Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 december 2013, nr. WJZ/13183174, houdende regels inzake schoolfruit (Regeling schoolfruit)

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale GMO-verordening’) (PbEU 2007, L 299) en Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie van 7 april 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen (PbEU 2009, L 94) en artikel 19, eerste lid van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

basisverordening:

Verordening (EG) nr. nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten;

deelnemer:

een instantie die in het kader van de schoolfruitregeling is belast met de controle op en de evaluatie van de schoolfruitregeling of de communicatie die aansluit bij het doel van de schoolfruitregeling;

minister:

de Minister van Economische Zaken;

nationale strategie:

de jaarlijks door de Minister vastgestelde strategie als bedoeld in artikel 103 octies bis, tweede lid, van de basisverordening;

producten:

de producten bedoeld in Bijlage 1, delen IX (groenten en fruit) en XI (bananen) van de basisverordening;

schoolfruitregeling:

het stimuleren van groente- en fruitconsumptie bij kinderen door het gratis verstrekken van producten aan scholen door erkende leveranciers, voor een in de nationale strategie vastgestelde periode;

verordening:

Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie van 7 april 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproducten aan kinderen in onderwijsinstellingen (PbEU 2009, L 94).

Artikel 2

  • 1. De minister verleent op verzoek een erkenning aan een leverancier die wil deelnemen aan de schoolfruitregeling indien een leverancier voldoet aan de voorwaarden genoemd in de artikelen 6 en 7 van de verordening en de voorwaarden opgenomen in de nationale strategie.

  • 2. De minister verleent op verzoek een erkenning aan een deelnemer die voldoet aan de voorwaarden van artikel 6 en 7 van de verordening en de voorwaarden opgenomen in de nationale strategie.

  • 3. De minister houdt een register bij van erkende leveranciers en – deelnemers.

  • 4. De minister schorst een erkenning of trekt een erkenning in overeenkomstig artikel 9 van de verordening.

Artikel 3

  • 1. Een school die wil deelnemen aan de schoolfruitregeling meldt zich hiervoor aan bij de Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken onder opgave van het aantal deelnemende kinderen.

  • 2. De minister bepaalt welke scholen aan de schoolfruitregeling deelnemen met inachtneming van het beschikbare budget.

  • 3. Een erkende leverancier en een deelnemende school sluiten een overeenkomst, waarin onder meer de perioden, de afleverdata, het aantal leerlingen en de hoeveelheden producten worden opgenomen.

  • 4. De Dienst Regelingen van het Ministerie van Economische Zaken voorziet een deelnemende school van het benodigde materiaal ter educatie en organiseert begeleidende maatregelen, zoals vermeld in de nationale strategie.

Artikel 4

  • 1. Een erkende leverancier of – deelnemer dient een steunaanvraag in bij de minister overeenkomstig artikel 10 van de verordening en de voorschriften opgenomen in de nationale strategie.

  • 2. De minister betaalt de gevraagde steun indien een erkende leverancier of – deelnemer voldoet aan de voorwaarden van artikel 11 van de verordening.

  • 3. De minister vordert de steun terug indien uit de ingevolge de artikelen 12 en 13 van de verordening bedoelde controle blijkt dat de voorwaarden voor steun niet zijn nageleefd.

Artikel 5

Archiefbescheiden van het Productschap Tuinbouw betreffende zaken die op basis van deze regeling worden behartigd door de minister, worden overgedragen aan de minister, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel 6

Erkenningen van leveranciers en deelnemers, verleend door het Productschap Tuinbouw, die geldig zijn op de dag voor de datum van inwerkingtreding van deze regeling, blijven geldig.

