Regeling van de Minister van Financiën van 10 december 2013, kenmerk: FM 2013/2175 M, directie Financiële Markten, tot vaststelling van het tarief, bedoeld in artikel 11k, derde, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft voor 2014 (Regeling tarief centrale examenbank Wft 2014)

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 11k, derde lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft;

Besluit:

Artikel 1

Het door exameninstituten verschuldigde tarief, bedoeld in artikel 11k, derde lid, van het Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft, bedraagt voor 2014 € 46,– per afgenomen examen.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tarief centrale examenbank Wft 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem.

TOELICHTING

Met ingang van 2014 gaat de centrale examenbank van start voor het afnemen van Wft-examens. Het functionele en technische beheer van de centrale examenbank wordt gemandateerd aan de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO); het inhoudelijke beheer aan het College Deskundigheid Financiële Dienstverlening (CDFD). Dit betreft het op basis van de eind- en toetstermen vaststellen van de specificaties en de inhoud van de examens alsmede het vaststellen van de in de centrale examenbank op te nemen examenvragen.

De erkende exameninstituten nemen de examens af. Zij stellen de faciliteiten beschikbaar waarmee kandidaten onder toezicht digitaal examen doen via de centrale examenbank. Het gaat om de volgende Wft-examens:

  • I. De initiële examens vanaf 1 januari 2014 voor wie nog geen diploma heeft.

  • II. Het examen in de overgangsperiode 2014 en 2015 dat het gat gaat opvullen tussen de nu geldende diploma’s en de eisen vanuit het nieuwe bouwwerk. Deze examens zullen worden gecombineerd met permanente educatie (PE-Plusexamens).

  • III. De reguliere PE-examens vanaf 1 januari 2016. Deze examens dienen binnen 36 maanden na het initiële examen (of PE-Plusexamen) te worden afgelegd.

Doordat zowel de examenontwikkeling als de examenafname op nationaal niveau gaat plaatsvinden via de centrale examenbank, komen de daarmee samenhangende uitgaven met ingang van 2014 ten laste van Hoofdstuk IX (Financiën) van de Rijksbegroting. Deze uitgaven dienen van budgettaire dekking te worden voorzien. Deze wordt gevonden doordat exameninstituten per afgenomen examen leges moeten betalen aan de Staat. In de onderhavige regeling wordt het tarief van die leges voor 2014 vastgesteld op € 46,–.

De belangrijkste kostenposten die de leges moeten dekken zijn:

  • a. de uitgaven aan de leverancier van de examensoftware;

  • b. de uitgaven aan de ontwikkeling en het onderhoud van de examenvragen;

  • c. de projectuitgaven in 2013;

  • d. de extra subsidie aan het CDFD vanwege de extra taken die het krijgt;

  • e. de uitgaven vanwege de uitvoering door DUO.

Het tarief van de leges zal jaarlijks worden vastgesteld. Uitgangspunt is het tarief de komende vier jaren zo min mogelijk te laten fluctueren.

De Minister van Financiën, J.R.V.A. Dijsselbloem.

Naar boven