De Minister van Infrastructuur en Milieu,
Gelet op artikel 28, eerste en tweede lid, van richtlijn nr. 2009/16/EG van het Europees
Parlement en de Raad van de Europese Unie van 23 april 2009 betreffende havenstaatcontrole
(PbEU L 131), artikel 12:2 van de Arbeidstijdenwet, artikel 51, tweede lid, van de
Binnenvaartwet, artikel 5, derde lid, van de Loodsenwet, de artikelen 4, tweede lid,
17, eerste lid, en 21, eerste lid, van de Meetbrievenwet 1981, artikel 311a, derde
lid, van het Wetboek van Koophandel, artikel 14, derde lid, van de Wet havenstaatcontrole,
artikel 23, tweede lid, van de Wet laden en lossen zeeschepen, de artikelen 2, derde
lid, en 10 van de Wet nationalitet zeeschepen in rompbevrachting, artikel 49, tweede
lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen, artikel 14a, tweede lid, van de Scheepvaartverkeerswet,
artikel 40, tweede lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, de artikelen
6, derde lid, en 6a, derde lid, van de Zeebrievenwet, artikel 62, onderdelen a, b,
c, d, f en i, van de Wet zeevarenden, artikel 2.4:12 van het Arbeidstijdenbesluit
vervoer, artikel 2, tweede lid, van het Besluit tariefstelling certificaat verplichte
verzekering of andere financiële zekerheid voor zeeschepen en artikel 37, derde lid,
van de Maatregel teboekgestelde schepen 1992;
Besluit:
ARTIKEL I
In artikel 3, tweede lid, van de Regeling aanvraag autorisatie classificatiecode vuurwerk
wordt ‘€ 249,-’ vervangen door: € 255.
ARTIKEL II
Artikel 2 van de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 47,95’ vervangen door: € 48,91.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 34,99’ vervangen door: € 35,69.
3. In het derde lid wordt ‘€ 16,04’ vervangen door: € 16,36.
ARTIKEL III
De Regeling tarieven scheepvaart 2005 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 1.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.374’ vervangen door: € 1.405.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 871’ vervangen door: € 891.
3. In het derde lid wordt ‘€ 390’ vervangen door: € 399.
B
In artikel 1.5, eerste en tweede lid, wordt ‘€ 148’ telkens vervangen door: € 152.
C
In artikel 1.7 wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
D
In artikel 1.8 wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
E
Artikel 1.9 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel e wordt ‘uitgebreide proefvaart’ vervangen door: proefvaart voor nieuw
gebouwde schepen.
2. In onderdeel f wordt ‘beperkte proefvaart’ vervangen door: proefvaart voor bestaande
schepen.
3. Onderdeel g komt te luiden:
-
g. verklaring minimumbemanning: in artikel 3.14, tweede lid, van het Reglement betreffende
het scheepvaartpersoneel op de Rijn bedoelde vermelding alsmede de in artikel 5.7,
tweede lid, van de Binnenvaartregeling bedoelde verklaring.
F
Artikel 1.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste en tweede lid wordt ‘€ 96’ vervangen door: € 98.
2. Het derde lid vervalt.
G
In artikel 1.11 wordt ‘€ 115’ vervangen door: € 118.
H
Artikel 1.13 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het tweede en vierde lid vervallen.
2. Het derde, vijfde en zesde lid worden vernummerd tot tweede tot en met vierde lid.
3. In het derde lid (nieuw) wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
4. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘€ 245’ vervangen door: € 250.
I
Artikel 1.14 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 375’ vervangen door: € 384.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 110’ vervangen door: € 112.
K
Artikel 1.17 komt te luiden:
Artikel 1.17. Begripsbepaling
In deze paragraaf wordt onder het CBR verstaan: het bureau bedoeld in artikel 4z van
de Wegenverkeerswet 1994.