Artikel 7

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 8

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling schoolfruit.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

's-Gravenhage, 2 december 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze regeling geeft uitvoering aan de Europese marktordeningsregels voor de groente- en fruitsector die zijn opgenomen in Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkt en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale GMO-verordening’) (PbEU 2007, L 299) en Verordening (EG) nr. 288/2009 van de Commissie van 7 april 2009 houdende bepalingen voor de uitvoering van Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad ten aanzien van de toekenning, in het kader van een schoolfruitregeling, van communautaire steun voor de verstrekking van groente- en fruitproducten, verwerkte groente- en fruitproducten en banaanproductie aan kinderen in onderwijsinstellingen (PbEU 2009, L 94). Deze materie was voorheen geregeld in de Verordening PT schoolfruit 2010 van het Productschap Tuinbouw. Vanwege de voorgenomen opheffing van de bedrijfslichamen, waaronder het Productschap Tuinbouw, is bezien of de door dat productschap gestelde regels inzake de schoolfruitregeling in aanmerking komen voor overname door de Minister van Economische Zaken. De desbetreffende regels die uitvoering geven aan bindende EU-rechtshandelingen kwalificeren als taak die in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen wordt overgenomen door de centrale overheid. De door het Productschap Tuinbouw gestelde regels inzake de schoolfruitregeling worden overgenomen door de Minister van Economische Zaken.

2. Inhoud van de regeling

Deze regeling geeft de mogelijkheid om gedurende een in de nationale strategie vastgesteld aantal weken gratis groente- en fruitproducten aan leerlingen van scholen te verstrekken. Leveranciers die aan deze regeling willen deelnemen, kunnen zich bij de Dienst Regelingen aanmelden. De leveranciers moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen om als erkende leveranciers in het register te worden opgenomen. Deze erkende leveranciers sluiten met deelnemende scholen een overeenkomst waarin in ieder geval de periode, het aantal leerlingen en het soort product worden opgenomen. De scholen krijgen deze producten gratis verstrekt en de leveranciers ontvangen de vergoeding voor de producten in de vorm van steun.

Instanties die in het kader van de schoolfruitregeling zijn belast met de controle op en de evaluatie van de schoolfruitregeling of de communicatie die aansluit bij het doel van de schoolfruitregeling kunnen ook een erkenning aanvragen en voor steun in aanmerking komen.

Na afloop van de periode waarin producten gratis worden verstrekt bestaat voor de scholen de mogelijkheid de levering van producten tegen betaling voort te zetten.

De Minister wordt aangewezen als bevoegde autoriteit om de besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien uit de Europese verordeningen. Het toezicht wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Overtreding van deze regeling is een misdrijf in de zin van de Wet op de economische delicten, voor zover opzettelijk begaan. In de overige gevallen is sprake van een overtreding in de zin van de Wet op de economische delicten.

Teneinde te voldoen aan artikel 4, eerste lid, van de Archiefwet 1995 regelt artikel 5 dat de archiefbescheiden betreffende de marktordening in de groente- en fruitsector worden overgedragen aan de Minister, voor zover zij niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

3. Regeldruk

Deze regeling strekt ertoe uitvoering te geven aan de Europese marktordeningsregels voor de groente- en fruitsector. Voorheen werd hierin voorzien door de Verordening PT schoolfruit 2010. Derhalve is deze regeling gebaseerd op hetgeen voorheen was geregeld in die verordening en zijn geen minder belastende alternatieven overwogen. Deze regeling bevat geen nieuwe verplichtingen voor burgers en bedrijven. Er is dus geen sprake van een wijziging van de administratieve lasten en nalevingskosten.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Deze datum is in lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Afgeweken wordt van het uitgangspunt dat regelingen twee maanden voorafgaand aan hun inwerkingtreding worden gepubliceerd. De reden voor deze afwijking is dat door inwerkingtreding per 1 januari 2014 aanmerkelijke publieke nadelen worden voorkomen. De onderhavige regeling loopt vooruit op de formele opheffing van de bedrijfslichamen. Om een continue en goede uitvoering van de publieke taken van de bedrijfslichamen zeker te stellen is de overname van taken met ingang van 1 januari 2014 noodzakelijk.

Voor de schoolfruitregeling zijn leveranciers erkend door het Productschap Tuinbouw. In artikel 6 is opgenomen dat deze erkenningen geldig blijven, zolang aan de geldende voorwaarden wordt voldaan.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven