Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 2 december 2013, nr. WJZ/13174906, houdende regels inzake de verhandeling van olijfolie (Regeling olijfolie)

De Staatssecretaris van Economische Zaken;

Gelet op Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkten en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale-GMO-verordening’) (PbEU 2007, L 299) en artikel 19, eerste lid, van de Landbouwwet;

Besluit:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

Basisverordening:

Verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkt en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale GMO-verordening’) (PbEU 2007, L 299);

In de handel brengen:

ten verkoop voorhanden en in voorraad hebben, te koop aanbieden, verkopen of afleveren;

Minister:

de Minister van Economische Zaken;

Olijfolie:

Olijfolie als bedoeld in artikel 1, onderdeel g, van de basisverordening.

Artikel 2

Olijfolie wordt slechts in de handel gebracht overeenkomstig het bij of krachtens de basisverordening bepaalde.

Artikel 3

De minister is bevoegd de besluiten te nemen en de handelingen te verrichten waartoe het bij of krachtens artikel 113, eerste lid, onderdeel a, artikel 118 of artikel 121, onderdeel a, van de basisverordening bepaalde een tot de overheid behorend orgaan de opdracht geeft of de keuze laat.

Artikel 4

Archiefbescheiden van het Productschap Margarine, Vetten en Oliën betreffende zaken die op basis van deze regeling worden behartigd door de minister, worden overgedragen aan de minister, voor zover zij niet overeenkomstig de Archiefwet 1995 zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling olijfolie.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

’s-Gravenhage, 2 december 2013

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

TOELICHTING

1. Aanleiding

Deze regeling geeft uitvoering aan de Europese marktordeningsregels voor de olijfoliesector die zijn opgenomen in verordening (EG) nr. 1234/2007 van de Raad van 22 oktober 2007 houdende een gemeenschappelijke ordening van de landbouwmarkt en specifieke bepalingen voor een aantal landbouwproducten (‘Integrale GMO-verordening’) (PbEU 2007, L 299) (hierna: de basisverordening) en de daarbij behorende uitvoeringsverordeningen. Deze materie was voorheen geregeld in de de MVO-verordening 2002, Eetbare oliën en vetten (hierna: MVO-verordening). Vanwege de voorgenomen opheffing van de bedrijfslichamen, waaronder het Productschap Margarine, Vetten en Oliën, is bezien of de door dat productschap gestelde regels inzake olijfolie in aanmerking komen voor overname door de Minister van Economische Zaken. De desbetreffende regels die uitvoering geven aan bindende EU-rechtshandelingen kwalificeren als taak die in verband met de opheffing van de bedrijfslichamen wordt overgenomen door de centrale overheid. Voor zover het de Europese marktordeningsregels in de olijfoliesector betreft wordt de taak overgenomen door de Minister van Economische Zaken. De overige bepalingen uit de MVO-verordening zijn reeds elders in regelgeving opgenomen of worden waar nodig door de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in regelgeving opgenomen.

2. Inhoud van de regeling

Deze regeling bevat, ter uitvoering van de bindende EU-normen voor olijfolie, bepalingen ten behoeve van de handhaafbaarheid (artikel 2) en betreffende de toedeling van bevoegdheden (artikel 3).

De minister wordt aangewezen als bevoegde autoriteit om de besluiten te nemen en de handelingen te verrichten die voortvloeien uit de Europese verordeningen. Het toezicht wordt uitgevoerd door de Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit.

Overtreding van deze regeling is een misdrijf in de zin van de Wet op de economische delicten, voor zover opzettelijk begaan. In de overige gevallen is sprake van een overtreding in de zin van de Wet op de economische delicten.

Teneinde te voldoen aan artikel 4, eerste lid, van de Archiefwet 1995 regelt artikel 4 dat de archiefbescheiden betreffende marktordening in de olijfoliesector worden overgedragen aan de minister, voor zover zij niet zijn overgebracht naar een archiefbewaarplaats.

3. Regeldruk

Deze regeling strekt ertoe uitvoering te geven aan de Europese marktordeningsregels voor de olijfoliesector. Voorheen werd hierin voorzien door de MVO-verordening 2002, Eetbare oliën en vetten. Derhalve is deze regeling gebaseerd op hetgeen voorheen was geregeld in die verordening en zijn geen minder belastende alternatieven overwogen. Deze regeling bevat geen nieuwe verplichtingen voor burgers en bedrijven. De regeldruk blijft derhalve ongewijzigd.

4. Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2014. Deze datum is in lijn met het kabinetsbeleid inzake vaste verandermomenten voor regelgeving, dat inhoudt dat ministeriële regelingen slechts inwerkingtreden per 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Afgeweken wordt van het uitgangspunt dat regelingen twee maanden voorafgaand aan hun inwerkingtreding worden gepubliceerd. De reden voor deze afwijking is dat door inwerkingtreding per 1 januari 2014 aanmerkelijke publieke nadelen worden voorkomen. De onderhavige regeling loopt vooruit op de formele opheffing van de bedrijfslichamen. Om een continue en goede uitvoering van de publieke taken van de bedrijfslichamen zeker te stellen is de overname van taken met ingang van 1 januari 2014 noodzakelijk.

De Staatssecretaris van Economische Zaken, S.A.M. Dijksma.

Naar boven