M
In artikel 1.19 worden ‘van € 49,75’ en ‘van € 24,90’ vervangen door: dat is vastgesteld
door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17,
eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
N
Artikel 1.20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘van € 81,00 per onderdeel voor de schriftelijke examens
en € 114,10 per onderdeel voor de mondelinge examens’ vervangen door: per onderdeel
van de schriftelijke onderscheidenlijk de mondelinge examens dat is vastgesteld door
het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste
lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
2. In het derde lid wordt ‘van € 114,10’ vervangen door: dat is vastgesteld door het
CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste
lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
O
Artikel 1.21 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 42,60’ vervangen door: € 43,45.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 16,04’ vervangen door: € 16,36.
P
Artikel 1.22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 47,95’ vervangen door: € 48,91.
2. In het tweede en derde lid wordt ‘€ 16,04’ vervangen door: € 16,36.
Q
In artikel 1.23 wordt ‘€ 84’ vervangen door: € 83.
R
Artikel 1.24 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel b wordt ‘€ 594’ vervangen door: € 592.
2. In onderdeel d wordt ‘€ 44’ vervangen door: € 43.
3. In onderdeel e wordt ‘€ 81,00’ vervangen door: een bedrag dat is vastgesteld door
het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste
lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
S
In artikel 1.25 worden ‘van € 49,75’ en ‘van € 24,90’ vervangen door: dat is vastgesteld
door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17,
eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
T
In artikel 1.26, eerste lid, wordt ‘van € 81,00 per onderdeel voor de schriftelijke
examens en € 114,10 per onderdeel voor de mondelinge examens’ vervangen door: per
onderdeel van de schriftelijke onderscheidenlijk de mondelinge examens dat is vastgesteld
door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17,
eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
U
In artikel 1.27d worden ‘van € 49,75’ en ‘van € 24,90’ vervangen door: dat is vastgesteld
door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17,
eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
V
Artikel 1.27e wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste tot en met derde lid worden ‘van € 49,75 verschuldigd’ en ‘van € 24,90
verschuldigd’ vervangen door: verschuldigd dat is vastgesteld door het CBR overeenkomstig
artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994.
2. In het vierde lid wordt ‘is € 81,00 verschuldigd’ vervangen door: is een tarief verschuldigd
dat is vastgesteld door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet
1994.
W
Artikel 1.27f komt te luiden:
Artikel 1.27f. Tarief examen CWO groot motorschip
-
1. Voor deelname aan het theoriegedeelte van het examen ter verkrijging van het diploma
CWO groot motorschip, bedoeld in artikel 7.8, derde lid, onderdeel a, van de Binnenvaartregeling,
is een tarief verschuldigd van € 49,00 voor deel A, van € 59,00 voor deel B en van
€ 75,00 voor de delen A en B tezamen.
-
2. Voor deelname aan het praktijkgedeelte van het examen ter verkrijging van het diploma
CWO groot motorschip, bedoeld in artikel 7.8, derde lid, onderdeel a, van de Binnenvaartregeling
is een tarief verschuldigd van € 385,00.
X
In artikel 1.27h worden ‘van € 42,91’, ‘van € 21,48’, ‘van € 81,00’ en ‘van 114,10’
vervangen door: dat is vastgesteld door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de
Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Y
In artikel 1.27i wordt ‘van € 475,00’ vervangen door: dat is vastgesteld door het
CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste
lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
Z
In artikel 1.27j wordt ‘van € 18,50’ vervangen door: dat is vastgesteld door het CBR
overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste lid,
van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
AA
In artikel 1.28 worden ‘van € 248,84’, ‘van € 69,44’ en ‘van € 179,40’ vervangen door:
dat is vastgesteld door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet
1994 en artikel 17, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
BB
In artikel 1.29 worden ‘van € 42,91’ en ‘van € 21,48’ vervangen door: dat is vastgesteld
door het CBR overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17,
eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
CC
In artikel 1.30 wordt ‘van € 21,48’ vervangen door: dat is vastgesteld door het CBR
overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste lid,
van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen.
DD
Artikel 1.31 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 130’ vervangen door: € 133.
2. In onderdeel b worden ‘€ 130’ respectievelijk ‘€ 85’ vervangen door: € 133 respectievelijk
€ 87.
EE
In artikel 1.32 wordt ‘€ 30’ vervangen door: € 31.
