Regeling van de Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, van 13 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/286810, houdende wijziging van de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 81, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘, en’ vervangen door: ;.

2. In het eerste lid, onderdeel b, wordt ‘per kilometer dat in rekening wordt gebracht voor de derde en volgende kilometers na de aanvang van de rit.’ vervangen door: per afgelegde kilometer van de taxirit, en.

3. Aan het eerste lid wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

  • c. een bedrag per minuut van de duur van de taxirit.

4. In het derde lid wordt ‘dat voorafgaand aan de rit aan de consument wordt kenbaar gemaakt’ vervangen door: mits dit vooraf met de consument is overeengekomen.

B

Artikel 1a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid komt te luiden:

  • 1. Het tarief, bedoeld in artikel 1, eerste lid, bedraagt ten hoogste:

    • a. € 2,89 voor het vaste bedrag;

    • b. € 2,12 voor het bedrag per kilometer;

    • c. € 0,35 voor het bedrag per minuut.

2. Het tweede lid komt te luiden:

  • 2. Indien het vervoer plaatsvindt in een auto, ingericht voor het vervoer van vijf tot en met acht personen en waarin ook feitelijk tenminste vijf personen aanwezig zijn, de bestuurder daaronder niet begrepen, of, ingericht voor het vervoer van een of meerdere personen, zittend in een rolstoel, bedraagt het tarief, bedoeld in artikel 1, eerste lid, ten hoogste:

    • a. € 5,87 voor het vaste bedrag;

    • b. € 2,67 voor het bedrag per kilometer;

    • c. € 0,40 voor het bedrag per minuut.

3. In het derde lid wordt ‘€ 38,98 ‘ vervangen door: € 39,79.

C

Artikel 1b vervalt.

D

Artikel 1c wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, vervalt: ‘bij toepassing van artikel 1b’.

2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘artikel 1, vijfde en zesde lid, en artikel 1b’ vervangen door: artikel 1, eerste, vijfde en zesde lid,.

3. In het eerste lid, onderdeel d, wordt voor ‘onderdeel a’ ingevoegd: in.

E

Artikel 1d vervalt.

F

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In artikel 2, eerste lid, vervallen: ‘dan wel artikel 1b,’ en ‘model A dan wel’.

2. In artikel 2, tweede lid, wordt ‘model A’ vervangen door: model A1.

G

In artikel 2a vervalt: ‘1b,’.

H

In de Bijlage vervalt model A.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling strekt tot aanpassing van de in de Regeling maximumtarief en bekendmaking tarieven taxivervoer (hierna te noemen: Tariefregeling) vastgestelde tariefbedragen in verband met de verwachte kostenontwikkeling. In beginsel worden deze tarieven jaarlijks bijgesteld aan de hand van de ingeschatte kostenontwikkeling. De hiermee gewijzigde tarieven liggen vast in artikel I van de onderhavige regeling.

Met ingang van 1 april 2012 is het zogenoemde dubbeltariefsysteem verplicht. Het dubbeltariefsysteem houdt, naast het starttarief, in dat het tarief wordt bepaald door de gereden afstand en de tijdsduur van de taxirit.

In de huidige Tariefregeling is de oude tariefstructuur nog vastgelegd door middel van een overgangsbepaling in verband met de invoering van het dubbeltariefsysteem. Omdat de oude tariefstructuur niet meer van toepassing is en de overgangsbepaling is uitgewerkt, strekt deze regeling er tevens toe om de oude tariefstructuur, het daarbij behorende model en de bijbehorende overgangsbepaling te laten vervallen.

Thans is er wederom sprake van één overzichtelijk geheel.

Indexering tarieven

Het maximumtarief voor een taxirit bestaat op grond van artikel 1 van de Tariefregeling in beginsel uit een combinatie van een vast bedrag, een bedrag per kilometer van de afgelegde afstand van de taxirit en een bedrag per minuut van de duur van de taxirit. Daarnaast kan de vervoerder op grond van artikel 1, vijfde lid, van de Tariefregeling een tarief in rekening brengen voor de wachtperiode bij aanvang van de rit, mits dit vooraf met de consument is overeengekomen. De maximumtarieven zijn vastgelegd in artikel 1a van de Tariefregeling.

Jaarlijks vindt er een indexering van de vervoerstarieven plaats. Deze indexering is in beginsel gebaseerd op de toepassing van de zogenoemde Samengestelde OV-index. Een uitzondering hierop vormden de jaren 2012 en 2013, waarbij, rekening houdende met de CAO van de taxibranche, gebruik werd gemaakt van de zogenoemde kostenontwikkelingsindex taxi. Deze index werd opgesteld door NEA in opdracht van het Sociaal Fonds Taxi.

De Minister van Infrastructuur en Milieu heeft in haar brief van 22 mei 2011 aan de Voorzitter van de Tweede Kamer aangegeven dat na 2013 de Samengestelde OV-index (wederom) zal worden toegepast1.

