Omgevingsvergunning Deutzstraat 19, Oegstgeest

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Oegstgeest maakt bekend dat bij besluit van 10 december 2013 een omgevingsvergunning is verleend om af te wijken van het bestemmingsplan ‘Wilhelminapark en Geesten’, met toepassing van artikel 2.12, lid 1, onder a, onder 3° van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).

Het verzoek om vergunning heeft betrekking op gebruikswijziging van het perceel en pand ten behoeve van wonen met kantoor, inclusief aanpassingen pand en realisatie van 2 parkeerplaatsen, aan de Deutzstraat 19 te Oegstgeest. De aanvraag is bij de gemeente bekend onder OLO-nummer 861149.

Het ontwerpbesluit heeft ter inzage gelegen van donderdag 24 oktober 2013 tot en met woensdag 4 december 2013. Gedurende deze termijn zijn geen zienswijzen ontvangen.

Het vaststellingsbesluit met bijbehorende stukken ligt gedurende 6 weken ter inzage van vrijdag 13 december 2013 tot en met donderdag 23 januari 2014. De stukken zijn op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur in te zien bij de welkomstbalie van het gemeentehuis aan de Rhijngeesterstraatweg 13 te Oegstgeest. Daarnaast is de vergunning digitaal beschikbaar op de website van de gemeente Oegstgeest (www.oegstgeest.nl ) via de knop ‘Bestemmingsplannen’ in de rubriek ‘Snelle links’, onder ‘Nu ter inzage’. Een kennisgeving van de ter inzagelegging is tevens te vinden op de landelijke voorziening (www.ruimtelijkeplannen.nl) met identificatienummer NL.IMRO.0579.Deutz19-VA01.

Nadere informatie is te verkrijgen bij de afdeling VROM, team Ruimtelijke Ordening, via het algemene telefoonnummer 14071.

Tegen een verleende omgevingsvergunning die tot stand is gekomen met de uitgebreide voorbereidingsprocedure kunnen belanghebbenden, binnen zes weken na de dag waarop het besluit ter inzage is gelegd, beroep aantekenen bij de rechtbank ’s-Gravenhage, Sector Bestuursrecht, Postbus 20302, 2500 EH Den Haag. Dit kan alleen als er tijdens de ter inzagelegging van het ontwerpbesluit zienswijzen zijn ingediend door deze belanghebbenden of als de belanghebbenden redelijkerwijs niet kan worden verweten dat zij geen zienswijzen naar voren hebben gebracht.