FF
In artikel 1.34 wordt ‘aan dat bureau een tarief verschuldigd van € 18,50’ vervangen
door: een tarief verschuldigd dat is vastgesteld door het CBR overeenkomstig artikel
4am van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 17, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige
bestuursorganen.
GG
Artikel 2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.
2. In het tweede lid, onderdeel a, wordt ‘€ 293’ vervangen door: € 299.
3. In het tweede lid, onderdeel b, wordt ‘€ 254’ vervangen door: € 260.
HH
In artikel 2.3 wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.
II
In artikel 2.4 wordt ‘€ 391’ vervangen door: € 400.
JJ
In artikel 2.5 wordt ‘€ 997’ vervangen door: € 1.020.
KK
Artikel 2.6 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 141’ vervangen door: € 144.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 49’ vervangen door: € 50.
LL
In artikel 2.7 wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
MM
In artikel 2.8, onderdeel a, wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
NN
In artikel 2.9 wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
OO
Artikel 2.10 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.377’ vervangen door: € 1.408.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 148’ vervangen door: € 152.
3. In het derde lid wordt ‘€ 123’ vervangen door: € 126.
4. In het vierde lid wordt ‘€ 423’ vervangen door: € 433.
5. In het vijfde lid wordt ‘142,-’ vervangen door: € 145.
PP
Artikel 2.11 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 272’ vervangen door: € 278.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 163’ vervangen door: € 167.
QQ
In artikel 2.12 wordt ‘€ 155’ vervangen door: € 158.
RR
In artikel 2.13, onderdeel a, wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
SS
In artikel 2.14 wordt ‘€ 109’ vervangen door: € 111.
TT
Artikel 2.16 komt te luiden:
Artikel 2.16. Tarief certificaat of verklaring
Voor de afgifte of tussentijdse vervanging van een certificaat of een verklaring is
een tarief verschuldigd van € 227.
UU
Artikel 2.17 wordt als volgt gewijzigd:
1. Het eerste lid komt te luiden:
2. In het tweede lid wordt ‘€ 511’ vervangen door: € 349.
3. In het derde lid wordt ‘€ 341’ respectievelijk ‘500 GT’ vervangen door: € 522 respectievelijk
400 GT.
VV
In artikel 2.19 wordt ‘€ 162’ vervangen door: € 166.
WW
Artikel 2.20 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 162’ vervangen door: € 166.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 222’ vervangen door: € 227.
3. Het derde lid vervalt.
XX
Artikel 2.21 komt te luiden:
Artikel 2.21. Tarieven Besluit voorkoming verontreiniging door schepen in samenhang
met Bijlage II van het MARPOL-verdrag
Voor de afgifte, tussentijdse controle of verlenging van het internationaal certificaat
van voorkoming van verontreiniging voor vervoer van schadelijke vloeistoffen in bulk,
als bedoeld in voorschrift 9 van Bijlage II van het MARPOL-verdrag is een tarief verschuldigd
van € 227.
YY
Artikel 2.21a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 155’ vervangen door: € 158.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 222’ vervangen door: € 227.
3. Het derde lid vervalt.
ZZ
Artikel 2.21b wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 139 per manuur’ vervangen door: € 142 per stuk.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 222’ vervangen door: € 227.
AAA
Na artikel 2.21b wordt een artikel ingevoegd, luidende:
Artikel 2.21c. Tarief IEEC-certificaat
Voor de afgifte of vervanging van een International Energie Efficiency Certificate
is een tarief verschuldigd van € 155.
BBB
Artikel 2.22 wordt als volgt gewijzigd:
1. In onderdeel a wordt ‘€ 215’ vervangen door: € 220 en ‘de behandeling van de aanvraag’
vervangen door: het onderzoek.
2. In onderdeel b wordt ‘€ 222’ vervangen door: € 227.
3. Onderdeel c vervalt, onder vervanging van de puntkomma aan het slot van onderdeel
b door een punt.
CCC
Artikel 2.22a vervalt.
DDD
In artikel 2.25, tweede lid, wordt ‘€ 236’ vervangen door: € 237.