De Samengestelde OV-index bestaat uit een indicator voor de te verwachten loonkostenstijging, een schatting van de algemene prijsontwikkeling en een energie-index voor de ontwikkeling van de energiekosten van voertuigen. De te verwachten loonkostenstijging betreft een schatting van de loonvoet marktsector (wegingsfactor 65%). De schatting van de algemene prijsontwikkeling betreft de prijsmutatie van de netto materiële overheidsconsumptie (wegingsfactor 27,8%). De prijsmutaties van brandstof hebben een wegingsfactor van 7,2%. Voor de gegevens wordt gebruik gemaakt van de Macro Economische Verkenningen en gegevens van het Centraal Bureau voor de Statistiek.

De verwachte stijging van de loonvoet marktsector bedraagt 1,25%. De prognose voor de stijging van de materiële overheidsconsumptie is 2,75%. De stijging van de prijs van dieselolie aan de pomp is 7,13%. Gecombineerd met de wegingsfactoren levert dit een samengestelde OV-index voor 2014 op van 2,09%. De maximumtarieven zijn thans overeenkomstig verhoogd.

Overige aanpassingen

De aanpassing in het derde lid van artikel 1 betreft een verduidelijking. Er dient overeenstemming te bestaan tussen de vervoerder en de consument over (de hoogte van) het in dit lid bedoelde tarief.

Administratieve lasten

De regeling heeft betrekking op taxiondernemers die actief zijn op de straattaximarkt (telefonisch bestellen, aanhouden op straat of taxistandplaats). Als taxiondernemers op basis van de nieuwe (geïndexeerde) maximumtarieven kiezen voor het aanpassen van hun tarieven, kan dit administratieve lasten tot gevolg hebben.

De (administratieve) lasten hangen samen met de volgende handelingen:

  • (laten) aanpassen van de taxameter;

  • downloaden, printen en invullen van nieuwe tariefkaarten;

  • vervangen van tariefkaarten binnen en buiten het taxivoertuig.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de aanpassing van de taxameters komen overeen met: 12.000 taxi’s x 0,25 uur x € 49 = € 147.000.

De eenmalige (administratieve) lasten die samenhangen met de nieuwe tariefkaarten komen overeen met: 12.000 taxi’s x 0,5 uur x € 28 = € 168.000.

Als alle taxiondernemingen deze handelingen verrichten komen de totale (administratieve) lasten overeen met € 315.000. Per taxivoertuig zou dit neerkomen op € 26,25. De feitelijke lasten zullen naar verwachting lager uitvallen omdat in de praktijk niet alle taxiondernemers de (geïndexeerde) maximumtarieven doorberekenen.

Advies Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu

Een ontwerp van deze regeling is overeenkomstig artikel 106 van de Wp2000 voorgelegd aan het Overlegorgaan Infrastructuur en Milieu (OIM). Reacties zijn ontvangen van: KNV Taxi (Koninklijk Nederlands Vervoer), reizigersvereniging ROVER en van een tweetal (taxi)ondernemingen zijnde Connexxion Taxi Services en De Vier Gewesten (DVG).

De georganiseerde taxibranche (ondernemersvereniging KNV) ondersteunt de voorgestelde indexering. Dit geldt ook voor de genoemde (taxi)ondernemingen. Wel geven KNV Taxi en Connexxion Taxi Services aan dat indexering met de NEA-index de voorkeur verdient. Beide partijen verzoeken daarom om het indexatiebeleid binnen enkele jaren te evalueren. Daarnaast pleiten KNV Taxi en Connexxion Taxi Services ervoor om op afzienbare termijn de wettelijke maximumtarieven af te schaffen.

Aan het verzoek tot evaluatie zal worden tegemoet gekomen. Bij de evaluatie zal de eventuele afschaffing van de maximumtarieven betrokken worden.

Rover geeft aan voorstander te zijn van het gebruik van maximumtarieven omdat dit de reiziger zekerheid biedt. Hierbij plaatst Rover de kanttekening dat in de grote steden vaak het maximum toegestane tarief als norm wordt gehanteerd.

De ingekomen reacties hebben niet geleid tot aanpassingen.

Tijdstip van invoering

Het tijdstip van inwerkingtreding van deze wijzigingsregeling is begin 2014. Het tijdstip van voorafgaande publicatie wijkt af van de systematiek van de vaste verandermomenten. Deze systematiek biedt overigens de ruimte om onder omstandigheden van deze vaste momenten af te wijken.

Directe toepassing van de tariefaanpassingen wordt noodzakelijk en verantwoord geacht gelet op:

  • de toezegging aan de Tweede Kamer om in beginsel aan het begin van elk jaar tot indexering over te gaan;

  • eerdere publicatie niet mogelijk is, gelet op het tijdstip van het bekend worden van de berekening en hoogte van de Samengestelde OV-index, en gelet op de daarop volgende route van het wettelijk verplichte adviestraject (eind 2013);

  • er geen verplichtingen worden opgelegd maar er rechten worden gecreëerd.

Het betreft hier uitzonderingsgrond a op de vaste verandermomenten, vastgelegd in aanwijzing 174 van de Aanwijzingen voor de regelgeving.

De Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu, W.J. Mansveld.


X Noot
1

Kamerstukken II 2010/’11, 31 521, nr 60.

Naar boven