Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau,
enz. enz. enz.
Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 14 november 2013,
nr. RWS-2013/54334, Rijkswaterstaat Corporate Dienst, Afdeling Bestuurlijk Juridische
Zaken en Vastgoed, Publiekrecht;
Gelezen het verzoek van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente
Goes (hierna: gemeente Goes), gevestigd te Goes, van 18 oktober 2013, kenmerk 13uit04354,
waarin genoemd college verzoekt te bevorderen dat voor de eventuele toepassing van
de Belemmeringenwet Privaatrecht en/of de Belemmeringenwet Verordeningen het openbaar
belang wordt erkend van de werken ten behoeve van de voorgenomen aanleg en/of instandhouding
van rioleringswerken ten behoeve van de inzameling en transport van afvalwater en
hemelwater gelegen binnen het verzorgingsgebied van voornoemde gemeente;
Gelet op de door de gemeente Goes overgelegde stukken;
Overwegende dat de voorgenomen aanleg en/of instandhouding van voornoemde rioleringswerken
geschieden in het kader van de aan voornoemde gemeente opgedragen zorgplicht voor
een doelmatige inzameling en transport van afvalwater, waarbij de gemeente de plicht
is opgelegd om vanaf 1 januari 2005 van alle woningen en bedrijven het afvalwater
te transporteren naar de Afvalwaterzuiveringsinstallatie (AWZI).
Gelet op de Belemmeringenwet Privaatrecht, de Belemmeringenwet Verordeningen en de
Algemene wet bestuursrecht;
Hebben Wij goedgevonden en verstaan:
Het openbaar belang te erkennen van de werken welke door de gemeente Goes gevestigd
te Goes zijn en zullen worden ondernomen in het kader van de voorgenomen aanleg en/of
instandhouding van rioleringswerken ten behoeve van de inzameling en transport van
afvalwater en hemelwater gelegen binnen het verzorgingsgebied van voornoemde gemeente;
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening
van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
Wassenaar, 25 november 2013
Willem-Alexander
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.
Mededelingen
Tegen dit besluit kan een belanghebbende binnen zes weken, te rekenen vanaf de datum
van inwerkingtreding van het besluit, een bezwaarschrift indienen bij Zijne Majesteit
de Koning, te richten aan de Minister van Infrastructuur en Milieu, Rijkswaterstaat
Corporate Dienst, Afdeling Bestuurlijk Juridische Zaken en Vastgoed, Publiekrecht,
t.a.v. mr. J. Boxum, Postbus 2232, 3500 GE Utrecht.
Het bezwaarschrift dient ondertekend te zijn en bevat tenminste: de naam en het adres
van de indiener, de dagtekening, een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar
is gericht alsmede de gronden waarop het bezwaar berust.