnen beschikken. Een vervroegde invoering van de wijzigingen levert voordelen op voor de betrokken partijen. De regeling gaat met terugwerkende kracht in werking, omdat op het tijdstip van de aankondiging van de beschikbaarstelling van het budget voor de Cultuurkaart, besproken met de Tweede Kamer op 19 juni 2013, CJP al voorbereidingen aan het treffen was voor het schooljaar 2013–2014. De leerlingen moeten uiterlijk op 1 november van het schooljaar over de Cultuurkaarten kunnen beschikken en daarom betreft deze regeling ook de Cultuurkaarten die vanaf dat moment zijn uitgegeven door CJP.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

Naar boven