Regeling van de Minister voor Wonen en Rijksdienst van 18 december 2013, nr. 2013, 0000747800, houdende aanpassing van de bedragen, genoemd in de artikelen 1, eerste lid, onderdeel a, en 10, tweede lid, eerste volzin, onderdelen a en b, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (Regeling inkomensgrenzen inkomensafhankelijke huurverhoging 2014)

De Minister voor Wonen en Rijksdienst,

Gelet op artikel 4 van het Besluit vermindering verhuurderheffing 2014;

Besluit:

§ 1. Wijziging van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte

Artikel 1

De Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 1, eerste lid, onderdeel a, wordt ‘€ 33.614’ vervangen door: € 34.085.

B

In artikel 10, tweede lid, eerste volzin, wordt:

  • a. in onderdeel a ‘€ 33.614’ vervangen door ‘€ 34.085’ en ‘€ 43.000’ door ‘€ 43.602’ en

  • b. in onderdeel b ‘€ 43.000’ vervangen door: € 43.602.

§ 2. Slotbepalingen

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling inkomensgrenzen inkomensafhankelijke huurverhoging 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 18 december 2013

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

TOELICHTING

Op 16 maart 2013 is de wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van inkomen) en de wet van 14 maart 2013 tot wijziging van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek en de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte (huurverhoging op grond van een tweede categorie huishoudinkomens) in werking getreden (Stb. 89 en 90).

Op grond van artikel 10, tweede lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte worden jaarlijks voor het eerst per 1 januari 2014 de in de artikelen 1, eerste lid, onderdeel a, en 10, tweede lid, eerste volzin, onderdelen a en b, van die wet genoemde bedragen aangepast overeenkomstig de wijziging per 1 januari van het peiljaar van het bedrag, genoemd in artikel 18, eerste lid, onderdeel d, van de Wet op de huurtoeslag. Deze regeling strekt hiertoe.

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok.

Naar boven