EEE
In artikel 2.26 wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.
FFF
Artikel 2.28 komt te luiden:
Artikel 2.28. Tarief bunker liability certificate en civil liability certificate
-
1. Voor de afgifte of vervanging van een bunker liability certificate als bedoeld in
artikel 647, eerste lid, van boek 8 van het Burgerlijk Wetboek is een tarief verschuldigd
van € 131.
-
2. Voor de afgifte of vervanging van een civil liability certificate als bedoeld in
artikel 15, eerste lid, van de Wet aansprakelijkheid olietankschepen is een tarief
verschuldigd van € 131.
GGG
In artikel 2.30 worden ‘€ 85’ respectievelijk ‘€ 130’ vervangen door: € 87 respectievelijk
€ 133.
HHH
Artikel 2.33 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid worden ‘€ 130’ respectievelijk ‘€ 85’ vervangen door: € 133 respectievelijk
€ 87.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 30’ vervangen door: €31.
III
Artikel 3.1 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘€ 1.398’ vervangen door: € 1.429.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 480’ vervangen door: € 491.
JJJ
Artikel 3.1a wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid wordt ‘USD 2000’ vervangen door: USD 2045.
2. In het tweede lid wordt ‘USD 158’ vervangen door: USD 162.
KKK
Artikel 3.2 komt te luiden:
Artikel 3.2. Tarief Wet laden en lossen zeeschepen
Voor een ontheffing van een gecertificeerd kwaliteitszorgsysteem voor terminals als
bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de Wet laden en lossen zeeschepen, is voor
de afgifte van een ontheffing een tarief verschuldigd van € 227.
LLL
Artikel 3.4 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid en derde lid wordt ‘€ 222’ vervangen door: € 227.
2. In het tweede lid wordt ‘€ 278’ vervangen door: € 284.
MMM
In artikel 3.5 wordt ‘€ 136’ vervangen door: €139.
NNN
Artikel 4.1 komt te luiden:
Artikel 4.1. Afgifte duplicaat
Voor de afgifte van een duplicaat van een certificaat of enig ander document als bedoeld
in de paragrafen 2.2 en 2.3 en hoofdstuk 3 van deze regeling, is een tarief verschuldigd
van € 155.
OOO
In artikel 4.2 wordt ‘€ 71’ vervangen door: € 73.
PPP
Artikel 4.3 wordt als volgt gewijzigd:
1. In het eerste lid vervallen de dubbele punt na de aanhef, onderdeel a alsmede de
aanduiding ‘b.’ voor onderdeel b.
2. In het eerste lid wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.
ARTIKEL IV
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.
TOELICHTING
Algemeen
Deze regeling wijzigt drie regelingen:
-
• de Regeling aanvraag autorisatie classificatiecode vuurwerk;
-
• de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995; en
-
• de Regeling tarieven scheepvaart 2005.
Deze regelingen stellen tarieven vast voor diensten die door of namens de overheid
voor derden worden verricht vanwege diverse wetten en amvb’s op het gebied van scheepvaart
en vuurwerk. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de Rijksoverheid voor het
verlenen van diensten aan derden zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening
brengt.
De toelichting bij de wijziging van de Regeling olie-afgifteboekje Rijnvaart 1995
staat in het onderdeel artikelsgewijs van deze toelichting.
De wijziging van de tarieven van de ILT en Kiwa
De tarieven die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) tot nu toe toepast zijn
nog niet kostendekkend. In verband met het economisch ongunstige klimaat worden de
tarieven per 1 januari 2014 alleen aangepast met een inflatiecorrectie van 2,25%.
Met deze aanpassing wordt afgezien van een reële tariefstijging om te komen tot een
hogere kostendekkingsgraad van de tarieven. Hierbij kan de tariefwijziging per individueel
product iets afwijken vanwege afronding.
Op 1 juni 2010 is het verlenen van een aantal vergunningen door de Minister van Infrastructuur
en Milieu gemandateerd aan Kiwa N.V. (Kiwa). De overeenkomst met Kiwa voorziet in
een jaarlijkse stijging van de door Kiwa toe te passen tarieven met een inflatiecorrectie
en vanaf 1 januari 2014 tevens in een daling van de tarieven met een efficiencyfactor.
