Regeling van de Minister van Infrastructuur en Milieu, van 12 december 2013, nr. IENM/BSK-2013/274025, tot wijziging van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet voor het jaar 2014

De Minister van Infrastructuur en Milieu,

Gelet op artikel 72, eerste lid, van de Schepenwet;

Besluit:

ARTIKEL I

De Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘€ 222’ vervangen door: € 227.

2. Het tweede lid komt te luiden:

• 2. voor de afgifte van een duplicaat of gewaarmerkt afschrift van een certificaat, verklaring, ontheffing, vergunning of document als bedoeld in deze paragraaf is een tarief verschuldigd van € 155.

B

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid vervalt.

2. Het derde en vierde lid worden vernummerd tot tweede en derde lid.

C

In artikel 5 wordt ‘€ 420’ vervangen door: € 430.

D

Artikel 6 vervalt.

E

In artikel 7 wordt ‘€ 804’ vervangen door: € 822.

F

Artikel 8 komt te luiden:

Artikel 8

Voor onderzoek van schepen nodig voor de afgifte van een vergunning als bedoeld in artikel 2bis, eerste lid, van de Schepenwet is een tarief van € 604 verschuldigd.

G

Artikel 9 vervalt.

H

Artikel 11 vervalt.

I

Artikel 12 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid, aanhef, wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.

2. In het eerste lid, onderdeel a, wordt ‘Verkeer en Waterstaat’ vervangen door: Leefomgeving en Transport.

3. Het tweede lid komt te luiden:

• 2. Bij gelijktijdige aanbieding voor een onderzoek ter goedkeuring van meerdere vrijwel identieke uitvoeringen van uitrustingsstukken en materialen, is voor de afgifte het tarief verschuldigd van € 229.

J

Artikel 13 vervalt.

K

Artikel 14 vervalt.

L

Artikel 14a wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘USD 2000’ vervangen door: USD 2045.

2. In het tweede lid wordt ‘USD 158’ vervangen door: USD 162.

M

In artikel 15 wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel h door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:

• i. periodiek onderzoek: onderzoek als bedoeld in artikel 1.12. tweede lid en vierde lid, van het Vissersvaartuigenbesluit 2002, dan wel het periodieke of tussentijdse onderzoek als bedoeld in artikel 12 van het Vissersvaartuigenbesluit dat is voorgeschreven voor vissersvaartuigen met een lengte tot 24 meter.

N

Artikel 16 komt te luiden:

Artikel 16

• 1. Voor het onderzoek van vissersvaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de afgifte, vernieuwing of handhaving van certificaten, is het tarief verschuldigd, genoemd in onderstaande tabel:

  	< 24 meter	≥ 24 meter
  Geklasseerde vissersvaartuigen
  Onderzoek eerste afgifte certificaat		€ 14.195
  Periodiek onderzoek vernieuwing/handhaving certificaat		€ 2.065
  Onderzoek overname met langlopend certificaat		€ 4.745
  Niet-geklasseerde vissersvaartuigen
  Onderzoek eerste afgifte certificaat	€ 11.461	€ 25.935
  Periodiek onderzoek vernieuwing/handhaving certificaat	€ 1.925	€ 2.372
  Onderzoek overname met langlopend certificaat	€ 4.482	€ 5.523

• 2. Het tarief voor het periodiek onderzoek, bedoeld in het eerste lid, is verschuldigd zolang het schip onder toezicht staat en is niet langer verschuldigd na schriftelijke afmelding en uitschrijving uit het visserijregister.

• 3. Voor het onderzoek van niet-geklasseerde sportvissers- of recreatievaartuigen en de verdere werkzaamheden nodig voor de vernieuwing of handhaving van certificaten is in afwijking van het eerste lid het volgende tarief verschuldigd:

  • a. voor vaartuigen met een lengte tot 24 meter € 2.468;

  • b. voor vaartuigen met een lengte vanaf 24 meter € 2.732.

• 4. Bij tussentijdse verkoop van een vissersvaartuig vindt geen verrekening van het tarief met de koper of verkoper plaats.

• 5. Indien een inspectie aan boord van het schip niet kan plaatsvinden op de afgesproken tijd en plaats, doordat het schip of de eigenaar van het schip of zijn vertegenwoordiger niet aanwezig is, is voor de wachttijd van degene die inspecteert een tarief verschuldigd van € 142 per uur. Indien de inspectie geheel vervalt wordt een tarief van € 285 in rekening gebracht.

• 6. Indien tijdens een herinspectie aan boord van een schip blijkt dat eerder geconstateerde onvolkomenheden niet in orde zijn gebracht, wordt voor de volgende inspectie een tarief van € 285 in rekening gebracht.

O

Artikel 17 vervalt.

P

In artikel 18, eerste lid, wordt ‘€ 804’ vervangen door: € 822.

Q

Paragraaf 4 vervalt.

R

Artikel 20 vervalt.

S

In artikel 21 wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.

T

Artikel 21a vervalt.

U

In artikel 22, eerste lid, wordt ‘€ 71’ vervangen door: € 73.

V

In artikel 23, eerste lid, wordt ‘€ 1.169’ vervangen door: € 1.195.

W

In artikel 24, eerste lid, wordt ‘€ 139’ vervangen door: € 142.

