Regeling van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 28 november 2013, nr. DL/483032, houdende wijziging van het Instellingsbesluit Commissie Regieorgaan Geesteswetenschappen

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Besluit:

ARTIKEL I WIJZIGING REGELING

Het Instellingsbesluit Commissie Regieorgaan Geesteswetenschappen wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het tweede lid, onderdeel b komt te luiden:

  • b. Ter uitvoering van het plan, genoemd in onderdeel a, de minister te adviseren over de besteding van een bedrag van respectievelijk:

    • ten hoogste € 10 miljoen in 2010;

    • structureel ten hoogste € 15 miljoen per jaar in de periode van 2011 tot en met 2015; en

    • € 1,4 miljoen in 2014, € 1,3 miljoen in 2015 en € 1,3 miljoen in 2016, specifiek ten behoeve van een plan van aanpak gericht op vermindering van het tekort aan leraren in de schoolvakken Nederlands, Engels, Frans, Duits en Klassieke Talen.

2. In het vijfde lid wordt na ‘2015’ toegevoegd: voor wat betreft de activiteiten gefinancierd met de middelen, bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b, 1° en 2°, en niet later dan in 2016 voor wat betreft het plan van aanpak, gefinancierd met de middelen bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b, 3°.

B

In artikel 3 wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

C

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt na ‘onder b’ ingevoegd: , 1°en 2°,

2. Onder vernummering van het derde en vierde lid tot vierde en vijfde lid, een nieuw derde lid ingevoegd:

  • 3. De commissie brengt voor 1 februari 2014 een rapport uit met daarbij de adviezen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onder b, 3°.

3. In het vierde lid (nieuw) wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

4. Aan het vijfde lid (nieuw) wordt na ‘artikel 2, tweede lid, onder d’ toegevoegd: , over de activiteiten gefinancierd met de middelen bedoeld in artikel 2, lid 2 onder b, 1° en 2°, en over het plan van aanpak, gefinancierd met de middelen, bedoeld in artikel 2, lid 2, onder b, 3°, uiterlijk 1 september 2016.

D

In artikel 8, tweede lid, wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

E

Artikel 10 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt artikel 7, derde lid’ vervangen door: artikel 7, vierde lid.

2. In het tweede lid wordt ‘artikel 7, vierde lid,’ vervangen door: artikel 7, vijfde lid, en ‘2015’ door: 2016.

F

In artikel 14, tweede lid, wordt ‘2015’ vervangen door: 2016.

ARTIKEL II INWERKINGTREDING

Deze regeling treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

TOELICHTING

Algemeen

De Commissie Regieorgaan Geesteswetenschappen (commissie) heeft tot taak de minister te adviseren over de besteding van de middelen 'Duurzame Geesteswetenschappen' ten behoeve van de uitvoering van het Nationaal Plan Toekomst Geesteswetenschappen (NPTG) zoals opgesteld door de gelijknamige commissie. De commissie heeft voorts als opdracht uitvoering te geven aan de monitoring en eindevaluatie van de gefinancierde activiteiten.

Een van de knelpunten van de geesteswetenschappen zijn de lerarenopleidingen die, zo stelt de commissie, door lossere banden met externe partijen te maken hebben met onderbenutting van het potentieel en met maatschappelijke onzichtbaarheid. Zowel de geesteswetenschappen als het voortgezet onderwijs zijn gebaat bij een nauwere samenwerking. Dat geldt in het bijzonder nu de komende jaren in het voortgezet onderwijs voor een aantal vakken in de geesteswetenschappen een oplopend tekort aan leraren wordt verwacht. Het betreft de volgende tekortvakken: Nederlands, Engels, Duits, Frans, Klassieke talen. In aansluiting bij de eerdere taken van de commissie wordt met deze wijziging van het Instellingsbesluit een specifieke opdracht bij de commissie neergelegd om de regie te voeren op de totstandkoming van een plan van aanpak ter vergroting van het aantal studenten dat tot leraar wordt opgeleid in die tekortvakken, alsmede de vergroting van de instroom van gekwalificeerde docenten in het voortgezet onderwijs.

De activiteiten die voortvloeien uit dit plan van aanpak en de daarmee gepaard gaande extra taak voor de commissie zijn deels losgekoppeld van de reeds gestarte activiteiten. De commissie zal het rapport over dit plan van aanpak uiterlijk 1 februari 2014 aanbieden aan de minister.

In de jaarlijkse tussenrapportage, de eindevaluatie en het eindrapport zullen de uitkomsten van de monitoring van alle onder het NPTG gefinancierde activiteiten, waaronder die betreffende de lerarenopleiding, worden betrokken.

Vanwege de extra activiteiten ten behoeve van het opleiden van leraren in de 'tekortvakken', wordt de regeling met één jaar verlengd. Dit heeft gevolgen voor

  • de kosten van de commissie: de kosten als bedoeld in artikel 9 worden ook in 2016 nog vergoed;

  • de verantwoording: deze moet voor 1 juli 2016 worden opgeleverd;

  • het eindrapport: voor de oude werkzaamheden wordt het eindrapport opgeleverd in het laatste jaar van uitvoering van de desbetreffende werkzaamheden, te weten in 2015. Voor de nieuwe werkzaamheden wordt dit eindrapport opgeleverd in 2016;

  • de einddatum van de regeling: de regeling vervalt één jaar later, dus per 31 december 2016;

  • de gewijzigde einddatum van de regeling laat onverlet dat in 2015 op basis van het eindrapport van de commissie regieorgaan geesteswetenschappen over het NPTG een besluit zal worden genomen over eventuele indaling van de middelen in de eerste geldstroom. Dit besluit heeft geen betrekking op het plan van aanpak lerarentekorten en de tijdelijke middelen die daarvoor met deze wijziging beschikbaar komen.

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker.

Naar boven