Deze factor bedraagt per 1 januari 2014 voor binnenvaart –2,50% en voor koopvaardij
en visserij –2,00%. Per saldo leidt dit bij een inflatiecorrectie van 2,25% tot de
volgende tariefmutaties: binnenvaart –0,25% en koopvaardij en visserij +0,25 %. Voor
de betrokken werkzaamheden door Kiwa wordt BTW in rekening gebracht. Deze in rekening
te brengen bedragen zullen dus hoger zijn dan de bedragen genoemd in deze regeling.
Andere wijzigingen van de Regeling tarieven scheepvaart 2005
In de Regeling tarieven scheepvaart 2005 zijn naast de aanpassing van de tarieven,
nog een tweetal groepen wijzigingen doorgevoerd. In de eerste plaats zijn er tarieven
geschrapt en één tarief toegevoegd. Dit nieuwe tarief wordt toegelicht in het onderdeel
artikelsgewijs van deze toelichting. De schrapping volgt uit het feit dat in de afgelopen
jaren een aantal onderzoeken en verstrekkingen van certificaten zijn overgedragen
aan klassenbureaus. Deze overgedragen onderzoeken en verstrekkingen worden door deze
wijzigingsregeling uit de tariefregeling verwijderd.
In de tweede plaats zijn er wijzigingen doorgevoerd die overwegend tot doel hebben
om het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) de bevoegdheid te verlenen om
voor de afgifte van vaardocumenten en het afnemen van de daarvoor vereiste examens
de tarieven vast te stellen krachtens artikel 51, tweede lid, onderdeel b, van de
Binnenvaartwet. Op grond van dat artikel kan worden bepaald dat andere instanties
dan de minister die belast zijn met de verstrekking van vergunningen of het afgeven
van documenten op grond van de Binnenvaartwet, zelf hun vergoeding daarvoor, alsmede
de wijze van betaling van die vergoeding, mogen vaststellen met inachtneming van de
bij deze regeling gestelde regels. Op grond van de desbetreffende bepalingen van deze
regeling dient het CBR te handelen overeenkomstig artikel 4am van de Wegenverkeerswet
1994 en artikel 17, eerste lid, van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen. In het
eerstgenoemde artikel is het beginsel van kostendekkendheid verankerd. Bij de bepaling
van de kostprijs zal gebruik gemaakt worden van een kostprijscalculatiemodel. Vervolgens
worden daarbij de tarieven gebaseerd op de kosten van de activiteiten die redelijkerwijs
nodig zijn om het product tot stand te brengen. Krachtens artikel 17, eerste lid,
van de Kaderwet zelfstandige bestuursorganen zijn deze tarieven bovendien aan voorafgaande
goedkeuring door de minister onderworpen. De tarieven worden opgenomen in de Regeling
tarieven Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen 2014 van het CBR die in de Staatscourant
wordt bekendgemaakt. De wijzigingen zien op enkele bepalingen in § 1.3 van de Regeling
tarieven scheepvaart.
Administratieve lasten
De onderhavige wijzigingsregeling bevat alleen wijzigingen van de tarieven die door
de ILT voor het verlenen van diensten worden berekend. Aan deze wijzigingsregeling
zijn administratieve lasten noch nalevingskosten voor de burger of het bedrijfsleven
verbonden.
Artikelsgewijs
Artikel II
De Stichting Afvalstoffen en Vaardocumenten Binnenvaart (SAB) brengt kosten in rekening
voor werkzaamheden met betrekking tot het dienstboekje, het vaartijdenboek en het
olie-afgifteboekje. Deze werkzaamheden dient de SAB kostendekkend uit te voeren. In
verband met de gestegen kosten stijgen de door de SAB gehanteerde tarieven per 1 januari
2014 met 2%.