X

Bijlage 1 wordt vervangen door de bijlage bij deze regeling.

ARTIKEL II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant, in het Afkondigingsblad van Aruba, in het Publicatieblad van Curaçao en in het Afkondigingsblad van Sint Maarten worden geplaatst.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.

BIJLAGE BIJ DE REGELING NEDERLANDSE TARIEVEN SCHEPENWET

Bijlage 1, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet

Tarief onderzoek van niet-geklasseerde schepen en aannemersmateriaal

	<500 GT	≥500 GT
Vrachtschip
Hernieuwde afgifte	€ 5.077	€ 6.503
Viseren certificaten	€ 1.158	€ 1.904
Aannemersmateriaal met voortstuwing
Hernieuwde afgifte	€ 5.916	€ 8.026
Viseren certificaten	€ 1.242	€ 1.989
Aannemersmateriaal zonder voortstuwing
Hernieuwde afgifte	€ 2.840	€ 2.242
Viseren certificaten	€ 723	€ 822
Aannemersmateriaal zonder voortstuwing, inclusief bemand werken
Hernieuwde afgifte	€ 2.840	€ 2.242
Viseren certificaten	€ 822	€ 822
Supply- en supportschip
Hernieuwde afgifte	€ 4.260	€ 6.503
Viseren certificaten	€ 822	€ 1.904

	≥24 meter
Sleepboot
Hernieuwde afgifte	€ 5.177
Viseren certificaten	€ 1.405
Personentender
Hernieuwde afgifte	€ 4.260
Viseren certificaten	€ 1.300
Patrouille-, peil- en meetvaartuig
Hernieuwde afgifte	€ 4.260
Viseren certificaten	€ 1.300

TOELICHTING

Algemeen

Deze regeling wijzigt de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet. In die regeling zijn tarieven vastgesteld die in rekening worden gebracht voor diensten die door of namens de overheid voor derden worden uitgevoerd in het kader van de Schepenwet. Uitgangspunt van het kabinetsbeleid is dat de Rijksoverheid, voor het verlenen van diensten aan derden, zoveel mogelijk kostendekkende tarieven in rekening brengt.

De tarieven die de Inspectie Leefomgeving en Transport (ILT) tot nu toe moet toepassen, zijn nog niet kostendekkend. In verband met het economisch ongunstige klimaat worden de tarieven per 1 januari 2014 alleen aangepast met een inflatiecorrectie van 2,25%. Met deze aanpassing wordt afgezien van een reële tariefstijging om te komen tot een hogere kostendekkingsgraad van de tarieven. Hierbij kan de tariefwijziging per individuele dienst iets afwijken vanwege afronding.

In de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet zijn, naast de aanpassing van de tarieven, nog een aantal bepalingen geschrapt. De schrapping volgt uit het feit dat in de afgelopen jaren een aantal onderzoeken en verstrekkingen van certificaten zijn overgedragen aan klassenbureaus. Deze overgedragen onderzoeken en verstrekkingen worden door deze wijzigingsregeling uit de tariefregeling verwijderd. Verder wijzigt de regeling enkele bepalingen om ze beter te laten aansluiten op andere regelgeving. Dit wordt nader toegelicht in het onderdeel artikelsgewijs van deze toelichting.

Administratieve lasten

De onderhavige wijzigingsregeling bevat alleen wijzigingen van de tarieven die door de ILT worden berekend voor het verlenen van diensten. Aan deze wijzigingsregeling zijn administratieve lasten noch nalevingskosten voor de burger of het bedrijfsleven verbonden.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel N

In het tweede lid van het gewijzigde artikel 16 van de Regeling Nederlandse tarieven Schepenwet staat een bepaling over het periodiek onderzoek dat nodig is wanneer het certificaat vernieuwd of gehandhaafd wordt. Dit is het geval wanneer het schip onder toezicht staat. In overleg met de visserijsector wordt voor alle hiertoe te verrichten werkzaamheden jaarlijks een vooraf bepaald vast bedrag in rekening gebracht. De inspectie staakt deze periodieke onderzoeken nadat schriftelijke afmelding en uitschrijving uit het visserijregister heeft plaatsgevonden. Hiermee wordt het toezicht opgeheven. Vanaf dat moment is ook het jaarlijks daarvoor te betalen bedrag niet meer verschuldigd.

In het zesde lid van het opnieuw vastgestelde artikel 16 staat een tarief voor herinspectie. Als er tijdens een onderzoek onvolkomenheden worden geconstateerd, dan worden er afspraken gemaakt over het herstel ervan. Als dit herstel niet geconstateerd wordt bij de volgende inspectie, dan is een extra hercontrole nodig. Deze hercontrole duurt gemiddeld twee uur. Het vermenigvuldigen van deze tijdsduur met het uurloon van € 139 leidt tot het nu vastgestelde tarief.

Artikel II

Op grond van het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten treden ministeriële regelingen in werking met ingang van 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Bekendmaking geschiedt uiterlijk 2 maanden voor inwerkingtreding. In deze wijzigingsregeling wordt afgeweken van deze termijn van 2 maanden. Dit vanwege het feit dat het doorschuiven van de inwerkingtreding van 1 januari naar het volgende vaste verandermoment (1 april 2014) zou leiden tot grote nadelige (financiële) gevolgen voor de ILT.

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus.