Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 12 december 2013, nr. WJZ/13196827, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling Meststoffenwet in verband met derogatie

De Staatssecretaris van Economische Zaken, handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu;

Gelet op artikel 9, tweede lid, van de Meststoffenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Uitvoeringsregeling Meststoffenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d, komt te luiden:

d. derogatiebeschikking:

beschikking van de Europese Commissie tot verlening van een door Nederland gevraagde derogatie op grond van Bijlage III, punt 2, onder b, van richtlijn 91/676/EEG op grond waarvan onder voorwaarden een grotere hoeveelheid dierlijke mest op of in de bodem mag worden gebracht dan bepaald in punt 2, tweede alinea, inleidende zinnen en onder a) van Bijlage III bij richtlijn 91/676/EEG;

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel y door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

z. richtlijn 91/676/EEG:

Richtlijn 91/676/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 12 december 1991 inzake de bescherming van water tegen verontreiniging door nitraten uit agrarische bronnen (PbEU L 324).

B

In Hoofdstuk 3, paragraaf 1, wordt na het opschrift een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 23a

Deze paragraaf is alleen van toepassing indien en voor zover aan Nederland een derogatiebeschikking is afgegeven.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 12 december 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

Op 8 december 2005 heeft de Europese Commissie Nederland voor het eerst derogatie verleend (beschikking nr. 2005/880/EG) voor een hogere gebruiksnorm van dierlijke meststoffen tot 250 kilogram stikstof per hectare per jaar voor bedrijven waarvan 70 procent van de tot het bedrijf behorende landbouwgrond wordt beteeld met gras voor de periode 2006-2009. Mitsdien is tijdens die periode invulling gegeven aan artikel 9, tweede lid, van de wet. In deze wetsbepaling is tegen voornoemde achtergrond bepaald dat bij ministeriële regeling onder bepaalde voorwaarden en beperkingen een hogere gebruiksnorm voor dierlijke meststoffen kan worden vastgesteld.

Om ervoor te zorgen dat de betrokken veehouderijen van een derogatie gebruik konden blijven maken, is de geldigheidsduur van Beschikking 2005/880/EG tot 31 december 2013 verlengd (besluit nr. 2010/65/EU). De voorwaarden en bepalingen in de oorspronkelijke beschikking waren daarmee onveranderd van kracht gebleven.

Nederland spant zich in voor het opnieuw verkrijgen van deze derogatie voor de periode van 2014 tot en met 2017. Zolang Nederland deze derogatie niet heeft verkregen worden de door de Europese Commissie verleende derogatie en de daaraan verbonden voorwaarden en beperkingen, opgenomen in de artikelen 24, 25, 27 en 27a van de onderhavige regeling, voorlopig buiten werking gesteld. Zij treden weer in werking nadat aan Nederland een derogatiebeschikking is afgegeven.

In 2012 hebben circa 23.000 bedrijven zich aangemeld voor derogatie. Op basis van de gegevens uit dat jaar daalt de regeldruk (tijdelijk) in totaal met circa € 2,5 miljoen (administratieve lasten € -420.000, inhoudelijke nalevingskosten € -2.060.000). Deze daling is in hoofdzaak het gevolg van het niet meer in hoeven te zenden van een derogatie aanvraag, het niet meer op hoeven te stellen van een bemestingsplan en het niet meer uit hoeven voeren van grondbemonstering ten behoeve van het bemestingsplan.

De regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. De systematiek van Vaste Verandermomenten (VVM) schrijft een minimale invoeringstermijn van twee maanden tussen publicatie en inwerkingtreding voor. Met gebruikmaking van de uitzonderingsgrond ‘Europese regelgeving’ wordt een uitzondering gemaakt op het systeem van de VVM voor wat betreft de publicatiedatum. Het recht op derogatie mag alleen aan landbouwers worden toegekend nadat de Europese Commissie hiervoor expliciet toestemming heeft gegeven.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven