Mededeling van de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid van 5 december 2013, betreffende herziening van normen en bedragen, genoemd in de Wet werk en bijstand, per 1 januari 2014

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid,

deelt op grond van de artikelen 37, vierde lid, 38, eerste, tweede, vierde en vijfde lid en 39, eerste en tweede lid, van de Wet werk en bijstand mee, dat met ingang van 1 januari 2014 in de Wet werk en bijstand:

• 1. Artikel 20 als volgt wordt gewijzigd:

  • a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • 1°. in onderdeel a wordt ‘€ 228,66’ vervangen door: € 234,01;

    • 2°. in onderdeel b wordt ‘€ 457,32’ vervangen door: € 468,02;

    • 3°. in onderdeel c wordt ‘€ 890,43’ vervangen door: € 911,28.

  • b. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

    • 1°. in onderdeel a wordt ‘€ 493,37’ vervangen door: € 504,92;

    • 2°. in onderdeel b wordt ‘€ 722,03’ vervangen door: € 738,93;

    • 3°. in onderdeel c wordt ‘€ 1.155,14’ vervangen door: € 1.182,19.

• 2. Artikel 21 als volgt wordt gewijzigd:

  • a. in onderdeel a wordt ‘€ 661,77’ vervangen door: € 677,27;

  • b. in onderdeel b wordt ‘€ 926.47’ vervangen door: € 948,18;

  • c. in onderdeel c wordt ‘€ 1.323,53’ vervangen door: € 1.354,54.

• 3. Artikel 22 als volgt wordt gewijzigd:

  • a. in onderdeel a wordt ‘€ 1.016,38’ vervangen door: € 1.040,16;

  • b. in onderdeel b wordt ‘€ 1.279,05’ vervangen door: € 1.308,98;

  • c. in de onderdelen c en d wordt ‘€ 1.398,98’ vervangen door: € 1.431,72.

• 4. Artikel 23 als volgt wordt gewijzigd:

  • a. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

    • i. in onderdeel a wordt ‘€ 293,29’ vervangen door: € 300,15;

    • ii. in onderdeel b wordt ‘€ 456,18’ vervangen door: € 466,85.

  • b. Het tweede lid wordt als volgt gewijzigd:

    • i. in onderdeel a wordt ‘€ 35’ vervangen door: € 39,00;

    • ii. in onderdeel b wordt ‘ € 75’ vervangen door: € 84,00.

• 5. In artikel 25, tweede lid, ‘€ 264,71’ wordt vervangen door: € 270,91.

• 6. Artikel 31, tweede lid, als volgt wordt gewijzigd:

  • a. in onderdeel j wordt ‘€ 2.251,00’ vervangen door: € 2.305,00;

  • b. in onderdeel n wordt ‘€ 188,00’ vervangen door: € 193,00;

  • c. in onderdeel r wordt ‘€ 118,09’ vervangen door: € 120,89.

• 7. Artikel 33, vijfde lid, als volgt wordt gewijzigd:

  • a. in onderdeel a wordt ‘€ 19,20’ vervangen door: € 19,35;

  • b. in onderdeel b wordt ‘€ 38,40’ vervangen door: € 38,70.

• 8. Artikel 34 als volgt wordt gewijzigd:

  • a. In het tweede lid, onderdeel d, wordt ‘€ 48.900,00’ vervangen door: € 49.400,00.

  • b. Het derde lid wordt als volgt gewijzigd:

    • 1°. in onderdeel a wordt ‘€ 5.795,00’ vervangen door: € 5.850,00;

    • 2°. in de onderdelen b en c wordt ‘€ 11.590,00’ vervangen door: € 11.700,00.

• 9. In artikel 35, tweede lid, ‘€ 127,00’ wordt vervangen door: € 128,00.

• 10. In artikel 37, tweede lid, ‘190%’ wordt vervangen door: 188,75%.

Deze mededeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 december 2013

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen, I.D. Nijboer.

TOELICHTING

Het wettelijk bruto minimumloon, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, is met ingang van 1 januari 2014 vastgesteld op € 1.485,60 per maand. Bovendien zijn per 1 januari 2014 de belastingtarieven en de premiepercentages gewijzigd. Hetzelfde geldt voor het afbouwpercentage van de algemene heffingskorting in artikel 37, tweede lid, van de Wet werk en bijstand (WWB).

In verband hiermee zal het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de WWB eveneens veranderen. Als gevolg hiervan dienen tevens de aan het netto minimumloon gekoppelde bijstandsnormen en bedragen te worden aangepast (zie de onderdelen 1 tot en met 6).

Als gevolg van de wijziging van de percentages, bedoeld in artikel 2 van de Wet op de zorgtoeslag, en de standaardpremie, bedoeld in artikel 4 van de Wet op de zorgtoeslag, veranderen de bedragen, genoemd in artikel 23, tweede lid, van de WWB conform de beschrijving van artikel 38, vierde lid van de WWB.

Hieronder volgt de berekening van het netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de WWB. In de bijstandsnormen is 5% vakantiegeld begrepen. Een aantal andere bedragen is aangepast aan de ontwikkeling van het consumentenprijsindexcijfer van het CBS (reeks 2006=100, alle huishoudens afgeleid) (zie de onderdelen 7 tot en met 9).

Berekening netto minimumloon, bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de WWB, per 1 januari 2014

bruto minimumloon inclusief vakantie-uitkering	€ 1604,45
loonheffing	€ 249,91
netto minimumloon ex artikel 37, eerste lid, WWB	€ 1354,54

De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze: de directeur Inkomensverzekeringen en -voorzieningen, I.D. Nijboer.