De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,
Gelet op de artikelen 5, derde, vierde, vijfde, tiende, elfde en veertiende lid, en
8, vierde en zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers, 5, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 8, vijfde, achtste en
tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen, 2:8, tweede lid, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten
en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz;
Besluit:
ARTIKEL I
De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
werkloze werknemers, worden als volgt herzien:
A
De bedragen, genoemd in artikel 5, worden als volgt herzien:
1. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 661,77‘ vervangen door:€ 677,27.
2. In het vierde lid wordt in:
a. onderdeel a ‘€ 1.191,18’ vervangen door: € 1.219,09;
b. onderdeel b ‘€ 926,47’ vervangen door: € 948,18;
c. onderdeel c ‘€ 766,74’ vervangen door: € 783,58;
d. onderdeel d ‘€ 672,03’ vervangen door: € 688,23.
3. In het vijfde lid wordt in:
a. onderdeel a ‘€ 1.147,95’ vervangen door: € 1.174,90;
b. onderdeel b ‘€ 860,58’ vervangen door: € 880,72;
c. onderdeel c ‘€ ’637,75’ vervangen door: € 652,72;
d. onderdeel d ‘€ 350,38’ vervangen door: € 358,54.
B
De bedragen, genoemd in artikel 8, worden als volgt herzien:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 299,52’ vervangen door: € 305,56.
2. In het vijfde lid wordt ‘€ 198,14’ vervangen door: € 200,49.
ARTIKEL II
De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte
gewezen zelfstandigen, worden als volgt herzien:
A
De bedragen, genoemd in artikel 5, worden als volgt herzien:
1. In het tweede lid wordt in:
a. onderdeel 2 ‘ € 21.144,00’ vervangen door: € 21.861,00;
b. onderdeel 3 ‘€ 23.095,00’ vervangen door: € 23.115,00.
2. In het vierde lid wordt in:
a. onderdeel a ‘€ 661,77’ vervangen door: € 677,27;
b. onderdeel b ‘€ 1.191,18’ vervangen door: € 1.219,09;
c. onderdeel c ‘€ 926,47’ vervangen door: € 948,18.
B
De bedragen, genoemd in artikel 8, worden als volgt herzien:
1. In het tweede lid wordt ‘€ 127.400,00’ vervangen door: € 128.547,00.
2. In derde lid wordt ‘€ 299,52’ vervangen door: € 305,56.
3. In het negende lid wordt ‘€ 198,14’ vervangen door: € 200,49.
ARTIKEL III
In artikel 2:8, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten
wordt ‘€ 2.251,00’ vervangen door: € 2.305,00.
ARTIKEL IV
Artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAW wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.569,04’ vervangen door: € 1.571,38.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 1.499,35’ vervangen door: € 1.512,79.
3. In onderdeel c wordt ‘€ 1.203,96’ vervangen door: € 1.211,62.
4. In onderdeel d wordt ‘€ 950,70’ vervangen door: € 953,59.
5. In onderdeel e wordt ‘€ 800,20’ vervangen door: € 803,63.
6. In onderdeel f wordt ‘€ 1.431,00’ vervangen door: € 1.442,28.
7. In onderdeel g wordt ‘€ 974,62’ vervangen door: € 980,71.
8. In onderdeel h wordt ‘€ 746,10’ vervangen door: € 747,02.
9. In onderdeel i wordt ‘€ 350,38’ vervangen door: € 358,54.
ARTIKEL V
Artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAZ wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.569,04’ vervangen door: € 1.571,38.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 1.499,35’ vervangen door: € 1.512,79.
3. In onderdeel c wordt ‘€ 1.203,96’ vervangen door: € 1.211,62.
ARTIKEL VI
In artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt
‘€ 114.428,00’ telkens vervangen door: € 117.058,00.
ARTIKEL VI
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.