Regeling van de Minister van Economische Zaken van 9 december 2013, nr. WJZ/13180503, tot wijziging van de Regeling RDA ten behoeve van de vaststelling van het percentage voor de bepaling van het RDA-bedrag

De Minister van Economische Zaken;

Handelende na overleg met de Minister van Financiën;

Gelet op artikel 3.52a, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling RDA wordt als volgt gewijzigd:

A

In de artikelen 1 en 1a wordt de zinsnede ‘de Minister van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie’ telkens vervangen door: de Minister van Economische Zaken.

B

Artikel 1b komt te luiden:

Artikel 1b

Van 1 januari 2014 tot en met 31 december 2014 bedraagt het percentage, bedoeld in artikel 7, eerste lid, van het Besluit RDA, 60.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 9 december 2013

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

TOELICHTING

1. Algemeen

De Research & Development Aftrek (RDA) is op 1 januari 2012 in werking getreden. Sinds 1994 kent Nederland al de WBSO, een fiscale regeling gericht op het verlagen van de loonkosten voor speur- en ontwikkelingswerk (S&O). De RDA voorziet, in aanvulling op de WBSO, in een extra fiscale aftrek in de vennootschapsbelasting (VPB) of inkomstenbelasting (IB) voor overige kosten (S&O-exploitatiekosten) en uitgaven (S&O-investeringen). De hoogte van de RDA-aftrek van de ondernemer wordt bepaald door de grondslag – de som van diens kosten en uitgaven voor S&O (niet zijnde loonkosten)– te vermenigvuldigen met het RDA-percentage. Dit percentage is voor 2013 op grond van het beschikbare budget en de verwachte grondslag vastgesteld op 54% (artikel 7, eerste lid, van het Besluit RDA). Het percentage kan echter, na overleg met de Minister van Financiën, met ingang van 1 januari van enig jaar worden gewijzigd op grond van artikel 3.52a, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001.

De RDA is een gebudgetteerde regeling. Hieruit volgt dat jaarlijks het verwachte beslag op de middelen bezien moet worden in relatie tot het gebruik en de budgettaire ruimte. Naar aanleiding daarvan wordt jaarlijks het percentage vastgesteld. De uitvoeringsinformatie die op dit moment beschikbaar is geeft aanleiding om het RDA-percentage voor 2014 vast te stellen op 60. Dit komt overeen met een nettovoordeel van 15% bij een tarief van de VPB van 25%.

Afhankelijk van de budgettaire ruimte en de uitputting kan voor 2015 opnieuw een van artikel 7, eerste lid, van het Besluit RDA afwijkend percentage worden vastgesteld.

2. Regeldruk

Er wijzigen geen informatieverplichtingen. Op basis van de uitvoeringsinformatie over het gebruik van de RDA sinds 2012 worden de administratieve lasten (AL) voor 2014 geraamd op 1,1% tot 1,4% van het in 2014 beschikbare budget. De koppeling van de aanvraagprocedure en de uitvoerings- en verantwoordingspraktijk van de RDA aan de WBSO vertaalt zich in beperkte AL van de RDA.

3. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op 1 januari 2014. Hiermee wordt gedeeltelijk recht gedaan aan het kabinetsbeleid inzake de vaste verandermomenten (Kamerstukken II 2009/10, 29 515, nr. 309). De minimale invoeringstermijn van twee maanden wordt niet gehaald omdat pas in november 2013 een inschatting van het gebruik van de RDA in 2013 kon worden gemaakt. Omdat artikel 3.52a, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 enkel aanpassing van het percentage toelaat per 1 januari en de doelgroep gebaat is bij spoedige inwerkingtreding is deze afwijking gerechtvaardigd.

De Minister van Economische Zaken, H.G.J. Kamp

Naar boven