Regeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 december 2013, tot herziening van de bedragen en vaststelling van de grondslagen, genoemd in de IOAW, IOAZ en het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten met ingang van 1 januari 2014

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

Gelet op de artikelen 5, derde, vierde, vijfde, tiende, elfde en veertiende lid, en 8, vierde en zesde lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, 5, vierde, vijfde, zesde en zevende lid, 8, vijfde, achtste en tiende lid, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, 2:8, tweede lid, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en 5, derde lid, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz;

Besluit:

ARTIKEL I

De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers, worden als volgt herzien:

A

De bedragen, genoemd in artikel 5, worden als volgt herzien:

1. In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘€ 661,77‘ vervangen door:€ 677,27.

2. In het vierde lid wordt in:

a. onderdeel a ‘€ 1.191,18’ vervangen door: € 1.219,09;

b. onderdeel b ‘€ 926,47’ vervangen door: € 948,18;

c. onderdeel c ‘€ 766,74’ vervangen door: € 783,58;

d. onderdeel d ‘€ 672,03’ vervangen door: € 688,23.

3. In het vijfde lid wordt in:

a. onderdeel a ‘€ 1.147,95’ vervangen door: € 1.174,90;

b. onderdeel b ‘€ 860,58’ vervangen door: € 880,72;

c. onderdeel c ‘€ ’637,75’ vervangen door: € 652,72;

d. onderdeel d ‘€ 350,38’ vervangen door: € 358,54.

B

De bedragen, genoemd in artikel 8, worden als volgt herzien:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 299,52’ vervangen door: € 305,56.

2. In het vijfde lid wordt ‘€ 198,14’ vervangen door: € 200,49.

ARTIKEL II

De bedragen, genoemd in de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen, worden als volgt herzien:

A

De bedragen, genoemd in artikel 5, worden als volgt herzien:

1. In het tweede lid wordt in:

a. onderdeel 2 ‘ € 21.144,00’ vervangen door: € 21.861,00;

b. onderdeel 3 ‘€ 23.095,00’ vervangen door: € 23.115,00.

2. In het vierde lid wordt in:

a. onderdeel a ‘€ 661,77’ vervangen door: € 677,27;

b. onderdeel b ‘€ 1.191,18’ vervangen door: € 1.219,09;

c. onderdeel c ‘€ 926,47’ vervangen door: € 948,18.

B

De bedragen, genoemd in artikel 8, worden als volgt herzien:

1. In het tweede lid wordt ‘€ 127.400,00’ vervangen door: € 128.547,00.

2. In derde lid wordt ‘€ 299,52’ vervangen door: € 305,56.

3. In het negende lid wordt ‘€ 198,14’ vervangen door: € 200,49.

ARTIKEL III

In artikel 2:8, eerste lid, onderdeel b, van het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten wordt ‘€ 2.251,00’ vervangen door: € 2.305,00.

ARTIKEL IV

Artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAW wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.569,04’ vervangen door: € 1.571,38.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 1.499,35’ vervangen door: € 1.512,79.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 1.203,96’ vervangen door: € 1.211,62.

4. In onderdeel d wordt ‘€ 950,70’ vervangen door: € 953,59.

5. In onderdeel e wordt ‘€ 800,20’ vervangen door: € 803,63.

6. In onderdeel f wordt ‘€ 1.431,00’ vervangen door: € 1.442,28.

7. In onderdeel g wordt ‘€ 974,62’ vervangen door: € 980,71.

8. In onderdeel h wordt ‘€ 746,10’ vervangen door: € 747,02.

9. In onderdeel i wordt ‘€ 350,38’ vervangen door: € 358,54.

ARTIKEL V

Artikel 1 van de Regeling vaststelling grondslagen IOAZ wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a wordt ‘€ 1.569,04’ vervangen door: € 1.571,38.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 1.499,35’ vervangen door: € 1.512,79.

3. In onderdeel c wordt ‘€ 1.203,96’ vervangen door: € 1.211,62.

ARTIKEL VI

In artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de Regeling vermogenswaardering Ioaz wordt ‘€ 114.428,00’ telkens vervangen door: € 117.058,00.

ARTIKEL VI

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 december 2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma.

TOELICHTING

In de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ) zijn de netto bedragen opgenomen waaraan de op grond van artikel 5 van de IOAW en IOAZ vast te stellen grondslagen netto gelijk dienen te zijn. De genoemde bedragen dienen te worden herzien met ingang van de dag waarop en met het percentage waarmee het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon worden herzien.

Aangezien met ingang van 1 januari 2014 het netto minimumloon en het netto minimumjeugdloon veranderen dienen de in de IOAW en de IOAZ en in de regeling vaststelling grondslagen IOAW en de regeling vaststelling grondslagen IOAZ genoemde netto bedragen eveneens te worden aangepast. Deze regeling strekt daartoe. Ook enkele bedragen genoemd in het Algemeen inkomensbesluit socialezekerheidswetten en de Regeling vermogenswaardering Ioaz worden gewijzigd aan de hand van de ontwikkeling van het netto minimumloon.

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma

Naar boven