Artikel III, onderdeel E
Met deze wijziging worden in de eerste plaats twee begripsbepalingen in artikel 1.9
aangepast aan de thans in artikel 1.13, vierde lid, van de Regeling tarieven scheepvaart
2005 gebruikte bewoordingen. Daarnaast wordt in onderdeel g een verouderde verwijzing
gerepareerd.
Artikel III, onderdeel W
Deze wijziging bevat een verlaging van het tarief van de Stichting VAMEX voor het
examen CWO groot motorschip. De huidige hogere tarieven zijn nog gebaseerd op het
uitgangspunt dat hiermee de ontwikkelkosten voor de examens terugverdiend kunnen worden.
Gezien de zeer lage examenaantallen wordt dit echter nauwelijks gerealiseerd. Het
is zelfs mogelijk dat de examenaantallen mede zo laag zijn omdat het huidige hoge
tarief potentiële kandidaten ontmoedigt om aan het examen deel te nemen. De ontwikkeling
van de examens heeft al enkele jaren geleden plaatsgevonden en de kosten kunnen inmiddels
als verzonken worden beschouwd. Dit rechtvaardigt het aanpassen van de tarieven naar
het niveau van de directe kosten, vermeerderd met een vergelijkbare contributiemarge
voor vaste kosten als bij het examen voor het klein vaarbewijs. Dit resulteert in
deze aanpassing van de tarieven. De goedkeuring door de minister van tariefvoorstellen
van de Stichting VAMEX vindt plaats in het kader van de goedkeuring van de jaarlijkse
begroting.
Artikel III, onderdeel UU
Enkele tarieven worden geschrapt omdat in de afgelopen jaren een aantal onderzoeken
en verstrekkingen van certificaten zijn overgedragen aan klassenbureaus. Dit geldt
niet voor onderzoeken en verstrekkingen voor vissersvaartuigen. Deze blijven dus in
de regeling staan. Hiertoe was een aanpassing van artikel 2.17, eerste lid, noodzakelijk.
Voorheen werden deze tarieven gedifferentieerd op grootte (groter of kleiner dan 500
GT) en lengte (langer of korter dan 24 meter). Dit sluit niet aan op de geldende regelgeving.
Deze differentieert weliswaar ook op grootte en lengte, maar gebruikt hiervoor andere
grootheden, namelijk groter dan 400 GT en langer of korter dan 75 meter. De wijzigingsbepaling
past deze grootheden aan, zodat ze beter aansluiten op de overige regelgeving.
De tarieven in het tweede en derde lid van artikel 2.17 waren eerder bij vergissing
verwisseld. Deze vergissing is hersteld.
Artikel III, onderdeel AAA
Op grond van artikel 12, zesde lid, van het Besluit voorkoming verontreiniging door
schepen geeft de ILT internationale certificaten voor energie-efficiëntie (IEEC) uit.
Een zodanig certificaat wordt afgegeven wanneer een zogenaamd Ship Energy Efficiency
Management Plan (SEEMP) aan boord is. De voor de certificering uit te voeren werkzaamheden
bestaan uit een administratieve controle en de vastlegging en verstrekking van het
certificaat. De hoogte van het in deze regeling vastgestelde tarief is gebaseerd op
de aard en omvang van deze werkzaamheden. In artikel 40, tweede lid, van de Wet voorkoming
verontreiniging door schepen staat de grondslag om het tarief vast te stellen.
Artikel III, onderdeel NNN
Deze bepaling dient ter vervanging van een aantal identieke bepalingen uit de paragrafen
2.2, 2.3 en hoofdstuk 3 van de Regeling tarieven scheepvaart 2005 en leidt tot meer
overzicht en een vermindering van het aantal bepalingen.
Artikel IV
Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële
regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking
geschiedt uiterlijk 2 maanden voor inwerkingtreding. In deze wijzigingsregeling wordt
afgeweken van deze termijn van 2 maanden. Dit vanwege het feit dat het doorschuiven
van de inwerkingtreding van 1 januari naar het volgende vaste verandermoment (1 april
2014) zal leiden tot grote nadelige (financiële) gevolgen voor de ILT en Kiwa.
De Minister van Infrastructuur en Milieu,
M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.